Heparine geinduceerde trombocytopenie
Heparine geinduceerde trombocytopenie
Type I: niet-immuun gemedieerd, mild verloop en spontaan herstel ondanks continueren heparine
Type II: immuun-gemedieerde HIT
5-10dg na start heparine (vaker bij ongefractioneerde heparine vs LMWH, en vaker bij chirurgische ptn)
>50% daling trombocytengetal
agv antilichaam gemedieerde trombocytactivatie (via PF4/heparine complex)
trombo-embolische complicatie
Platelet factor (PF) 4/heparine complex
Platelet factor 4 (PF4) bindt circulerend (ongefractioneerde/LMW) heparine, wat leidt tot een PF4/heparine complex. Heparine-geinduceerde antistoffen (type IgG, ook wel HIT-IgG auto-AS genoemd) kunnen vervolgens dit PF4/heparine complex herkennen. Deze interactie leidt tot verdere trombocyt activatie en trombine generatie; met als gevolg een verhoogde afbraak van de geactiveerde trombocyten alsmede verhoogd trombo-embolisch risico.