Hiernaast het voorwoord van Albert Kuyle, Louis Kuitenbrouwer, bij Mieps eersteling, Alléén geluk! Kuyle werkte op dat moment bij Het Spectrum. Hij was het ook die Miep de eerste exemplaren van het boek stuurde en een lyrisch briefje terugkreeg. Fragmenten van beide brieven staan hieronder, ze zijn in hun geheel te vinden in het archief van het (nu nog) Haags Literatuurmuseum (K 00967 Kuitenbrouwer, L.M.A.).
Sinds de publicatie van Alléén geluk! hebben Miep, Kuyle en zijn vrouw Magda elkaar niet meer uit het oog verloren. Kuyle stierf in 1958 maar Magda leefde tot 1991. Voor ons was zijn altijd tante Magda en omdat zij net als wij in Bilthoven woonde, was er relatief veel contact. Ik maakte ooit nog 's een radioprogramma over Kuyle en sprak daartoe met haar. Dat leverde gedoe op, zie ook Over de rand laait vuur p. 332.
Hieronder nog wat fragmenten uit brieven. Materiaal over Kuyle is verder relatief eenvoudig te vinden, onder meer in de DBNL.
Kuyle en Magda, geschilderd door resp. Magda's vader Otto van Rees en Hendrik Wiegersma.
Over de familie is veel literatuur te vinden, Kuyle is grotendeels vergeten maar zal nog wel 's herontdekt worden. Hij was zonder twijfel een briljant stilist
Verstandige woorden over Kuyle m.b.t. de publicatie van het Lied van de Mei. Verder een brief mbt de bemoeienis van Kuyle met Kaarsjes voor Kerstmis.
Over de rand laait vuur 332:
Najaar 1986 maakte ik voor het kro-radioprogramma Spektakel een serie over foute schrijvers. Een van degenen die ik daarin portretteerde was de man die het voorwoord van Mieps prozadebuut had geschreven: Albert Kuyle. Daartoe interviewde ik ook zijn vrouw, bij ons bekend als tante Magda. Zij zegde toe maar raakte nadien toch redelijk in paniek. Mijn moeder begreep dat, temeer omdat zij meende dat ik veel te simplistisch oordeelde. Tot op zekere hoogte klopt dat, denk ik.
Hieronder een fragment uit de brief die mijn moeder mij over dat programma schreef, tevens haar antwoord op mijn vraag wat voor een man Kuyle 'eigenlijk' was.