Voor zover wij dat nog niet gedaan hebben, stellen we ons in tegenwoordigheid van de Heer.
De tekst van het lied en de meditatie vind je op het blaadje. Als meelezen je helpt, kan je dit doen, maar je kan ook alleen maar luisteren en muziek en woord binnen laten komen. Blij je ergens bij hangen, dan is dat goed, blijf daar gerust bij. De vragen zijn alleen om je te helpen, beantwoorden hoeft niet.
De mens is geschapen om op God afgestemd te zijn
en daardoor in vrijheid zichzelf te worden.
Wat de mens op aarde ter beschikking staat,
is om hem te helpen dat doel na te streven.
Ik zou kunnen vragen dat ik God ervaar als de grondslag van mijn leven.
Hoor. Maar ik kan niet horen.
Mijn oren dichtgestopt.
Mijn adem opgekropt.
Mijn hart van leegte zwaar.
Ik ben nog niet geboren.
Ik ben niet. Niet waar.
Hoor. Maar ik wil niet horen.
Zou ik uw woord verstaan,
ik moest uw wegen gaan,
u volgen hier en nu.
Ik durf niet zijn geboren
en leven toe n aar U.
Hoor, roept Gij in mijn oren
en jaagt mijn angst uiteen.
O stem door merg en been
verwek mij uit het graf,
uw mens opnieuw geboren –
o toekomst, laat niet af.
De jonge Samuël deed dienst in het heiligdom van de Heer, onder het toezicht van Eli. In die dagen was een woord van de Heer een zeldzaamheid en kwam een visioen niet dikwijls voor.
- “Hoor! Maar ik kan niet horen, mijn oren zijn dichtgestopt!”
Heb ik deze ervaring ook wel eens,
in mijn gewone dagelijkse leven, dat een ander mens, mij roept, een beroep op mij doet, maar dat ik bewust of onbewust,
doof ben voor deze oproep?
Op een dag lag Eli te slapen op zijn gewone plaats;
zijn ogen begonnen zwak te worden en hij kon niet meer zien. De lamp van God was nog niet gedoofd,
en Samuël lag te slapen in het heiligdom van de Heer,
waar de ark van God stond. Toen riep de Heer: “Samuël!” Samuël antwoordde: “Hier ben ik,” Hij liep haastig naar Eli en zei: ”Hier ben ik. U hebt mij toch geroepen?”
Maar Eli antwoordde: “Ik heb niet geroepen, ga maar weer slapen.” En hij ging en legde zich te slapen.
- De jonge Samuël werd geroepen. Hij hoorde wel,
maar Gods stem drong nog niet tot hem door.
Meen ik me wel eens opgeroepen te voelen door iets
of iemand, een vaag gevoel,
waar ik nog niet de vinger op kan leggen?
Iets dat me wel in beweging zet, onrustig maakt.
Zou dat de roepstem van God kunnen zijn?
Toen riep de Heer opnieuw: “Samuël!” Samuël stond op, ging naar Eli toe en zei: “Hier ben ik. U hebt mij toch geroepen?”
Eli antwoordde: “Ik heb niet geroepen mijn jongen, ga maar weer slapen.”
Samuël kende de Heer nog niet: een woord van de Heer was hem nog nooit geopenbaard.”
- Samuël kende het woord van de Heer nog niet en kon er daarom geen gehoor aan geven. De tijd was er nog niet rijp voor.
Hoe is dat voor mij, verlang ik ernaar om in mijn leven duidelijk te krijgen wat het is dat mij drijft? Misschien Gods stem?
Kan ik ook de hulp van een ander toelaten om het voor mij duidelijker te maken?
En weer riep de Heer Samuël; nu voor de derde keer. Samuël stond op, ging naar Eli en zei: “U hebt mij toch geroepen?” Toen begreep Eli dat het de Heer was die de jongen riep.
En hij zei tegen Samuël: “Ga maar slapen, en mocht Hij je roepen, dan moet je zeggen:
“Spreek, Heer, uw dienaar luistert.” Samuël ging dus weer op zijn gewone plaats slapen. Toen kwam de Heer bij hem staan en riep even als de vorige keren: “Samuël, Samuël!” En Samuël antwoordde:
“Spreek, uw dienaar luistert.”
- Ook in mijn leven blijft God aandringen.
Hij riep mij al voordat ik aan Hem dacht.
Verlang ik ernaar om mijn roeping, mijn grondslag, te zoeken door de weg te gaan die voor mij is bestemd? Zou ik dan ook willen zeggen: “Spreek, Heer, uw dienaar luistert.”?
Wij blikken terug op wat deze meditatie ons gedaan heeft. Over enkele ogenblikken sluiten we deze meditatie af met het lied.