Welkom bij deze zaterdagochtend meditatie. Voor een half uur mag ik bij God verwijlen. Voordat ik me in zijn aanwezigheid stel, word ik bewust van hoe Hij naar mij kijkt: verlangend, met zachtheid en met liefde. Ik kom even naar U toe, mijn God.
Ik neem de thema even door……
Wonden die niet geheeld zijn,
verlies waarom niet getreurd is,
tranen die niet gehuild zijn,
aangedaan onrecht dat niet hersteld is –
het beperkt ons leven, roept agressie op,
blokkeert ons menigmaal.
Het kan aanleiding geven tot moedeloosheid,
tot liefdeloosheid.
Maar God is groter dan ons hart.
…….en ik vraag
dat ik zien mag wat ik verdrongen heb,
niet verwerkte uit angst voor de pijn,
uit angst voor de werkelijkheid;
dat God mij geneest en bevrijdt.
Wek mijn zachtheid weer,
geef mij terug de ogen van een kind.
Dat ik zie wat is
en mij toevertrouw
en het licht niet haat ...
https://open.spotify.com/track/1qBnyJJddjX3zrgFHcRrZW?si=mBE-e2AiSh-wi4PKSOPaTQ
https://www.youtube.com/watch?v=F0qJRl6XOQ8&t=10s
Een van de farizeeën vroeg Hem eens bij zich te eten. Hij trad het huis van de farizeeër binnen en ging aanliggen. Een vrouw nu die in de stad als een zondares bekend stond, was te weten gekomen, dat Jezus in het huis van de farizeeër te gast was. Zij nam een albasten vaasje met balsem mee en ging schreiend achter Hem, bij zijn voeten, staan. Haar tranen maakten zijn voeten nat, die ze met haar hoofdhaar afdroogde. Zij kuste ze keer op keer en zalfde ze met de balsem.
Toen de farizeeër die Hem uitgenodigd had dit zag, zei hij bij zichzelf: 'Als dit een profeet was zou Hij weten wie en wat voor een vrouw het is die Hem aanraakt; het is immers een zondares.' Jezus gaf hem ten antwoord: 'Simon, Ik heb u iets te zeggen,' waarop deze zei: 'Zeg het, Meester.' 'Een geldschieter had twee schuldenaars, de een was hem vijfhonderd, de ander vijftig denariën schuldig.Omdat zij die niet konden teruggeven, schold hij ze aan allebei kwijt. Wie van hen zal nu het meest van hem houden?' Ik veronderstel,' antwoordde Simon, 'diegene aan wie hij het meeste heeft kwijtgescholden.' Jezus zei tot hem: 'Uw oordeel is juist.'
Daarop keerde Hij zich tot de vrouw en zei tot Simon: 'Ge ziet die vrouw daar? Ik kwam uw huis binnen; gij hebt niet eens water over mijn voeten gegoten, maar mijn voeten zijn nat geworden door haar tranen en zij heeft ze met haar haren afgedroogd. Gij hebt Mij niet eens een kus gegeven, maar zij hield, sinds Ik binnenkwam, niet op mijn voeten te kussen. Gij hebt mijn hoofd niet met olie gezalfd, maar zij heeft mijn voeten gezalfd met balsem. Daarom zeg Ik u: haar zonden zijn haar vergeven, al waren ze vele, want zij heeft veel liefde betoond. Aan wie weinig wordt vergeven, hij betoont weinig liefde.' Daarop sprak Hij tot haar: 'Uw zonden zijn vergeven.' De medeaanliggenden vroegen zich af: 'Wie is deze man, die zelfs zonden vergeeft?' Jezus zei tot de vrouw: 'Uw geloof heeft u gered: ga in vrede.'
Ik probeer echt te zien en beleven wat er in het verhaal van de boetvaardige zondares gebeurt. Ik zie Jezus samen met Simon, een vrome man. Ik zie de vrouw binnen lopen. Ik zie hoe haar hart open breekt. Zij valt op haar knieën, huilt en maakt de voeten van Jezus nat met haar vele tranen. Zij kust zijn voeten keer op keer, droogt ze met haar haren af en zalft ze met balsem. Ik kijk naar Jezus, naar Simon en naar de vrouw. Wat zie ik? Wat doet dat met mij?
Wat was het in Jezus, in zijn blik, dat de vrouw zo raakte? En niet alleen raakte maar haar ook de veiligheid schonk om te bekeren; om berouw te tonen; om in tranen uit te barsten.
Zoals Jezus naar de vrouw keek, kijkt Hij ook naar mij. Als er iets is waar mijn hart dreigt versteend te worden: iets waar ik genezing nodig heb, wil ik het misschien nu voor Jezus, voor God, neerleggen.
Jezus zegt tegen Simon: “haar zonden zijn haar vergeven, al waren ze vele, want zij heeft veel liefde betoond.” Tegen de vrouw zegt Hij: 'Uw zonden zijn vergeven.' Een link tussen vergeving en liefde tonen. Gaat het zo in mijn leven? Ik overweeg dit grote geheim.
Kan ik de woorden van het lied bidden? Als een gebed om genezing? Wek mijn zachtheid weer, geef mij terug de ogen van een kind, dat ik zie wat is en mij toevertrouw en het licht niet haat.