Henk heeft niet alleen vele malen over zijn doen en denken tijdens de oorlog geschreven, daarnaar is ook uitvoerig onderzoek gedaan én, meestal naar aanleiding daarvan, door anderen geschreven. Over dat onderzoek en die getuigenissen gaat deze pagina.
Van de eerste onderzoeken naar Henks doen en laten, door de Canadezen, zijn geen verslagen bewaard gebleven. Ik heb ze althans niet kunnen vinden. Van het Nederlands onderzoek daarentegen is veel materiaal bewaard gebleven. Een overzicht staat hieronder.
Ook op het CABR is over Henk veel materiaal te vinden - over Miep veel en veel minder. Ook dat wordt hieronder opgesomd.
Henk is, afgezien van door de Canadezen, vijf keer verhoord:
het eerste verhoor vond plaats op 28 januari 1946 in Alkmaar (Fort Erfprins). Daarvan is een kort verslag bewaard is gebleven. Staat hieronder
het tweede verhoor vond plaats in Leiden, begin 46. Het verslag daarvan is onvindbaar of niet gemaakt, het wordt ook niet genoemd in het uitgebreide verslag van aug. 1949 (nr 5). Wel verslag van Henk in brief aan Miep, staat hieronder
het derde verhoor werd gedaan door de Politieke Recherche (PRA) van Den Haag en vond plaats in sept 1946. Daarvan is een verslag bewaard gebleven
een onderzoek door de politie van Leiden tijdens Henks onderduik, mei 1948. Een aantal getuigen (hospita Van Goyenkade, Van Geelkerken en een van Henks ondergeschikten bij de Landwacht) werd gehoord. Bewaard.
een zeer uitvoerig onderzoek, met gebruikmaking van nr 2 en 3, in aug. 1949 op het hoofdbureau van politie in Den Haag, getekend en ondertekend enkele dagen later. Fragmenten staan hieronder
Op het CABR (Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging, 2.09.09) zijn over hem de volgende dossiers te vinden:
Politieke Recherche Afdeling (PRA) Alkmaar, dossiernummer 12033, inventarisnummer 85316
Politieke Recherche Afdeling (PRA) Den Haag, dossiernummer 10582, inventarisnummer 90012
Politieke Recherche Afdeling (PRA) Den Haag, dossiernummer 6752/1a/45, inventarisnummer 102885
Politieke Recherche Afdeling (PRA) Den Haag, dossiernummer 7610/VII/47, inventarisnummer 104505
Politieke Recherche Afdeling (PRA) Den Haag, dossiernummer 20/108/VII/47, inventarisnummer 103995
Bijzondere Strafkamer (BS) Den Haag, dossiernummer 65, inventarisnummer 74115
Op 10 sept werd Henk uit Fort Erfprins weggehaald en naar Den Haag gebracht, opgesloten in de kelders van de PRA, Lange Voorhout 13. Hij bleef daar niet meer dan een paar dagen. Vandaar ging hij naar Duindorp.
Oproep in Trouw 29-8-46 en proces-verbaal sept 46. Ook in De Nieuwe Nederlander van twee dageb later werd een oproep gedaan (zie fragment brief Henk d.d. 3-9, dus nog vanuit Erfprins)
‘Die kelders (soort sous-terrains) zijn langzamerhand beroemd geworden of liever berucht bij de pol.del. [politieke delinquenten] van den Haag,’ schrijft Henk in een brief aan Miep over zijn verblijf en verhoor in Den Haag, sept. 46. Die brief schreef hij op 23 sept. vanuit Duindorp.
Enfin, vandaar uit werd ik zo nu en dan verhoord. Ze hadden eerst n.a.v. die advertentie in de krant een groote uitgebreide aanklacht tegen mij waarvan na confrontatie niets bleek te deugen. Daarna bleef er weer niets anders over dan de bekende artikelen die allemaal in den vorm van groote fotocopieën in mijn dossier zaten, een paar uittreksels uit Engelse kranten, een van mijn toespraken over de l.w. [landwacht] voor de politie, waarin niets bezwarends staat en een van mijn besprekingen in Vova [Volk en Vaderland] van een brochure van prof Schrieke over het Landoorlogreglement eveneens zonder eenige mogelijkheid om er menschelijk venijn uit te zeggen. Verder liggen er enkele kennelijk onderschepte brieven uit Rusland in en nog enkele documenten en brieven over mij die ook hoogstens verlichtend kunnen werken. Alles bijeen een groot dossier dat in Den Haag was bijeengebracht op grond van de foutieve veronderstelling dat ik in de Amaliastraat woonachtig was. Dit Haagsche dossier gaat nu na afsluiting naar Leiden waar dan alles tot een geheel wordt samengevoegd. Ik geloof niet dat mijn zaak voorlopig zal voorkomen. Daar ziet het in elk geval helemaal niet naar uit.
De PRA Den Haag zette vanaf de zomer van 46 heel wat oproepen in de krant
zie daarvoor deze plek
Zoals in het boek verteld wordt, nam mijn grootvader, Henks vader, spoedig na Henks terugkeer naar Nederland een advocaat in de hand. Dat werd mr. H(endrik) van Krimpen van het Amsterdamse kantoor Van Krimpen, Roelse en Wieringa. Hij was zijn naam welhaast zeker tegengekomen in de plaatselijke krant of een van zijn kopbladen.
Hierbij een keur uit de correspondentie met Van Krimpen, tot aan Henks ontsnapping. Meer is te vinden in de documentatie van na de zomer van 49.