Thema: De dood overwonnen.
Inleiding
Misschien wil ik vragen:
dat ik tot mij durf laten doordringen
wat hier gebeurt;
dat mij het geloof geschonken wordt
in de verrezen Heer;
dat ik mij bevinden mag
onder de eerste getuigen
van zijn nieuwe leven.
Om een glimp van dit geheim te mogen ontvangen, plaats ik mezelf voor God
die met liefde naar mij kijkt.
Lied: Aan het licht.
Huub Oosterhuis; Antoine Oomen
Licht dat ons aanstoot in de morgen,
voortijdig licht waarin wij staan
koud, één voor één, en ongeborgen,
licht overdek mij, vuur mij aan.
Dat ik niet uitval, dat wij allen
zo zwaar en droevig als wij zijn
niet uit elkaars genade vallen
en doelloos en onvindbaar zijn.
Licht, van mijn stad de stedehouder,
aanhoudend licht dat overwint.
Vaderlijk licht, steevaste schouder,
draag mij, ik ben jouw kijkend kind.
Licht, kind in mij, kijk uit mijn ogen
of ergens al de wereld daagt
waar mensen waardig leven mogen
en elk zijn naam in vrede draagt.
Alles zal zwichten en verwaaien
wat op het licht niet is geijkt.
Taal zal alleen verwoesting zaaien
en van ons doen geen daad beklijft.
Veelstemmig licht, om aan te horen
zolang ons hart nog slagen geeft.
Liefste der mensen, eerstgeboren,
licht, laatste woord van Hem die leeft.
https://www.youtube.com/watch?v=SummKqS-enY&feature=youtu.be
https://open.spotify.com/artist/2Fm12ZcwJXXOIUofCq13z3?si=rrerm24VSSOjXobVa252aQ
Tekst en meditatie: Johannes 20, 11-18
Maria echter stond buiten bij het graf te huilen. En terwijl ze zo huilde, wierp ze een blik in het graf en zag daar twee in het wit geklede engelen zitten, de een aan het hoofdeinde, de ander aan het voeteneinde van de plaats waar Jezus had gelegen. Ze spraken haar aan: ‘Waarom huilt u zo?’ Ze antwoordde: ‘Ze hebben mijn Heer weggehaald en ik weet niet waar ze Hem hebben neergelegd!’
Ik kijk naar Maria bij het lege graf. Ik zie haar intens verdriet. Zij kan niet anders dan huilen. Die vele tranen getuigen van een grote liefde. Zoveel verdriet, zoveel leegte ervaar je wanneer je veel van iemand houdt. Misschien heb ik dit zelf meegemaakt.
Na deze klacht keerde ze zich om en zag Jezus staan, maar ze wist niet dat het Jezus was. Jezus vroeg: ‘Waarom huilt u zo? Zoekt u iemand?’ In de mening dat het de tuinman was zei ze: ‘Heer, als u het bent die Hem hebt weggenomen, zeg me dan waar u Hem hebt neergelegd; dan kan ik Hem laten halen.’ Jezus zei: ‘Maria!’ Ze keerde zich nu naar Hem toe en zei: ‘Rabboeni!’ (Dat is het Hebreeuws voor: meester.)
Het verdriet van Maria maakt ruimte voor de ontroering van de verrijzenis. Jezus verschijnt omdat Hij haar liefheeft. Hij kent haar bij haar naam. Hij houdt van haar. Liefde die sterker is dan de dood. Liefde die licht is. Grote woorden. Een groot geheim. Ik overweeg dit geheim en wat het voor mij betekent.
‘Houd Me niet vast’, zei Jezus. ‘Ik moet nog opstijgen naar de Vader. Ga liever naar mijn broeders en zeg hun: “Ik stijg op naar mijn Vader die ook jullie Vader is, naar mijn God die ook jullie God is.” ’ Daarop ging Maria van Magdala aan de leerlingen verkondigen: ‘Ik heb de Heer gezien’, en ze vertelde hun wat Hij tegen haar gezegd had.
Maria wordt gevraagd Jezus los te laten maar niet de liefde die zij delen. Die liefde blijft levend, ongedeerd en sterk. Zo sterk dat het gedeeld moet worden. Maria moet de liefde, die Jezus zelf was, aan anderen doorgeven. Ik probeer het stralende gezicht van Maria te zien terwijl zij, vol vreugde, de woorden uitspreekt: ‘Ik heb de Heer gezien’.
Jezus zegt: “Ik stijg op naar mijn Vader die ook jullie Vader is, naar mijn God die ook jullie God is.” Ik eindig mijn meditatie met een overweging van de betekenis van deze woorden, voor mij persoonlijk. En misschien ook in gesprek met Jezus, zoals een vriend of vriendin met een goede vriend spreekt.
Toegift voor de komende week:
Geef alle ruimte aan de liefde
1. Geef alle ruimte aan de liefde,
in haar leeft God zich naar ons toe.
Vergeef het kwaad van wie jou griefde
de liefde wordt een mens niet moe.
Zij zal de dood nog overleven,
geen water blust haar vlammen uit,
zij blijft ons tot elkander keren,
tot alle angst is uitgeluid.
2. Hoe zal een mens ooit overleven,
wat moet hij aan met eeuwigheid?
Door liefde wordt het ons gegeven
voorbij te zien aan dood en tijd.
Want wie vandaag weet te beminnen,
vraagt niet: "Hoe zal het morgen zijn?"
Het wordt een eeuwig herbeginnen,
tot wij voorgoed geboren zijn.