Henk van der Heijden en Miep van der Velde kwamen uit gezinnen die zich, zoals zovele, zeker katholieken, eind 19de, begin 20ste eeuw losmaakten uit een patroon dat eeuwenlang min of meer hetzelfde was geweest. De grootvader van Henk was hotelier in Franeker. Na verkoop van zijn hotel verhuisde hij naar Amsterdam. Dat gebeurde ergens in of rond 1889. Mijn grootvader (Anton) was op dat moment een jaar of zes, zeven. Hij belandde enkele jaren nadien als hulpje op een effectenkantoor. Weer enkele jaren later, in 1903, begon hijzelf op de beurs te handelen. Dat is hij heel zijn leven blijven doen. Met succes. Bij zijn dood in 1968 liet hij zijn kinderen meer dan een miljoen (gulden) na. Een geslaagde emancipatie dus.
De emancipatie van het gezin waaruit Miep kwam, was iets minder succesvol. Iets, niet veel. Het proces verliep vooral anders. Mieps grootvader, overigens eveneens afkomstig uit Friesland (Joure), overleed op jonge leeftijd en liet een gezin in armoede achter. Mieps vader, Haye, heeft zich altijd verplicht gevoeld voor dat gezin, in het bijzonder zijn moeder te zorgen. Dat betekende een flinke last en verklaart deels ook dat het gezin van mijn moeder het niet breed had. Toch wist ook mijn grootvader van moederskant zich te emanciperen, niet zozeer zakelijk als intellectueel: hij schopte het tot hoofd van een MULO. Dat was destijds een heel behoorlijke baan, van enig prestige ook.