Pyrimidine-antagonisten

Werkingsmechanisme

De pyrimidine-antagonisten:

  • remmen na intracellulaire omzetting de synthese van essentiële precursors van DNA (fluoropyrimidinen: 5-fluoro-uracil, capecitabine en tegafur). Hierdoor verstoort de vorming van nieuw DNA (nodig voor de celdeling);

  • veroorzaken na intracellulaire omzetting én incorporatie in het DNA en RNA, DNA-breuken en ontregeling van de eiwitsynthese. Dit leidt tot celdood (fluoropyrimidinen);

  • remmen na intracellulaire omzetting én incorporatie in het DNA het enzym methyltransferase (cytidine-analoga: azacitidine, decitabine). Dit leidt tot demethylering van het DNA met als gevolg apoptose;

  • remmen na intracellulaire omzetting én incorporatie in het DNA het enzym DNA polymerase (cytidine-analoga: cytarabine, gemcitabine). Dit verstoort de DNA-synthese en herstel van DNA-breuken, met als gevolg apoptose.


Bekende bijwerkingen

  • gastro-intestinale intolerantie of toxiciteit, zoals misselijkheid, braken, diarree, anorexie; soms ook ernstige bijwerkingen zoals stomatitis of mucositis;

  • beenmergdepressie, leidend tot anemie, neutropenie, trombocytopenie en/of leukopenie met meer kans op (opportunistische) infecties en bloedingen;

  • huidafwijkingen, zoals huiduitslag, jeuk, droge huid, hyperpigmentatie van de huid, hand-voetsyndroom of alopecia (niet gemeld bij decitabine); ook ernstige huidreacties zoals Stevens-Johnsonsyndroom en toxische epidermale necrolyse zijn gemeld;

  • oculaire bijwerkingen (vaak bij azacitidine, cytarabine en soms bij 5-fluoro-uracil).

Geneesmiddelenoverzicht pyrimidine-antagonisten