Henk en Henri hebben tot het moment dat beiden in Duindorp opgesloten zaten, niet erg goed gekend. Toch was Bruning voor Henk zoals voor zovelen van zijn generatie ontzettend belangrijk. Weinigen omschreven zo goed het ideaal van mensen als Henk als hij. Vandaar dat Henk Bruning in zijn testament uit de Meidagen een groot deel van zijn erfenis aan hem naliet.
Over Henri Bruning is op internet veel materiaal te vinden, dit vooral op de website van zijn zoon. Een meer afstandelijk en overzichtelijk verhaal vind je onder meer hier. En een kort curriculum staat hier.
Bruning nam in zijn bloemlezing van nationaalsocialistische poëzie Het gelaat der dichters een gedicht van Miep op. Later speelde hij ook een rol bij de publicatie van het Lied van de Mei. Brieven tussen Bruning en Miep of Henk heb ik in de nalatenschap niet gevonden. Dat verbaast, temeer omdat bijv. een man als Richard Fleischeuer met wie Miep zeer goed bevriend was, wel uitvoerig met Bruning correspondeerde. Henk kende Bruning al eerder, uit het Verdinaso onder meer, en zorgde er ook voor dat hij bijv. sprak op het door hem georganiseerde Vormingskamp in april 1942.
Hoewel ik in '33 op min of meer sentimentele grond lid van het Verdinaso was geworden, stond ik er na enige tijd met volle overtuiging achter. Het Verdinaso was geen van elders overgewaaid import-"fascisme", maar een oorspronkelijke schepping, een geheel eigen strijd en uit de eigen historie van de Lage Landen voortgekomen. Bij deze strijd was ik - anders dan bij buitenlandse omwentelingen - persoonlijk betrokken.