Ergens half april komt Henk bij zijn eerste gevangenkamp. Het werd het begin van een lange reeks die met onderbreking uiteindelijk meer dan acht jaar duurde. Hieronder wat meer info over die Engelse kampen, en enkele relevante documenten. Henk bleef in België tot begin november 1945. Toen werd hij overgeplaatst naar Den Helder. Van die overplaatsing maakte hij een uitvoerig en fascinerend verslag. Het staat op een aparte pagina.
Geallieerde kampen in België. Portret van Henk gemaakt door een medegevangene, april 1945. Hij werd wel vaker getekend, geen idee waarom. Goeie kop? Vond hij 't leuk?
Heel veel onderzoek naar de geallieerde POW-kampen is er in vergelijking met dat naar andere (conentratie- e.d.) kampen niet. Toch is er al met al meer dan genoeg te vinden.
Zoals tegenwoordig altijd kan je zelfs al op Wikipedia heel wat betrouwbare informatie vinden. Je moet dan wel in verschillende talen (Eng., Du. & Frans) zoeken. Bijv:
https://www.wikiwand.com/de/Kriegsgefangene_des_Zweiten_Weltkrieges
https://www.wikiwand.com/en/List_of_prisoner-of-war_camps_in_Allied-occupied_Germany
https://www.wikiwand.com/fr/Camp_de_prisonniers_de_guerre_allemands_en_Belgique
Recentelijk heeft vooral Bob Moore met enkele anderen goede, algemene overzichten gemaakt, met name in een hoofdstuk in Prisoners of War, Europe 1939-1945.
Over Belgische kampen in het bijzonder is niet veel te vinden.
Over Jabbeke schreef Luck Packo (Jabbeke 1940-1947, z.p. z.j. uitg. Emiel Decock), over Overijse-Terlanen G. Debecker (Het Duitse Krijgsgevangenenkamp nummer 2228 van Overijse-Terlanen, Overijse Eigen Beheer 1984). Ook in de DB (nr. 19) staat een en ander.
Engelse kampen in België + aantallen, gegevens afkomstig uit een verslag d.d. 19 juli 1945 van het HQ van de 21st Army Group. Henk zat op dat moment in het als tweede genoemde kamp en was dus één van 17.159 gevangenen.
Het eerste kaartje van Henk, 16 april 1945.
Achterkant van dat eerste kaartje
Latere kaartjes zagen er net een beetje anders uit
In mijn opwinding heb ik het onnoozele [eerste] kaartje gekust en gekust en dan heb ik het als een schat in driftige haast op mijn borst verborgen. Maar toen ik bedacht dat het vol melkvlekken zou komen heb ik het weer tevoorschijn gehaald en nu staat het in een lijstje achter zijn portret. Het is heusch zijn naam en zijn handschrift. Het is als een brief uit Rusland. Even ben je echt gelukkig.
Geallieerde kampen voor krijgsgevangenen werden meteen na D-Day ingericht. Het kon niet anders. Iedereen laten lopen was vanzelfsprekend geen optie. Iedereen naar de andere kant van het Kanaal (of de Oceaan) transporteren evenmin. Geen krijgsgevangenen maken en dus doen waarmee Henk in eerste instantie ook bedreigd werd (executie), spoorde niet met de westerse moraal - hoewel de Geallieerden meer oorlogsmisdaden hebben begaan dan het collectief geheugen weten wil. En dus zat er niets anders op dan overal in Frankrijk, België en elders kampen inrichten. In België gebeurde dat op tien locaties. Acht daarvan waren in Engelse, twee in Amerikaanse handen. Op het moment dat Henk arriveerde, zaten in die kampen al duizenden krijgsgevangenen. Precieze cijfers met betrekking tot het moment van Henks aankomst in Overijse, half april 1945, heb ik niet kunnen vinden. Wel van twee maanden later. Toen zaten er een kleine 200.000 Duitse gevangenen in de Engelse kampen op Belgisch grondgebied, 182 duizend 517 om precies te zijn. Het was slechts een fractie van het totale aantal Duitse en andere nationaalsocialistische krijgsgevangenen dat in het voorjaar en de zomer van 1945 in geallieerde gevangenschap verbleef. Hoewel het ook daarvan moeilijk is precieze cijfers te geven, zijn er wel om-en-nabij-cijfers: die lopen tegen de 3 miljoen, alleen in Noordwest-Europa. Het grootste aantal daarvan werd gevangen genomen in dezelfde maand dat Henk zich overgaf: april. Het aantal gevangen zou op dat moment gemiddeld met zo'n 50.000 toenemen, per dag.
Het kamp waar Henk in eerste instantie terechtkwam, POW (Prisoner of War) Camp nr. 2228,
wordt nu eens Overijse, dan weer Terlanen genoemd. Dat is begrijpelijk. Het lag ongeveer halverwege de twee dorpen in een niemandsland dat ter plekke Terlanenveld werd genoemd. Kort vóór de oorlog waren voor dit veld grootse plannen ontworpen: een motorcircuit, een sportpark, kampeerterreinen. Het kwam er allemaal niet van. Het enige dat er kwam was een betonbaan, door de gemeente alvast aangelegd voor betere tijden. Het zullen die betonbaan plus de afgelegenheid zijn geweest die het Terlanenveld als gevangenenkamp buitengewoon geschikt maakte. Het besluit hiertoe werd eind maart (1945) genomen. Henk arriveerde rond 15 april. Gereed kon het kamp op dat moment dus nog niet zijn. De basisstructuur was er echter al wel.
POW Camp 2228 lag aan beide zijden van de betonweg. Je betrad het via een slagboom, een dubbele omheining van prikkeldraad tussen wachttorens en daarbinnen zogenoemde 'binnenkampen' (compounds), tien aan beide zijden, twintig in totaal dus. Elk binnenkamp was nog eens afzonderlijk omheind. Enkele binnenkampen hadden een bijzondere inrichting. In een ervan was de bakkerij gevestigd. Daar verbleef aanvankelijk ook het personeel van het kamp, veelal jonge Belgen. Een andere compound diende als speciale gevangenis. Elders lagen nog een paradeplein, een ziekenhuis, een kapel en verschenen op den duur ook de barakken waarin het personeel huisde. De officieren waren overigens Engels, het geheel stond onder leiding van een zekere kolonel D.L. King.
De twintig binnenkampen waren ingericht met tenten die ter bescherming tegen de kou een stukje ingegraven waren. In iedere tent, aldus een inspecteur van het Rode Kruis die het kamp in september 1945 bezocht, sliepen tussen de 4 en 7 mannen. Eenieder beschikte over twee dekens. Verder had men her en der schuilplekken ingericht, dat wil zeggen tentdoek gespannen boven een gat in de grond zodat de gevangenen ook overdag enigszins tegen regen en zon beschut werden.
Wat het eten betreft: op de dag van de Rode Kruis-inspectie - overigens zat Henk op dat moment alweer ergens anders - kregen de kleine 40 duizend (38.690) gevangenen 's middags groentesoep met gehakt en 's avonds havermoutpap. Brood werd in de eigen bakkerij gebakken, blijkbaar in overvloed: per dag kwamen er zo'n 30.000 broden van een kilo uit de oven, de productie kon eventueel opgeschroefd worden naar 44.000 broden. Wel enigszins problematisch was de watervoorziening. Die moest elke dag gedurende enkele uren afgesloten worden. Maar een groot reservoir was in de maak.
Wat betreft de kleding was er vooral gebrek aan ondergoed en sokken. Schoenen daarentegen waren er voldoende. Er was zelfs een schoenmakerij maar die had wel weer gebrek aan materiaal.
Het ziekenhuisje van het kamp bestond uit 21 houten gebouwtjes waarvan er drie gebruikt werden als kantoor, bezoekersruimte, douches, opslag en nog zo wat. Bleven er 18 over. Daarin lagen op het moment van inspectie, september 45 dus, 419 zieken. De ernstigste zieken werden naar Brussel gebracht, naar het British General Hospital nr. 3.
Een van de barakken van het ziekenhuis diende als tandkliniek. De tandartsen van het kamp hadden het ontzettend druk. Hun drie stoelen waren permanent bezet, van de vroege ochtend tot de late avond. Ook vanhier werden moeilijke gevallen naar Brussel gestuurd. Idem dito waar het mensen met oogproblemen betrof.
In de geallieerde gevangenenkampen werd 'de geest' niet vergeten. Zo werd Overijse regelmatig bezocht door priesters en dominees. Zij namen Bijbels, muziekinstrumenten en ontspanningslectuur mee. Dit gebeurde in nauw overleg met de YMCA, de sinds lang bestaande internationale oecumenisch-christelijke jeugdorganisatie die ook de bibliotheek van het kamp beheerde. Helaas bezat die slechts een paar honderd boeken, veel te weinig voor 40.000 man. Ook was er gebrek aan pennen en schriften. Verder beschikte elke compound nog over een voetbalveld. En dat terwijl voetballen verboden was: de schoenen dienden gespaard te worden.
Tot slot het werk: het was de gevangenen niet toegestaan buiten het kamp aan de slag te gaan, tenzij zij zich meldden voor de mijnen. Wie dat niet deed, werd binnen het kamp tewerkgesteld. Vooral met het zicht op de winter moest daar heel wat gebeuren: wegen aangelegd, waterafvoer gegraven, barakken gebouwd. Dergelijk werk was overigens niet verplicht.
Henk zat gevangen met een aantal Italianen en deed, hem te doen gebruikelijk, al het mogelijke daar 't beste uit te halen: hij volgde lessen Italiaans. Het zou hem later nog van pas komen, om te beginnen bij de vertaling die hij, nog in gevangenschap, van Il Principe van Machiavelli maakte. Hierbij, in het Italiaans, een gebed voor de vrijlating van gevangenen & een plaatje met tekst uit een schriftje.
Een restant van het Terlanenveld, je kan er tegenwoordig een wandeling maken, vandaar het informatiebord
De tekening is afkomstig uit het schrift van Henk, de herinnering staat in het boek van Luck Packo (zie hierboven).
Ook met de Hongaren had Henk intensief contact. Van hen leerde hij motieven tekenen.
Op 7 juli 1945 begint Henk in Kamp Vilvoorde aan een brief aan zijn nog geen 4 maanden oude dochter. Het wordt een kriegelig geheel en een van de vele van Henks pogingen de omgeving uit te leggen waarom hij gedaan had wat hij gedaan had & waarom er gebeurd was wat er gebeurd was. Het was en is allemaal tevergeefs geweest. Niemand heeft het ooit begrepen, niemand heeft 't geloofd. Opmerkelijk is overigens wel dat juist Saskia, ondanks alles, juist een van de weinigen is geweest die Henk tot op zekere hoogte wel begreep.
In de brief vertelt Henk overigens ook over het moment dat Saskia verwekt & geboren werd.
Geen wonder dat de oudste zoon Christofoor genoemd werd :)
Spoedig nadat Henk zijn brief geschreven had, schreef hij hem over, nu leesbaar en in een schrift met de titel Mijn krijgsgevangenschap. Tussen de tekst plakte hij mooie plaatjes met Hongaarse motieven, gekregen van mede-gevangenen.
De overgeschreven tekst verluchtte Henk met Hongaarse motieven, 'gekregen' van mede-gevangenen.
Achtereenvolgens: een verklaring c.q. apologie, de geboorte en de naamgeving. Aan het begin van dit deel over de brief aan Saskia staat ook nog de tekst over de 'verwekking' in Wassenaar.