Op 29 februari 1944 werd Henk officieel aangesteld als Kommandant van de Landwacht van Zuid-Holland en Zeeland. Dat was ongeveer op hetzelfde moment dat de pas enkele maanden tevoren opgerichte paramilitaire organisatie zijn werkzaamheden begon. Het was een buitengewoon slecht moment om zo'n nieuw orgaan in het leven te roepen. Enkele maanden later begonnen de geallieerde invasies en werd het overal chaos. Henk heeft een tijdje geprobeerd er het beste van te maken en duizend orders uitgezonden maar 't was allemaal tevergeefs. Chaos alom. Geen houde aan. Dat zag hij ook spoedig in. Maar het was te laat. Even deed hij nog een poging richting wetenschap te ontsnappen. Dat lukte, op papier. Hij kreeg een aanstelling aan de (gesloten!) universiteit van Leiden. Een bagatelle dus. In oktober-november verplaatste hij zijn mannen naar Overijssel en nam daar een andere, overzichtelijker taak op zich: Spoorbewaking. Die lukte wel een beetje maar 't was einde verhaal. Henk begreep dat maar weigerde te vluchten.
Op deze pagina staan zaken die Henks Landwachtperiode in zijn geheel aangaan. Op andere pagina's staat afzonderlijke informatie over de periodes Zuid-Holland-Zeeland en Spoorwacht Overijssel.
Veel informatie over de Nederlandse Landwacht is te vinden op het NIOD, in het bijzonder in Archief 077 (Generalkommissariat für das Sicherheitswesen (Höhere SS- und Polizeiführer Nord-West).
Inhoudsopgave van deze pagina
Zie verder de aparte pagina's over Henks tijd als Kommandant van de Landwacht van Zuid-Holland en Zeeland en als Kommandant van de Spoorwegbewaking in Oost Nederland.
Over de Landwacht is relatief weinig geschreven en wat erover geschreven is, is vooral scheldproza. Zie daarover het boek.
Veel foto's m.b.t. de Landwacht zijn te vinden op de Beeldbank WOII
Eind april 44 - de Landwacht was op dat moment nog geen twee maanden actief, Henk zelf ongeveer een maand aan het werk - hield Henk voor het Rechtsfront een lezing over de organisatie. Die lezing werd in de pers uitvoerig besproken. Minstens tien kranten berichtten erover. ‘De Landwacht gebaseerd op idealisme,' zette het Drentsch Dagblad boven het artikel. 'Handhaving van orde en tucht. Belangwekkende beschouwing over de taak van de Landwacht,' maakte Het Nationale Dagblad ervan. En de Arnhemsche Courant: 'Radicaal optreden tegen onruststokers'.
Met veel nadruk en aan de hand van voorbeelden toonde SS-Untersturmführer Van der Heyden aan, dat het werk van de Landwacht in de eerste plaats gebaseerd is op idealisme. De Landwacht kan niet de oogen sluiten voor den uitgebreiden zwarten handel, die zoowel overdag als des nachts wordt bedreven. Daarom is hier dan ook ingegrepen. Dat de Landwacht daarmede goed werk gedaan heeft, is bewezen door tal van binnengekomen berichten, waarin waardeering werd uitgesproken, en dit waarlijk niet alleen door menschen, die den nieuwen tijd zijn toegedaan.
Aldus het Drentsch Dagblad. In andere kranten stond min of meer hetzelfde. Een kleine toevoeging nog, uit De Telegraaf:
Indien de Landwacht zich zou gaan bezighouden met het controleeren van achterlichtjes en dergelijke, zou zij het doel, waarvoor zij is opgericht, nl. de beveiliging van de orde en de voedselvoorziening in Nederland en bovendien de bescherming van de Beweging, natuurlijk voorbijschieten.
Ondertussen ging het gewone leven door. Deze foto is genomen na de eerste mis van Henks jongere broer Martin. Henk in gewone kleren, natuurlijk. Hij was zijn werk als Landwachtkommandant net begonnen. Ook staande zijn jongere broer Ton, door hem een half jaar eerder uit een Berlijns werkkamp gehaald en nu actief of op het punt van actief in het verzet. Vader en moeder Van der Heijden waren verre van gelukkig met de politieke keuzes van hun zoon Henk, des te trotser waren ze op hun eerste zoon die priester werd - wat Henk eigenlijk had moeten worden. Een feestje dus waarbij welhaast zeker veel verzwegen werd.
Met zijn aanstelling tot Kommandant van de Landwacht van twee provincies ging Henk in de hiërarchie in één keer vele stappen omhoog: hij werd - wat heet - Stormbanleider. Dat is vanzelfsprekend een vertaling van Sturmbahnführer, een SS-rang die veelal vertaald wordt als majoor. En dat terwijl hij tot dan toe Untersturmführer ofwel Tweede Luitenant was, de laagste officiersrang. En nu was hij opeens zoiets als Majoor. Weliswaar zijn de Nederlandse en Duitse rangen niet goed vergelijkbaar maar toch, een flinke promotie was het.
Er is nog iets opmerkelijks aan deze naamgeving, namelijk dat het gebruik van termen als Stormban en Stormbanleider aangeeft hoe graag sommigen van de Landwacht een militaire organisatie in de trant van de SS wilden maken. Dit op zijn beurt suggereert weer de greep die de SS (Rauter) op de Landwacht had, althans probeerde te krijgen. Ook dat is weer een aanwijzing voor de lastige, zo niet onmogelijke positie waarin Mussert en de NSB zich met de oprichting van dit corps manoeuvreerden. Het bleek spoedig. Want de Landwacht kwam in toenemende mate inderdaad in de greep van Rauter en dat op zijn beurt leidde zelfs tot een breuk in de NSB, tussen Mussert en Van Geelkerken. Dat gebeurde in januari 1945. Henk was op dat moment al enkele maanden uit beeld en in het oosten van het land in een vergelijkbare zelfde machtsstrijd verwikkeld. In zijn geval ging die strijd met de boven hem geplaatste Landwachter (Frederic Louis) Rambonnet.
Begrafenis Tunnis Buursma
Tunnis Buursma (lid NSB en WA) werd doodgeschoten bij het arresteren van 'terrorist' Dirk de Ruijter. Met veel NSB-vertoon is Buursma ter aarde besteld. Tout 'fout Nederland' was erbij. Henk vanzelfsprekend ook. Buursma was zijn directe collega (Kommandant Landwacht) in Drenthe. Datum: 21/06/1944
Om precies half één vertrok de begrafenisstoet, onder groote belangstelling van de bevolking, voorafgegaan door trommelslagers en pijpers, van het sterfhuis... De lijkwagen, waarop de twee kisten naast elkaar geplaatst waren, gedekt met de zwart-roode vlag en bedolven onder de bloemen, geëscorteerd door tien leden van de Landwacht. eveneens met staalhelm op. Achter de baar liepen de Stafofficieren met voorop de Inspecteur-Generaal en de twee inspecteurs, waarachter de rijtuigen met familieleden van de gesneuvelde kameraden volgden.
Eenmaal op de begraafplaats werd gesproken, als eerste door Henk, 'Gewestelijk commandeur, kam, v. d. Heyden'.
'In zijn rede wees spreker erop, dat het gebeurde niet onverwacht gekomen was. 'Wie het zouden zijn, wordt echter niet door ons beslist, maar door een hoogere macht. Wij zien verder dan dit uur. Het doel alleen telt. Deze twee mannen zijn voor hun ideaal gevallen. Hun strijd echter zal door anderen voortgezet worden.' Zich tot de achtergebleven kinderen richtende zei kam. v. d. Heyden: 'De geest van den vader leeft voort in zyn kinderen. Jullie zullen voortbouwen aan het eens begonnen werk.
Er werden, zeker na D-Day en sterker nog na de invasies in september 44, nogal wat aanslagen op collaborateurs gepleegd. Vele mislukten, sommige hadden succes. Gevolg: Henk moest nogal eens naar een begrafenis - en sprak daar soms ook. Ook deed hij in verband met die aanslagen een aantal orders uitgaan. Zo ook in het geval van Martinus Elferink. Hij had zijn arrestant niet goed gefouilleerd en moest dat met de dood bekopen.
Een onvolledige lijst van aanslagen en liquidaties door het verzet is te vinden op Wikipedia, zo ook in het boek Recht op wraak.
Hierbij een passage uit Henks maandverslag over de maand juli (24-6 tot 26-7 1944), plus een verzoek van zijn hand om een oorkonde in het leven te roepen voor Landwachters die bij een aanslag gewond zijn geraakt.
De Geus onder studenten 07-08-1944