4 Welke effecten zijn beoordeeld?

Tekst voorkeursvariant

Naast de investeringskosten, aantallen reizigers en exploitatiekosten worden ook andere aspecten meegewogen in de analyse. Het gaat hierbij om kwantificeerbare effecten van bijvoorbeeld milieuwinst (geluidhinder en luchtverontreiniging), verkeersveiligheid, en niet te vergeten een verbetering van de reistijd en afname van de vervoerskosten voor de reizigers.

4.1 Kwantitatieve effecten

Kwantitatieve effecten zijn effecten die kunnen worden berekend. Door middel van een Maatschappelijke Kosten en Baten Analyse (MKBA) kunnen deze effecten ook worden omgerekend in geld. Sommige effecten zijn eenmalig (zoals investeringskosten), andere zijn jaarlijks terugkerend (exploitatiekosten, reistijdwinst).

In de analyse worden de effecten van de verschillende varianten in geld uitgedrukt en teruggerekend naar de kosten in een basisjaar ofwel uitgedrukt in een netto contante waarde (NCW). In de analyse worden telkens de verschillen tussen een variant en de nulvariant berekend. De analyse is dan ook bedoeld voor onderlinge vergelijking van varianten en niet voor de waardering van de nulvariant.

De volgende effecten zijn in geld uitgedrukt:

  • Reistijdbaten: (tijd = geld), ofwel de vermindering van de reistijd per reiziger. In dit geval alleen is gekeken naar de reizigers op de zuidelijke corridor (Aalsmeer – Uithoorn – De Ronde Venen – Amstelveen – Amsterdam Zuid, -zuidoost en – Centrum)

  • Exploitatiebaten: afname van de exploitatiekosten in een variant. Deze kosten zijn inclusief de kapitaallasten voor de trams en bussen en het beheer en onderhoud daarvan.

  • Exploitatieopbrengsten voor de vervoerder (afhankelijk van het totale aantal reizigerskilometers)

  • Reiskosten voor de reizigers (idem)

  • Investeringskosten voor de aanleg van infrastructuur

  • Kosten voor beheer en onderhoud van infrastructuur

  • Externe kosten: de kosten voor geluidhinder, luchtverontreiniging en veiligheid door de toe- of afname van het aantal bus- en tramkilometers.

4.2 Externe effecten

Daarnaast is een aantal kwalitatieve aspecten beoordeeld. Deze kunnen niet in geld worden uitgedrukt en worden daarom in plussen en minnen ten opzichte van elkaar gescoord. Het gaat hierbij om onder andere de volgende aspecten:

  • Extra reizigers; helpt de variant om nog meer extra reizigers, naast de impuls door de ombouw van bus naar tram in het OV te krijgen, bijvoorbeeld omdat in de omgeving aantrekkelijke toeristische bestemmingen zijn?

  • Kwaliteitsimpuls ontwikkeling centrum Uithoorn; draagt de variant bij aan een extra impuls op de economie in het algemeen en bij het Masterplan Dorpscentrum in het bijzonder?

  • Uitstralingseffect OV-halte; is de locatie van de eind-/ beginhalte een aantrekkelijk visitekaartje van de regio en geeft dit impuls aan de omgeving?

  • Inpassingsmogelijkheden; zijn er mogelijkheid om auto’s en fietsen te parkeren?

  • Kunnen de haltes en het tracé goed ruimtelijk worden ingebed?

  • Zijn de investeringen in een variant duurzaam en robuust voor de toekomst?

  • Is een investering betrouwbaar voor de reiziger?

4.3 Kwalitatieve effecten

Daarnaast is een aantal kwalitatieve aspecten beoordeeld. Deze kunnen niet in geld worden uitgedrukt en worden daarom in plussen en minnen ten opzichte van elkaar gescoord. Het gaat hierbij om onder andere de volgende aspecten:

  • Extra reizigers; helpt de variant om nog meer extra reizigers, naast de impuls door de ombouw van bus naar tram in het OV te krijgen, bijvoorbeeld omdat in de omgeving aantrekkelijke toeristische bestemmingen zijn?

  • Kwaliteitsimpuls ontwikkeling centrum Uithoorn; draagt de variant bij aan een extra impuls op de economie in het algemeen en bij het Masterplan Dorpscentrum in het bijzonder?

  • Uitstralingseffect OV-halte; is de locatie van de eind-/ beginhalte een aantrekkelijk visitekaartje van de regio en geeft dit impuls aan de omgeving?

  • Inpassingsmogelijkheden; zijn er mogelijkheid om auto’s en fietsen te parkeren?

  • Kunnen de haltes en het tracé goed ruimtelijk worden ingebed?

  • Zijn de investeringen in een variant duurzaam en robuust voor de toekomst?

  • Is een investering betrouwbaar voor de reiziger?