Tijd en eeuwigheid werden door Jezus met elkaar verbonden.
Ik zou aan het begin van dit half uur kunnen vragen of ik de kracht van de Eeuwige ook in mij mag voelen, dat ik op eeuwige liefde durf te vertrouwen.
Audivi vocem in celo tamquam vocem tonitrui magni alleluia regnabit deus noster in eternum alleluia quia facta est salus et virtus et potestas Christi eius alleluia alleluia.
Vertaling: Ik hoorde een stem in de hemel als van een zwaar onweer – halleluja – onze God zal heersen in eeuwigheid – halleluja – omdat het heil en de kracht en de macht van de Gezalfde is geschied – halleluja, halleluja. Ik zag de engel van God vliegen door de hemelen en hij riep met luide stem en sprak.
Ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Want de eerste hemel en de eerste aarde zijn voorbij, en de zee is er niet meer.
Toen zag ik de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, uit de hemel neerdalen, bij God vandaan. Ze was als een bruid die zich mooi heeft gemaakt voor haar man en hem opwacht.
Ik hoorde een luide stem vanaf de troon, die uitriep: ‘Gods woonplaats is onder de mensen, Hij zal bij hen wonen. Zij zullen zijn volken zijn en God zelf zal als hun God bij hen zijn.
Hij zal alle tranen uit hun ogen wissen. Er zal geen dood meer zijn, geen rouw, geen jammerklacht, geen pijn, want wat er eerst was is voorbij.’
Hij die op de troon zat zei: ‘Alles maak Ik nieuw!’ – Ik hoorde zeggen: ‘Schrijf het op, want wat hier wordt gezegd is betrouwbaar en waar.’-
Toen zei Hij tegen mij: ‘Het is voltrokken! Ik ben de alfa en de omega, het begin en het einde. Wie dorst heeft geef Ik vrij te drinken uit de bron met water dat leven geeft.
Wie overwint vallen deze dingen toe. Ik zal zijn God zijn en hij zal mijn kind zijn.’
Ter overweging:
Ik hoorde een luide stem vanaf de troon, die uitriep: ’Gods woonplaats is onder de mensen, Hij zal bij hen wonen.’
God, die woont tussen de mensen, dicht bij ons. Ik probeer me daar een voorstelling van te maken en gebruik daarbij ook mijn zintuigen.
Ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Want de eerste hemel en de eerste aarde zijn voorbij, en de zee is er niet meer.
Als ik mijn leven overzie, wat zou dan een plaats krijgen op die nieuwe aarde? En wat zou ik juist willen achterlaten?
Hij die op de troon zat zei: ‘Alles maak ik nieuw!’
Wat zou mijn rol kunnen zijn om mee te bouwen aan Gods nieuwe wereld?
Toen zei Hij tegen mij: ‘Het is voltrokken! Ik ben de alfa en de omega, het begin en het eind. Wie dorst heeft geef ik te drinken uit de bron met water dat leven geeft.’
Een wereld waar vriendschap is en liefde…. Waar voldoende water is dat leven geeft. Waar haal ik kracht en inspiratie vandaan om daarin te blijven geloven?