Eosinofilie

Eosinofielen

Eosinofielen zijn witte bloedcellen uit de granulocytaire reeks (HSC-myeloblast-promyelocyt-granulocyt). Eosinofielen ontwikkelen en differentiëren in het beenmerg onder invloed van IL-5, IL-3 en GM-CSF. Eosinofielen zitten met name in weefsel (aantal 100x meer dan in perifeer bloed) en in een gezond persoon worden eosinofielen gevonden in de milt, lymfeklieren, thymus en gastro-intestinaal (vaak niet oesofagus). Recruitering van eosinofielen wordt gemedieerd door chemokines die de eosinofiele chemokine receptor CCR3 binden. 

Mechanisme van eosinofilie

Er zijn hoofdzakelijk 2 manieren waardoor eosinofilie wordt gedreven;

Pathologie eosinofilie

Weefselschade ontstaat door infiltratie van eosinofielen. Meestal betreft het infiltratie in de huid, luchtwegen en gastro-intestinaal, maar ook hart en zenuwstelsel. Aangezien eo's vaker in weefsel zitten dan in perifeer bloed, staat de mate van perifere eosinofilie niet gelijk aan de ernst van weefselinfiltratie en mogelijke schade (dus soms bij lage getallen perifeer al veel schade, of bij hoge getallen perifeer toch naar maar weinig weefsel schade).

Geactiveerde eosinofielen kunnen op verschillende manieren schade veroorzaken: 

Definitie

Absoluut eosinofielengetal >0,5 x 10^9/L.
Milde eosinofilie 0.5-1.0 10^9/L (3-10% vd gezonde populatie).
Hypereosinofilie: >1,5 x 10^9/L.
Ernstige hypereosinofilie: >5 x 10^9/L.

Algemeen: Bij migranten betreft het vaak een parasitaire infectie, met name als er weefselinvasie plaatsvindt. Een eosinofilie kan, indien chronisch, leiden tot eosinofiele orgaanschade (van huid, hart, longen, darmen, CZS en/of neusslijmvlies). 

Hypereosinofiele syndromen (HESs): zeldzame afwijkingen gekenmerkt door eosinofilie >1.5 × 109/L + eindorgaan-betrokkenheid.
Definitie weefsel HE: (1) eosinofielen >20% van kernhoudende cellen in BM aspiraat; (2) toegenomen eosinofilie in biopt anderszins; OF (3) ernstige extracelluaire depositie van eosinofiele producten middels immunohistochemie.

Classificatie

M-HES: HES met gedocumenteerde of aangenomen klonale eosinofilie

Definitie Blood Journal 2015

M-HES 

Idiopathische HES

Definitie WHO 2016

Indeling van HES en myeloproliferatieve kenmerken als volgt: 

L-HES: HES met een clonale of aberrante lymfocyten populatie waardoor een cytokine-gedreven eosinofilie

L-HES wordt gekenmerkt door een hoge prevalentie van huid en weke delen manifestaties, verhoogd serum IgE en chemokine levels. L-HES heeft vaak een indolent beloop maak vertoont in 5-25% van de gevallen progressie na lymfoom/leukemie. Het Gleich's syndroom (episodic angioedema and eosinophilia; EAE) is een subset van L-HES waarbij patiënten last hebben van cyclische episodes van angiooedeem en urticaria elke 28-32 dagen, waarbij er dan een stijging in IL-5 en eosinofilie optreedt. De meeste patiënten hebben een clonale CD3-CD4+ T cel populatie, maar dat hoeft niet. 

Overlap HES: HES beperkt tot 1 orgaan naast perifere eosinofilie

Voorbeelden: eosinofiele gastrointestinale ziekte, eosinofiele asthma, eosinofiele dermatitis. Maar in principe ook eosinofiele granulomatosis met polyangiitis (eGPA, voorheen Churg-Strauss) waarbij eigenlijk alleen de bloedvaten zijn aangedaan, maar dit uit zich natuurlijk in multi-orgaan lijden. 

Associated HES: eosinofilie in de setting van een specifieke diagnose

Voorbeelden: HES gerelateerd aan allergie, medicatie, infectie (hiv), sarcoïdose, IgG4 ziekte. 

Overig

Klinisch consult

Diagnostic algorithm for clonal or idiopathic eosinophilia.

Behandeling HES


Algemeen


Bij stabilisatie: classificatie en gerichte therapie

Mepolizumab

Literatuur: NEJM 2008 Rothenberg et al; Treatment of Patients with the Hypereosinophilic Syndrome with Mepolizumab (Mepolizumab HES Study Group)

Phase 3 studie, randomized, placebo-controlled


Literatuur: 2018 Kuang et al: Long-Term Clinical Outcomes of High-Dose Mepolizumab Treatment for Hypereosinophilic Syndrome

Retrospectieve analyse van HES patiënten