Passage uit Over de rand laait vuur
De gedachte van een Groot Nederland was een droom die in kleine kring eeuwenlang gekoesterd was en zo nu en dan nieuw leven ingeblazen werd. In laatste instantie ging het ideaal terug tot de tijd van Karel de Grote, de negende eeuw, toen Europa in drieën werd gedeeld: het oosten (het latere Duitsland), het westen (het latere Frankrijk) en daartussen een Middenrijk dat liep van Friesland tot diep in Italië en naar zijn eerste keizer ook wel Lotharingen werd genoemd. Dit rijk heeft niet lang bestaan. Na de dood van Lotharius in het jaar 855 werd het verdeeld onder zijn zonen en vervolgens nog verder opgesplitst. Maar aan het eind van de middeleeuwen kende het een opleving in een rijk dat liep van Midden-Frankrijk tot Friesland: het beroemde en vaak betreurde Bourgondië. Het Nederlandse deel hiervan viel in de loop van de zestiende en zeventiende eeuw nog verder uit elkaar, in het latere Nederland, België, Luxemburg en nog wat stukjes Frankrijk en Duitsland. Het Franse deel ging op in Frankrijk. Maar de droom van een Middenrijk in grote of kleinere vorm bleef bestaan en beleefde in de eerste decennia van de twintigste eeuw zelfs een zoveelste opleving.
Over Groot-Nederland en de Groot-Nederlandse gedachte zijn in het Nederland van de twintigste eeuw vooral bekend geworden door de inzet van de Utrechtse historicus Pieter Geyl, in het bijzonder door diens Geschiedenis van de Nederlandse stam. Een kader wordt geschetst in Ivo Schöffer, Het nationaal-socialistische beeld van de geschiedenis der Nederlanden.
Een overzichtsartikel vind je hier. (staat ook hieronder). Zo ook een goed artikel van Bruno De Wever, met daarin vooral een duidelijk onderscheid tussen de verschillende vormen van Groot-Neerlandisme. De variant waar Henk voor stond, was verwant aan het fascisme, die van Geyl zeker niet.
Henks latere voorliefde voor de 17 Provinciën is onmiskenbaar verwant aan zijn eerdere politieke voorkeur.
Niet onbelangrijk overigens is dat ook Mussert, zeker aan het begin van de oorlog, de verwezenlijking van een Groot Nederland (Dietsland) voor zich zag en dat het precies dit idee was wat hem scheidde van Hitler, Seyss-Inquart en Nederlandse aanhangers van de politieke SS, in het bijzonder Rost van Tonningen en Feldmeijer. Zie hierover hier en hier. Voor wat beschouwingen over een Groot Nederland in de zomer van 1940, zie hieronder.
Nederlandse media maakten zich in en rond de zomer van 1940 behoorlijk druk over een lonkend vergezicht: een herverdeling van Europa maar daarbij het perspectief op een Groot Nederland van Terschelling tot Kales