Bleomycine

Werkingsmechanisme

Oncolytisch antibioticum, geïsoleerd uit Streptomyces verticillus. Bleomycine induceert, door intercalatie in het DNA, enkelstrengs- en dubbelstrengsbreuken van het DNA, waardoor celdeling, groei en DNA-synthese in de tumorcellen worden geremd. Beïnvloedt in mindere mate ook de RNA- en eiwitsynthese. Cellen in de G2– en de M–fase van de celcyclus zijn het meest gevoelig. Verder hebben plaveiselcellen door hun geringe gehalte aan bleomycinehydrolase een hoge gevoeligheid voor bleomycine. Ook reageren hoger gedifferentieerde tumoren meestal beter op bleomycine dan anaplastische tumoren.

Achtergrond

Bleomycine wordt gebruikt bij de behandeling van het Hodgkin lymfoom en kan ernstige longtoxiciteit veroorzaken ("bleo-long"; incidentie 2-4%).

Er zijn een aantal factoren dat geassocieerd is met een verhoogd risico op bleomycine-toxiciteit:

  • de cumulatieve dosis bleomycine: maximaal 450 Units

  • leeftijd > 70 jaar

  • roken

  • nierinsufficiëntie

  • radiotherapie op de thorax

Mogelijk een verhoogde kans op bleomycine toxiciteit bij:

  • zuurstoftoediening

  • behandeling met G-CSF

Voorafgaand aan de behandeling dient bij iedere patiënt de longfunctie bepaald te worden met een diffusie capaciteit. Bij een afwijkende uitgangslongfunctie dient overlegd te worden met een longarts of bleomycine gecontraïndiceerd is. Alle patiënten met een bekende longziekte dan wel gestoorde longfunctie dienen met de longarts besproken te worden. Of een dergelijke patiënt bleomycine kan krijgen is een individuele afweging die in het behandelteam genomen wordt.

Voorafgaand aan iedere kuur dient anamnestisch toxiciteit van bleomycine (dyspnoe, hoesten) beoordeeld te worden. Bij aanwijzing voor bleomycine-toxiciteit dient het longfunctieonderzoek te worden herhaald voordat opnieuw bleomycine gegeven wordt.

Daarnaast geeft bleomycine bij 50% van de patiënten een koortsreactie. Om dit te voorkomen wordt voorafgaand aan de bleomycine 100 mg hydrocortison toegediend.

G-CSF: in de literatuur wordt gesuggereerd dat het toedienen van G-CSF een verhoogde kans geeft op het ontstaan van een bleo-long. Dit blijkt evenwel niet uit grote internationale Hodgkinstudies. Op grond hiervan is G-CSF niet gecontraïndiceerd maar dient toediening hiervan wel zorgvuldig overwogen te worden.

Vuistregels:

  1. Voor start bleomycine eerst longfunctie met diffusie capaciteit vaststellen

  2. Voor iedere gift anamnestisch longfunctie uitvragen (hoesten, dyspnoe)


Afkorting: B

Bekende schema's:

  • in HL: ABVD, esc BEACOPP