Methotrexaat

Methotrexaat is een antimetaboliet met sterke effecten op de hematopoetische capaciteit bij langdurig gebruik of hoge doseringen. In de hematologie wordt MTX veelal gebruikt bij de behandeling van ALL en patiënten met intracerebrale lokalisatie van een non Hodgkin lymfoom of bij de behandeling van het Burkitt lymfoom. Lage dosis MTX wordt gegeven intrathecaal als profylaxe en/of behandeling van CZS lokalisatie. Hoge dosis MTX wordt 24-36 uur na toediening gecoupeerd met folinezuur (rescuvolin). Hierbij dient het protocol (tijdstip van rescue) en de MTX spiegels tezamen met de nierfunctie nauwgezet vervolgd te worden om toxiciteit te voorkomen. Protonpomp remmer en cotrimoxazol mogen niet samen met MTX gegeven worden. Verder is van belang te realiseren dat MTX een andere farmacodynamiek heeft in derde ruimtes zoals pleuravocht en ascites. Patienten met pleuravocht of ascites mogen geen hoge dosis MTX krijgen of het pas krijgen als dit geheel is gedraineerd.

Vuistregels:

  1. MTX niet combineren met protonpomp remmers of cotrimoxazol

  2. Geen hoge dosis MTX bij pleuravocht en/of ascites (derde ruimte)

  3. Methotrexaatspiegels en folinezuur rescue nauwgezet afspreken

  4. Zowel MTX plasmaspiegels als nierfunctie dagelijks controleren bij hoge dosis MTX


Werkingsmechanisme

Foliumzuurantagonist met cytostatisch effect (antimetaboliet). Remt de omzetting van foliumzuur tot tetrahydrofoliumzuur, omdat methotrexaat een hogere affiniteit heeft voor het enzym dihydrofolaatreductase dan het natuurlijke substraat foliumzuur. De omzetting is een essentiële stap bij de synthese van nucleïnezuren en bij de celdeling. Methotrexaat remt hiermee de DNA-synthese en de vorming van nieuwe cellen. In hoge concentraties verhindert methotrexaat ook de folaatinstroom in de cel. Actief prolifererende weefsels (bv. maligne cellen, beenmerg, epitheel en mond- en darmslijmvlies) zijn doorgaans het meest gevoelig voor methotrexaat.

Frequente bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): ontsteking en ulceraties van het slijmvlies van mond en keel (vooral tijdens de eerste 24–48 uur na toediening), misselijkheid, braken, dyspepsie, buikpijn. Anorexie. Stijging van leverenzymwaarden (ASAT, ALAT, AF) en bilirubine.

Vaak (1–10%): pulmonale complicaties (incl. sterfte) door interstitiële alveolitis/pneumonitis (ongeacht dosering en duur van de behandeling). Diarree (vooral tijdens de eerste 24–48 uur na toediening), Herpes zoster. Hoofdpijn, vermoeidheid, sufheid. Jeuk, erytheem, huiduitslag. Leukopenie, trombocytopenie, anemie.

Groep: Foliumzuurantagonist

Afkorting: M, soms A (amethopterin)

Bekende schema's:

  • in NHL: SMILE, CODOX-M, VIM

  • in ALL