Henk is in de recente literatuur als persoon en als jurist een aantal keren ter sprake gekomen. In chronologische volgorde:
in twee boeken van Marcel Poorthuis en Theo Salemink over jodendom en katholicisme, het eerste een biografie van de van oorsprong joodse maar tot het katholicisme bekeerde dichteres en activiste Sophie van Leer (2000), het tweede een overzichtswerk van de katholieke reactie op het jodendom in de jaren 1870-2005 (2006)
in de dissertatie van Derk Venema over Rechters en rechtspraak in oorlogstijd (2007)
in een studie uit 2019 van Willem Otterspeer over de Leidse universiteit in oorlogstijd
in een artikel van Corjo Jansen over twee jonge nationaalsocialistisch juristen, de ene is Henks vriend Harry van Cranenburgh, de andere Henk zelf
Eventueel zou je nog kunnen zeggen dat ook Ruud Bruijns, groot kenner van de Nederlandse Verdinaso-sfeer, over Henk geschreven heeft. Dat is niet helemaal juist. Hij maakte ooit een interview maar dat werd niet gepubliceerd. En hij schreef een paar artikelen waarin de sfeer waarin Henk verkeerde, goed tot uitdrukking komt. Zie daarover hier
In 2007 promoveerde Venema op Rechters in oorlogstijd, met als ondertitel De confrontatie van de rechterlijke macht met nationaal-socialisme en bezetting. Hij had daarover ook contact met Henk. Diens exemplaar van de dissertatie kreeg hij van Venema. Grappig is dat Henk en ik (Chris) al op de tweede pagina in een en dezelfde noot genoemd worden over een opmerkelijk feit. Venema wist toen nog niet dat wij vader en zoon waren. Hij herhaalt de opmerking later, in het portret van Henk nogmaals. Ik wist dat vanzelfsprekend niet toen ik Grijs verleden schreef.
Venema steekt Henk in zijn boek nogal de loftrompet. Ik denk dat hij een beetje overdrijft. Wel is waar dat Henk in korte tijd enorm aan de weg timmerde en een beetje naam maakte. Maar meer was het ook niet, denk ik. Wel dat in het land der blinden (al is dat in dit geval een rare uitdrukking) enz.
Opmerkelijk is dat Venema Henk een machiavellist noemt, vermoedelijk mede op basis van zijn latere vertaling van Il Principe. Maar in de oorlog was Henk wel ongeveer het tegenovergestelde van een Machiavellist. Als Venema zijn artikel over de Italiaanse filosoof uit De Waag van febr 1940 gekend zou hebben, had hij dat niet geschreven, denk ik.
In bijgaande passage noemt Venema een machiavellist, hij kende zijn artikel uit De Waag niet. Venema werd op het verkeerde been gezet door Henks latere vertaling.
Hiernaast wat Willem Otterspeer over Henk, vooral op basis van Van Rooijen over Henk schrijft.
Een paar opmerkingen:
dat andere piloten Henk niet vertrouwden lijkt me onzin. Alles wat ik aan getuigenissen gezien heb, wijst op het tegendeel
Henk volgde in eerste instantie geen opleiding in Bad Tölz, hij werd al snel van school geschopt, dat van die indeling van een Ersatz Bataillon klopt evenmin, hij werd richting front gestuurd en ter plekke ingedeeld bij Nordland
Henk is nooit oorlogsverslaggever geweest, hij schreef een paar stukjes, dat is iets anders
hij raakte niet gewond in Rusland maar in Kroatië
Dat Henk minder inzicht in zijn fouten had dan zijn vriend Bart Saris klopt, dat hij geen inzicht had, niet. En als Henk gelijk heeft, wist Van Rooijen van zijn ontsnapping.
Hieronder Otterspeers beschrijving van de belangrijkste bron van zijn boek, tevens van het werk van de man die o.a. Van Rooijen interviewde.
Rechtshistoricus Corjo Jansen schreef een aantal boeken en artikelen over het recht in de Tweede Wereldoorlog. Een overzicht van zijn publicaties is te vinden op de betreffende pagina van de Radboud Universiteit waar Jansen hoogleraar Rechts geschiedenis is. Een van zijn artikelen gaat over Henk en zijn vriend Harry van Cranenburgh. Het staat hieronder. Hiernaast staat wat commentaar.
Jansen baseert zich naar eigen zeggen op Otterspeer, vandaar dat er ongeveer dezelfde kleine onjuistheden in zijn tekst staan:
Henk was officier bij de Luchtmacht
Hij was geen piloot maar waarnemer
Hij liep geen buikwond op aan het Oostfront maar in Kroatië
Zijn aanstelling bij de Landwacht kwam in febr, niet jan 44, het werk begon nog iets later
Henk heeft tot zomer 53 gevangen gezeten
Veel interessanter is vanzelfsprekend wat Jansen over Henk zegt, inhoudelijk.
ik denk eerlijk niet dat Henk ooit vol overtuiging voor het nationaalsocialisme heeft gekozen. Hij heeft zich er wel vol overtuiging voor ingezet maar dat is niet (helemaal) hetzelfde. Hij was een bleef een Dinaso die uit opportunisme en misschien ook wel omdat een andere mogelijkheid zich niet aanbod voor het nationaalsocialisme koos. Het verschil is op de keper beschouwd klein maar toch
Aan het eind van zijn artikel stelt hij dat Henk vol overtuiging het sociaaldarwinisme en de rassentheorie aanvaardde. In de praktijk klopt dat, in theorie heb ik dat nergens met zoveel woorden gevonden
Ik vermoed dat Henk het buitengewoon pijnlijk gevonden zou hebben door Cleveringa een verrader genoemd te worden. Zie de enige keer dat hij de man in zijn autobiografie noemt. Maar Cleveringa had vanzelfsprekend wel gelijk
Verder heeft Jansen het volledig bij het rechte eind, denk ik.