Miep was een veelbelovend schrijfster. Al op heel jonge leeftijd won ze een paar literaire prijzen. Haar eerste novelle, Alléén geluk, werd door de critici weliswaar zweverig maar ook veelbelovend gevonden. Het werk dat ze vervolgens, tijdens de oorlog, publiceerde, werd onwillekeurig onderdeel van een politieke strijd - ook al was het in de meeste gevallen niet politiek. Alleen al hierdoor raakte Mieps literaire carrière in het slop.
Na de oorlog probeerde ze nog twee maal de draad op te pakken, eerst met een kinderboek (1952), daarna met wat het haar eerste echte grote roman zou moeten zijn, De honger van ons hart uit 1954. Het kinderboek was in kleine kring wel een succesje. De honger van ons hart, een echte katholieke roman, mislukte vooral omdat het verscheen op een moment dat er aan katholieke romans geen behoefte meer was. De beslommeringen van het dagelijks bestaan deden de rest. Miep bleef heel haar leven schrijven maar van publiceren kwam nog maar zelden iets terecht.
Voor een overzicht van Mieps geschriften, zie de bibliografie die hieronder staat. Op deze website zijn er afzonderlijke pagina's te vinden over:
Als ik het niet opschrijf, zal het volgend jaar vergeten zijn. 1982 is een slecht jaar geweest, omdat ik de pieken van verdriet onthouden heb en bij het afscheid nemen heel veel sterretjes en zonnen vergeten scheen te zijn.
Ik wou dat een van de jongens fietsenmaker was en dat ik er gewoon naartoe kon gaan en dan kwam in een gewoon gelukkig gezin.*
Als ik het verdriet niet meer uit kan houden zal ik ziek worden en doodgaan. Als dat niet gebeurt, betekent het dat ik het verdriet uit kan houden of dat er een toekomst is, dat het nog ooit beter wordt.
Ik schrijf niet wat er in mij en met mij gebeurt, alleen wat er gebeurt om mee heen. De huid is niet poreus. Noli me tangere [raak me niet aan]. Zo zal het blijven. En waar ik toch word aangeraakt, vertel ik niet.
(verspreide snippers op een paar velletjes, begonnen als een soort memorie van het jaar maar niet doorgezet)
* twee, zo niet drie van de zonen van Miep, ondergetekende voorop, hadden in 1982 liefdesverdriet. Zo ook de jonge vrouwen die dat verdriet betrof. Miep zag hen vooral als verantwoordelijk. In mijn geval is dat terecht.
1934, febr. 'Muizenklacht', in: Knoppen. Schoolblad van het R.K. Lyceum voor Meisjes, jrg. 14 nr 2.
1934, apr. 'Het vogelnestje', in: idem, nr. 5
1934, nov. 'De jonge Koekoek', in: idem nr. 9
1935, febr. 'Het kereltje in de kast', in: idem jrg. 15, nr 2
1936, juli. 'Op de Veluwe', in: idem jrg 16 nr. 6
1937, jan. ‘Ik ben een goudsbloem’, in: Canteclaer. Bekroond
1937, mei. ‘Aan de merel', in: Canteclaer. Bekroond
1938, sept. 'Het lied van de merel', in: Contact, Maandblad voor de Nederlandse Jeugd. Bekroond
1939, okt. Deel in Wat zegt de jeugd ervan?, gedeeltelijke overlapping met Alleen geluk, p. 57 e.v. Zie ook daar. Kritieken, zie hier
z.j. [sept 1940] Alléén geluk. Utrecht, Het Spectrum, 127 p
1940, april. 'Chanson triste' (gedicht), in: Aristo
1940, okt. 'Storm over Holland' (gedicht), in: De Weg. Weekblad van Nationaal Front
1940, nov. 'Frankrijk' (gedicht), in: Aristo
'Zee' en 'Avond in kinderland', in: Nederland. Nationaal Maandblad van resp. 1 nov 1940 en 1 dec. 1941
1941, 8 jan. 'Waar de dagbladpersen voor gebruikt worden' [polemiekje rond Jan Engelman en Albert Kuyle], in: Nederlandsch Dagblad. Orgaan van het Nationaal Front
1941, febr. 'Herinnering' (gedicht), in: Aristo
1941, mrt. 'Wachten' (gedicht), in: Aristo
1941, mei Het Wilhelmus, in: De Branding
1941, mei Hoop op de oogst, O Nederland (gedicht), in: De Branding
1941, mei Landschap (gedicht), in: De Branding
1941, nov. 'Matrozenlied', in: Studentenfront jrg 1941-1942 nr 12
1942, febr/maart Studentenfront Volksche Letterkunde
1942, mei (?), 'Een jaar Stormsters-Kaderschool', in: De Stormmeeuw. Orgaan van de Nationale Jeugdstorm, jrg 8, afl 5 (1942), p. 146-147
1942, 'Lied van de Dietsche meisjes' (gedicht), in: Studentenfront 22 (juli 1942)
1942, juli, 'Iets over Duitsche soldaten', in: Dienst, Stormsterkaderblad van den Nationale Jeugdstorm, jrg 1 nr. 11 Hooimaand 1942
1942, sept, 'De nieuwe lichamelijke opvoeding voor het meisje', in: De Stormmeeuw. Orgaan van de Nationale Jeugdstorm, jrg 8, afl 7 (1942), p. 197
1942, sept, ' De jeugd van het nieuwe Europa. Pilar Primo de Rivera, de Leidster van de vrouwelijke Spaansche jeugd', in: De Stormmeeuw. Orgaan van de Nationale Jeugdstorm, jrg 8, afl 7 (1942), p. 213 en 216
1942, sept, 'Brieven uit Italië' (niet gesigneerd deel van een langer verslag), in: De Stormmeeuw. Orgaan van de Nationale Jeugdstorm, jrg 8, afl 7 (1942), 237-243. Zie ook hier
1942, sept, 'Dansen op den Paaschheuvel' (niet gesigneerd artikel), in: De Stormmeeuw. Orgaan van de Nationale Jeugdstorm, jrg 8, afl 7 (1942), 283-285
1942, 'De Schatbewaarder en de Erfgenaam' (verhaaltje), in: Almanak van het Nationaal-Socialistisch Studentenfront, p. 132-138
1942, Vrijwilligerslegioen, in Studentenfront juli of aug. Later (1944) ook in Gelaat der dichters
1943 Almanak Std Fron,t Aan de gesneuvelden en meer gedichten
1943, febr, 'Jeugd en boek in Nederland', in: De Schouw, nr 2 (febr 1943), afl 2, p. 84-89
1943, mei, 'Naar Oostland' (gedicht), in: De Schouw van 15-5-1943
1943, Recensie van boek De jeugd van Tijl Uilenspiegel, in: De Schouw van 15-6-1943
1944, febr: Recensie van boek van Hermann Löns, in: De Schouw van 15-2-1944 (onder de naam Miep van der Heyden)
1944, mrt: Recensie van boek van Franz Tumler, in: De Schouw van 15-3-1944 (Miep van der Heyden)
1944, Aan de gesneuvelden (gedicht), in Opvoeding in volkschen geest. Maandblad van het Opvoedersgilde, jrg 4, 1944, no. 1,
1944: Vertaling van twee boeken van Leopold Weber. Asgard. Het verblijf der goden en Midgard
1947: Rond het kind (kerstgeschenk Oostpriesterhulp, een van de gedichten gaat over de geboorte van Mieps eersteling, Saskia)
1949: Het lied van de mei, verlucht met pentekeningen van Max Reneman. Sleutelbloemreeks van De Koepel, 36 pp
1949: Sneeuw op de toren (in Worldcat, Fontein 1949, bij Saskia, hierin staat een gedicht van Marie)
1952: Kaarsjes voor Kerstmis
1954: De honger van ons hart
Z.j.: Feo (bij Saskia)
1986: Tweede Ronde, Gustavo Adolfo Bécquer, Twee gedichten. Vert.: Miep van der Velde, pp. 144-145, ‘Ik deed de lamp opzij en ik ging zitten’ p. 144, ‘Ze komen terug, de donkere zwaluwen’ p. 145
1991 : Rosalia de Castro, in: Surplus jrg 5 nr 4 zomer 1991