Supportive care

Supportive care

Infectie profylaxe

Bacteriën

  • Profylaxe voor gram-positieve and gram-negatieve bacteriën tijdens neutropenie en mucositis: i.v. penicilline (6x 106 Units/dag) of amoxicilline per os en ciprofloxacine (2dd 500 mg).

Viraal:

  • Profylaxe voor HSV en VZV reactivatie gedurende de gehele behandeling: valaciclovir 2dd 500mg.

  • Als HBV (HBsAg en/of anti-HBc-Ab of HCV serologie (antilichamen tegen hepatitis C of HCV-DNA) positief, start entecavir tot 1 jaar na einde behandeling of allogene SCT. Monitoring met bepalen van HBV -DNA of HCV-DNA na iedere kuur (ook na iedere blinatumomab kuur in H146). Als HBV-DNA of HCV-DNA positief wordt, MDL arts in consult en maandelijks load bepalen.

  • Voor patiënten met alleen Hepatitis B surface antigen positiviteit, na HBV vaccinatie. is profylaxe niet nodig

Gist/schimmel

  • Alle patiënten dienen PJP profylaxe te krijgen bij start prefase tot het einde van de gehele behandeling: bijv. co-trimoxazol 1dd 480 mg. Staak CTX tijdens hoge dosis MTX. Indien patiënt allergisch is voor CTX kan pentamidine vernevelingen (300 mg/4wk in speciale vernevelkamer), atovaquone drank (1dd 1500 mg=10 ml bij vetrijke maaltijd), of dapson (1dd 100 mg, cave G6PD deficiëntie) worden gegeven.

  • Schimmel profylaxe tijdens hoge dosis steroiden en tijdens neutropenie. Fluconazol is een optie (gericht tegen Candida albicans), maar eerdere ervaringen (HOVON 71) laten een toename van aspergillus infecties zien tijdens prefase, RI 1 en consolidatie 1 met name bij patiënten boven 40 jaar oud. Voriconazol of posaconazol wordt om die reden geadviseerd tijdens prefase, RI 1 en consolidatiekuur 1 in patiënten > 40 jaar.

Neutropenie

G-CSF 5μg/kg 1dd (afronden naar boven: 300 of 480 μg) voor alle patiënten tijdens de eerste RI kuur als neutrofielen < 0.5 x 109/L tot herstel bloedbeeld. Bij de overige kuren is G-CSF toediening afhankelijk van eerdere infectieuze complicaties.

Tumorlysis

Rasburicase 3 mg een half uur voor start steroiden in prefase en herhalen bij start chemotherapie of blinatumomab (in H146). Tweemaal daags tumor lysis lab bepalen en op geleide van urinezuur en kreatinine rasburicase 3 mg herhalen.

Antistolling

Tijdens RI kuur 1, LMWH, bij voorkeur nadroparin (Fraxiparin®) 5700 IE anti-Xa / 24 uur (= 0.6 mL), onafhankelijk van het gewicht van de patiënt. Geen FFP of AT3 bij asparaginase behandeling geïndiceerd. De LMWH wordt gecontinueerd tot 2 weken na de laatste gift PEG-asparaginase in RI kuur 1. LMWH staken 24 uur voor en na diagnostische of therapeutische LP’s. Patiënten met een nierinsufficiëntie (GFR < 30 ml/min) krijgen 3800 anti-Xa / 24 uur (= 0.4 mL). Patiënten met heparine allergie of een voorgeschiedenis met een HIT krijgen danaparoid 1500 AXa-E / 24 uur (= 1.2 mL) of fondaparinux 2.5 mg / 24 hours (= 0.5 mL). Transfusies bij Tr < 20×109/L tijdens hoog-riscio LMWH in de eerste RI kuur.

Voeding

TPV bij > 10% gewichtsverlies starten

Osteoporose profylaxe

Bisfosfonaten (bijv. alendroninezuur 10 mg/dag) en calcium/vitamine D3 (bijv. calcichew) gedurende de gehele behandeling geven ter voorkoming van steroid geïnduceerde osteoporose. Als er avasculaire botnecrose ontstaat en de patiënt is in CR, overweeg steroiden te staken in het verdere behandelplan.