Dit is een reservekopie van: (klik om het origineel te bekijken)
REGIO | 14 april 2015 | reageer | Door In vervoering, Dichtbijmeeschrijver
UITHOORN - Het huidige openbaar vervoer. Verleden, heden en toekomst. Wat er mis kan gaan. De (hoogwaardige) verbinding met Amstelveen en Amsterdam. Betrouwbaarheid, het ene openbaar vervoer is het andere niet...
Hoe betrouwbaar is betrouwbaar? Wat merk je daarvan? Als alles goed gaat is er toch niks aan de hand? Een bus of tram valt pas op als hij niet komt. Met andere woorden: als ie opvalt, dan is er wat aan de hand en meestal is dat een negatieve ervaring.
Waardoor komt ie niet, wat kan er achter zitten?
Amsterdam is een dynamische stad, er is altijd wel wat aan de hand. Evenementen van groot tot klein, wegopbrekingen, sluipverkeer door wegopbrekingen, grote drukte in het verkeer of plotseling heel veel mensen die tegelijk op pad gaan, met het openbaar vervoer. Als ‘s avonds de film en theatervoorstellingen zijn afgelopen kan het heel hard gaan. Als het concertgebouw “leegloopt” staat er een file voor de parkeergarage, van voetgangers. Op de bus- en tramhaltes wordt het vol en bussen en trams puilen uit. Elke dag heeft op vaste punten zijn spitsmomenten. Zelfs ‘s nachts kan het bij het Centraal Station en op het Leidseplein een drukte van belang zijn. Bus 197 naar Schiphol is zo populair dat hij heel lang werk heeft om alle instappers, vaak buitenlanders die de taal niet spreken en geen OVchipkaart hebben of er niets van begrijpen, te verwerken.
Een bus of tram die langer op een halte staat veroorzaakt een verstoring in de regelmaat, zowel voor zich, want hij komt later, als achter zich, want de volgende komt steeds dichterbij. Hij komt nog wel, zo erg is het niet, maar hij komt wel later. Bij werkzaamheden kan er oponthoud zijn, of moet er omgereden worden, ook dat kan vertragend werken. Bij calamiteiten, zoals verkeersongelukken, een stroomstoring, een brand, of erger, kan verder rijden onmogelijk worden. Hoe valt het openbaar vervoer op? Het wordt echt opvallend als mensen het als een terugkerend verschijnsel gaan herkennen, “O, alweer…”. En echt opvallen doet het als er wat langer helemaal geen vervoer komt.
Het ene openbaar vervoer is het andere niet... Hoe redt een bus het en hoe een tram?
Bus
Een buschauffeur heeft het letterlijk en figuurlijk beter in de hand dan een trambestuurder. Ze kan haar eigen slimheid uitbuiten als het er op aan komt. Er omheen rijden, een andere kant langs rijden… Een stukje afsnijden… Er zit een stuur in een bus en hij zit niet vast aan rails of een stroomdraad.
Tram
Een trambestuurder zal zich moeten neerleggen bij de beperkingen van een tram. Slimheid helpt niet als je er geen kant mee op kan. Even opzij gaan is er niet bij. Een andere kant langs rijden kan alleen als daar rails liggen. Een stukje afsnijden?Inhaalsporen en rangeermogelijkheden kunnen wat opleveren, maar als er een tram ergens strandt, met pech, een ongeval of een stremming, dan houdt het meestal op, voor die tram en voor alle trams die er nog achter gaan aansluiten. Als alle kaarten op één energiebron zijn gezet, is een stroomstroring genoeg om het openbaar vervoer nagenoeg lam te leggen.
Wat als het misgaat? Dan loopt een busverbinding daar een beetje vertraging van op. Een tramlijn valt uit.