Dansorkestjes van toen

Omdat in de fyfties en de sixties een 'dancing-zonder-orkest' net zo erg was als een 'café-zonder-bier' is het goed om de dansorkestjes uit de na-oorlogse periode in De Panne eens te herinneren.

In de 'pré-disc jockey' periode waren er in De Panne een viertal dansorkestjes actief: Luc Pelfrène (combo Luc Rène), Willy Pattyn (The Will’s Band), Daniël Hendryckx (The Danielli’s) en Roger Mortelez (The Rogeli’s).

Dit laatste dansorkestje was het jongste van de vier en kende al gauw heel wat bijval tot ver buiten De Panne. Het werd opgericht door wijlen Georges Mortelez en was genoemd naar zijn zoon Roger en dochter Elisabeth. De uitvalsbasis was de ruime kelder onder het appartementsgebouw ‘Résidence Littoral’ op de zeedijk (nu nr 68), waar duchtig werd gerepeteerd.

Bals van allerlei verenigingen (van de pompiers, de kaarters, de schutters, de visscherie, het Katrientjesbal, enz.) werden opgeluisterd in feestzalen die vandaag niet meer bestaan.

In De Panne oa. de Patria (waar nu het nieuwe Dienstencentrum de Boare staat),

de Littoral (nu de Mundo in de Nieuwpoortlaan), de Rialto (nu een Biljart palace) de Armorial (nu de Duinpanne), Julien Van Roey’s danszaaltje op de Oosthoek (tot voor kort de kapel van St.-Jan) en in Adinkerke Den Hert (nu serviceflats in de Dorpstraat) en de Neptune (nu tankstation op de Dijk).

De succesformule van the Rogeli’s bestond erin om de laatste hitsingles aan te kopen en die “op gehoor” in te studeren. Het resultaat werd opgenomen op een Philips bandopnemertje en beluisterd tot het goed klonk.

Zo kon het publiek de liedjes die in de juke boxes zaten live meemaken op de dansvloer.

Weliswaar niet van dezelfde kwaliteit, maar toen stak dat nog niet zo nauw.

Zo kende de zanger-guitarist "Will Andy" slechts een zestal akkoorden, maar bezat de gave om aan te voelen wat het publiek wou. Het repertorium ging van smartlap over rock’n roll, twist, mambo, chachacha, tango, rumba, wals, slow, paso double, farandole, enz.

Dansen was toen een ideale gelegenheid tot - soms een eerste - lichamelijk contact met het andere geslacht.

De jongen ging hoffelijk een meisje ten dans vragen die dat evenwel kon weigeren (!).

Waren de ouders van het meisje erbij, dan vroeg men hen eerst beleefd of het mocht

Adamo vond hierin zelfs inspiratie “vous permettez monsieur, que j’emprunte votre fille?”.

En dan de danspiste in, telkens twee nummertjes van hetzelfde genre, en bij een ‘frottertje’ liefst met gedempt licht en onder een fonkelende draaiende spiegelbol!

Toen was geluk nog héél gewoon.

Will Vansteene

Lees ook over hoe de vissers uit Heist kwamen dansen in de Rialto gedurende de Tweede Wereldoorlog Lees>>>>

Les Indépendants'. 1. Jan van Sluys (schuiftrompet) 2. Gilbert Bossuyt (saxofoon), 3. Willy Bossuyt (trompet), 4. Leon Vanhoorne (saxofoon), 5. Julien Verzele (trompet), 6. Emiel Vermeilen (saxofoon), 7. Emiel Deboyser (trompet en hoorn), 8. Willy Reniers (piano), 9. René Hoornaert accordeon), 10. Florent Hoornaert (slagwerk), 11. Arthur Roosens (contrabas).

Onder leiding van Leon Vanhoorne zorgt het orkestje, 'Les Indés' genoemd, in de tussenoorlogse periode voor talrijke opvoeringen. Het wordt gesticht op 26 november 1926 en brengt aanvankelijk symfonisch werk, later 'hot' en 'straight jazz'. Voor de repetities komen de spelers bijeen in het 'Hotel de Dixmude' (nu de zaak Autobeach). Deze band, die aan de kust een goede reputatie had opgebouwd, verdwijnt bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. (Bron: DEPANNEVERBEELDT)


Danskwartet Julien Van Roey. Slagwerk, Maurits Allemeersch - trompet, Henri Visage - altsax, Roger Viaene - accordeon, Julien Van Roey

De gebroeders Pattyn. Jong geleerd is oud gedaan. Slagwerk, Willem - accordeon, Willy. Willy is nog steeds een graag geziene gast op feestjes in rusthuizen.

The Will’s Band. Slagwerk, Willem Pattyn - altsax, Roger Viaene - contrabass en trompet, Georges Erebout, accordeon, Willy Pattyn.

The Danielli’s. Slagwerk, Florent Dezeure - contrabass, Tuur Roossens, accordeon, Daniël Hendryckx - piano, Georgette Salomein.

Combo Luc Rène. trompet, Georges Claes - piano & zang, Luc Rène - slagwerk, Maurits Allemeersch - contrabass, Louis Recour

The Rogeli’s, eerste formatie 1956 v.l.n.r.: accordeon, Roger Mortelez - gitaar & zang, Will Vansteene (Will Andy) - accordeon & clarinet, Elisabeth Mortelez - slagwerk, Albert Berquet - altsax, Pol Coffyn.

The Rogeli’s, tweede formatie 1961 v.l.n.r.: sax, Leopold Hoornaert (Pol Horna) - gitaar, bass & zang, Will Vansteene - slagwerk, Albert Berquet - accordeon, Roger Mortelez - clarinet & accordeon, Elisabeth Mortelez - trompet, Edward Saelens

Het orkest van de Rivoli in 1943 met de Pattyn's

Het orkest Pattyn in de Rialto met vooraan: Roger Viaene, Willy en Gabrielle Pattyn en achteraan Willem Patyn en Henri Visage. Foto tijdens de oorlogsjaren.

Gabrielle Pattyn in 1944

Willy Pattyn in 1943

Pol Horna

Startte zijn eigen orkest toen deze tweede formatie van the Rogeli’s ontbonden werd.

Door zijn muzikale begaafdheid groeide zijn formatie uit tot een 22-man sterke big band met succesvolle optredens in binnen- en buitenland.

In 2006 vierde Pol trouwens zijn 50-jarige muzikale carrière en schreef toen twee composities op het ‘Duinelied’ Leve De Panne , één in pure Glenn Millerstijl en één als een zuiderse chachacha.

Te horen op de dubbel-CD “24 maal het Duinelied”