Anemie
Indeling
Microcytaire anemie (MCV < 80 fl)
Verworven ijzergebrek: ijzer verlies, gestoorde ijzerresorptie, anemie der chronische ziekte (hepcidine)
Aangeboren afwijking: hemoglobinopathie, sideroblastische anemie, IRIDA, hypotransferrinemie
Normocytaire anemie (MCV 80-100 fl)
Anemie der chronische ziekte, renale anemie
Primaire beenmergaandoeningen (aplasie), beenmerginfiltratie
Acuut bloedverlies
Macrocytaire anemie (MCV > 100 fl)
VitB12/FZ deficiëntie, alcohol abusus
Hemolyse
MDS, aplastische anemie, lymfoproliferatieve ziekte
Hypothyreoïdie
Medicamenteus (MTX, anticonvulsiva, etc)
Laboratorium
MCV: mean corpuscular volume (10 * Ht / RBC)
Corrected Reticulocyte Count (CRC): % reticulocyten X (patiënt Ht/normaal Ht)
IJzergebreksanemie
IJzermetabolisme
Ferritine is ijzerbindend eiwit en maat voor de hoeveelheid ijzer
Transferrine is ijzerbindend glycoproteïne voor transport naar erytroïde voorlopers in beenmerg.
gemiddeld 20-30% verzadigd met ijzer
totale ijzerbindingscapaciteit (TIJBC)
Ferroportine is ijzerexporterend eiwit van de cel
Hepcidine is een ijzerregulerend hormoon
binding aan ferroportine --> remt duodenale ijzeropname en RES ijzerafgifte
acute fase eiwit: inflammatie --> meer hepcidine --> minder beschikbaar ijzer
Verworven ijzergebreksanemie
Pathologie: IJzergebrek agv
verlies: gastro-intestinaal
minder resportie: gastro-intestinaal (coeliakie, pica)
grotere behoefte: groei, menstruatie, zwangerschap
Lab: laag ferritine en reticulocytengetal
<15 ug/L: bewijzend voor Fe-gebrek
<25 ug/L: suggesstief
<45 ug/L: suggestief bij ouderen
>100 ug/L: onwaarschijnlijk
>130 ug/L: onwaarschijnlijk bij inflammatie
Aangeboren afwijking in ijzerstofwisseling
Bij een onbegrepen microcytaire anemie
Beenmergonderzoek (ijzer? ring sideroblasten?)
Serum hepcidine (primair gestoord, denk aan IRIDA)
Differentiaal diagnose:
IJzerrefractaire ijzerdeficiëntieanemie (IRIDA)
Sideroblastaire anemie
Hypotransferrinemie
Hemoglobinopathie (zie verworven hemolyse)
IJzerrefractaire ijzerdeficiëntieanemie (IRIDA)
IRIDA: autosomaal recessieve aandoening obv mutaties in TMPRSS6-gen (chromosoom 22) met als gevolg een disfunctionerend matriptase-2-eiwit, waardoor er meer hepcidine gesynthetiseerd wordt.
Lab: laag MCV, ijzerverzadiging <7%, ferritine laag-normaal, hepcidine hoog.
Diagnostiek: mutatieonderzoek TMPRSS6
Beleid: IV ijzer
Sideroblastische anemie
Sideroblastaire anemie: zeer zeldzaam, mutaties in ALAS2, SLC25A38, STEAP3, GLRX5 en ABCB7.
Lab: microcytaire anemie met ijzerstapeling (hoog ferritine en ijzerverzadiging).
ALAS2
Disfunctionerend enzym betrokken bij de heemsynthese
Meest prevalente vorm, vaak mild beloop
X-gebonden aandoening, derhalve enkel mannen aangedaan
SLC25A38
Transport van glycine - bouwstof voor heemsynthese - naar mitochondria
Ernstige congenitale microcytaire, hypochrome sideroblastaire anemie
Autosomaal recessief overervingspatroon
Hypotransferrinemie
Hypotransferrinemie: zeldzame recessieve aandoening, mutaties in transferrine-gen.
Lab: laag MCV, opvallend laag transferrine, ferritine hoog, laag hepcidine (agv ijzerdeficiënte erytropoëse)
Beleid: gericht tegen ijzerstapeling
Anemie obv vitB12/FZ deficiëntie
Kliniek: klachten agv storing van sneldelend weefsel zoals dus gastro-intestinale mucosa en neurologische klachten agv demyelinisatie.
Pathologie: verminderde resorptie: FZ in dunne darm, vitB12 distale ileum afh van IF
Lab: macrocytair (MCV >130 is bewijzend voor B12/FZ tekort), hypersegmentatie. Vit B12 220, dan MMA. Homocysteïne hoog bij FZ en bij vitB12 tekort.
Anemie der chronische ziekte
Pathologie:
inflammatie --> acute fase respons --> hepcidine --> internalisatie ferroportine --> minder ijzeropname en minder ijzerafgifte macrofagen
afgenomen EPO respons nieren
Lab: laag serum ijzer, maar normaal/hoog ferritine (soms ook microcytair)
Aplastische anemie
Pathologie: T-celgemedieerde immuunrespons tegen HSC --> schade pluripotente stamcel --> onvoldoende aanmaak van alle bloedcellijnen
Definitie: pancytopenie + hypo/aplastisch beenmerg (< 30% cellulariteit). Acuut mn granulocytopenie (lange aanmaak, korte levensduur in boedbaan)
Etiologie: congenitaal (Fanconi-anemie/zonder afwijkingen), verworven: idiopatisch (70-80%), medicamenteus ((oxy)fenylbutazon, chlooramfenicol, goud, penicillamine, thyreostatica, cytostatica, anticonvulsive, etc), ioniserende straling, chemicaliën (benzeen) en postinfectieus (hepatitis A).
Kliniek: zeer ernstige, spoedeisende aandoening.
Beleid:
<40 jaar met een passende familiedonor: allogene SCT
alternatief: immuunsuppressieve therapie (antithymocyte globuline (ATG), ciclosporine, en methylprednisolon)