Thema: Leren leven met een dode
Muziek: Claudio Monteverdi (1567-1643) Agnus Dei
uit Messa a quattro voci da capella.
Agnus Dei, qui tollis peccata mundi, miserere nobis. Dona nobis pacem.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm U over ons. Geef ons vrede.
Tekst en meditatie: Mat 27, 57-61
(uit de Willibrordvertaling 1978).
Toen het avond was geworden kwam een rijk man, een zekere Jozef van Arimatéa, die zich ook als leerling bij Jezus had aangesloten.
Hij was naar Pilatus gegaan en had om het lichaam van Jezus gevraagd. Daarop had Pilatus bevolen het te geven.
Wat valt er na die afschuwelijke, lange dag nog te doen? Toch is daar opeens een onbekende leerling van Jezus, die handelt en daarmee doet wat zijn hart hem ingeeft.
Ik ga na wanneer er in een donkere periode van mijn leven mensen naar mij toe kwamen met een gebaar, een woord of een pan soep...
Jozef nam het lichaam, wikkelde het in een smetteloze lijkwade en legde het in zijn graf dat hij pas in de rots had laten uithouwen. Nadat hij een grote steen voor de ingang van het graf gerold had, ging hij heen.
Maria Magdalena en de andere Maria waren erbij en zaten tegenover het graf.
Op heel verschillende manieren gaan Jozef en de twee Maria's om met hun gevoelens van liefde en verdriet voor hun vriend en leermeester. Ik probeer me de situatie voor te stellen. Wat is mijn manier om uiting te geven aan verdriet om een geliefd medemens?
Ruimte
(Hams Bouma)
Niet meer bij ons.
Een leegte.
Of wij moesten
zijn plaats innemen,
gestalte geven
aan zijn bedoelingen-
of wij moesten
zijn lichaam zijn.
Wat hij ook hoopt.
De leegte die hij achterlaat
ruimte voor navolging,
ruimte voor geloof.
Hoe graag zou hij zien
dat wij in zíjn geest
de weg zouden vervolgen
waarop hij ons
zo baanbrekend voorging:
de weg
naar het Koninkrijk.
Hoe trots zou hij zijn.
Leegte wordt ruimte....
Wat roepen deze woorden in mij op?
Aan het einde van deze veertigdagentijd blik ik terug.
Wat heeft deze tijd mij gebracht?
Is er misschien ruimte ontstaan om iets nieuws te beginnen?