Waarom Dood hout blijft liggen?

Het dode hout dat de wandelaar in het Calmeynbos op zijn weg vindt is voor sommigen een doorn in het oog. Onterecht! Het dood hout is noodzakelijk voor een gezond en soortenrijk bos. "Tal van dieren en planten zijn voor hun voortbestaan afhankelijk van dood hout: vogels zoals spechten en andere holenbroeders, vleermuizen en vele insecten- en paddestoelensoorten."
Onderzoek heeft uitgewezen dat er in een gezond loofbos 5.000 tot 7.000 soorten dieren en planten voorkomen. Daarvan is een derde afhankelijk van dood hout, als voedingsbron of als nest- of schuilplaats.

Dood hout brengt leven in het bos
In België vind je alleen in een aantal bosreservaten waar een zogenaamd 'nulbeheer' wordt gevoerd en de natuur haar gang kan gaan, echt grote hoeveelheden dood hout.
De economische functie van onze bossen was vroeger prioritair en alles wat bruikbaar was werd eruit meegenomen. Er was bij wijze van spreken geen dood takje te vinden. In de loop van de jaren zeventig kwam er een kentering en bij het huidige bosbeheer krijgt de natuur wel meer aandacht. Vlaanderen streeft bijvoorbeeld naar een aandeel dood hout van minimaal vier procent. Dit komt ongeveer overeen met tien ton of een tiental middelgrote bomen per hectare. De resultaten zijn nu al merkbaar. De meeste soorten zoals spechten of het vliegend hert, een grote keversoort, hebben een continue voorraad dood hout nodig. We vroegen ons af of we een betekenisvol resultaat mochten verwachten na een dergelijk lange periode zonder dood hout. Uit onderzoek van het Instituut voor Bos en Natuuronderzoek (INBO) blijkt dat de soorten zich herstellen en dan voornamelijk in die bossen met grote hoeveelheden dood hout.

Wat gebeurt er met een afgestorven tak of boom?
Een omgevallen boom wordt heel langzaam afgebroken en geeft zijn voedingsstoffen geleidelijk vrij aan de bodem. Die kunnen dan weer worden opgenomen door de overige bomen. Meteen een tweede belangrijke reden om dood hout te laten liggen. De zandgrond van het Calmeynbos is uiterst arm aan voedingsstoffen er er worden geen meststoffen gestrooid in een natuurgebied. Wegname van dood hout zou snel leiden tot volledige uitputting van de bodem en dus tot sterven van de bomen. De totale afbraak neemt, afhankelijk van de soort en de omvang van de boom, tot vijftig of zelfs honderd jaar in beslag.
Vooral diverse kever- en zwammensoorten dragen bij tot de afbraak omdat ze leven van het dode hout.
Een deel van het hout verdwijnt dus ook als koolstofdioxide (CO2), uitgeademd door deze organismen. De levende bomen nemen CO2 op, zodat in een natuurlijk bos de balans in evenwicht is. De meeste van onze bossen nemen, als gevolg van het intensieve beheer, meer CO2 op dan ze vrijgeven.
De slogan "Dood hout brengt leven in het bos" blijkt te kloppen.