Ik wil mijn leven meer leren zien met de ogen van het geloof,
en ontdekken hoe God in mij werkt.
Ik adem een aantal maal rustig in en uit en neem de tijd om echt aanwezig te worden in deze kapel en in deze kring. Tijdens dit rustige in- en uitademen stel ik mij open voor Gods liefdevolle aanwezigheid in mij en om mij heen.
Taize, van de CD Laudate omnes gente
https://www.youtube.com/watch?v=lP50P66aj2Y
Ubi caritas et amor
Ubi caritas, Deus ibi est
Waar medeleven met de naasten is en liefde
Waar medeleven met de naasten is, God is daar.
De jonge Samuël diende dus de Heer, onder de hoede van Eli. Er klonken in die tijd zelden woorden van de Heer en er braken geen visioenen door. Op zekere nacht lag Eli op zijn slaapplaats. Zijn ogen waren dof geworden, hij kon bijna niet meer zien. Samuël lag te slapen in het heiligdom van de Heer, bij de ark van God. De godslamp was bijna uitgedoofd.
Ik stel me deze nachtelijke, intieme situatie voor. Twee mannen, de oude Eli bij wie het licht bijna dooft en de jonge Samuël bij wie het licht nog moet ontvlammen. Een godslamp die zachtjes flakkert in het donker. Bijna uit. Ik verplaats mij in deze situatie en gebruik daarbij al mijn zintuigen, wat voel ik, wat hoor ik, wat ruik ik, wat zie ik?
Wat brengt deze situatie in mij teweeg?
Toen riep de Heer Samuël. 'Ja', antwoordde Samuël. Hij liep snel naar Eli toe en zei: 'Hier ben ik. U hebt me toch geroepen?' Maar Eli antwoordde: 'Ik heb je niet geroepen. Ga maar slapen.' Toen Samuël weer lag te slapen, riep de Heer hem opnieuw. Samuël stond op, ging naar Eli en zei: 'Hier ben ik. U hebt me toch geroepen?' Maar Eli antwoordde: 'Ik heb je niet geroepen, mijn jongen. Ga maar weer slapen.' Samuël had de Heer nog niet leren kennen, want de Heer had zich niet eerder aan hem bekend gemaakt door het woord tot hem te richten. Opnieuw riep de Heer Samuël, voor de derde keer. Samuël stond op, ging naar Eli en zei: 'Hier ben ik. U hebt me toch geroepen?' Toen begreep Eli dat het de Heer was die de jongen riep. Hij zei tegen Samuël: 'Ga maar weer slapen. Wanneer je wordt geroepen, moet je antwoorden: 'Spreek, Heer, uw dienaar luistert.'
Noch de jonge Samuel, noch de oude Eli herkennen aanvankelijk de roepstem van de Heer. Ik probeer me een situatie voor de geest te halen waar het bij mij ook donker was en de godslamp nog slechts zwak flakkerde. Was ik toen meer zoals Samuel of zoals Eli? Heeft God toen zijn hand naar mij uitgestoken? Heeft iemand mij geholpen om zijn uitgestoken hand te herkennen?
Samuël legde zich weer te slapen, en de Heer kwam bij hem staan en riep net als de voorgaande keren: 'Samuël! Samuël!' En Samuël antwoordde: 'Spreek, Heer, uw dienaar luistert.'
Ik kan de resterende tijd van deze meditatie gebruiken om aanwezig te zijn bij Gods licht in de intieme, heilige stilte van deze kapel en me open te stellen voor het geval God mij iets wil zeggen.