Welkom bij deze zaterdagochtend meditatie. Het thema is een koning roept.
Ik ben naar deze kapel gekomen met een verlangen of, minstens, met een zoekend hart. Voor de meditatie begint, plaats ik mijzelf voor God die ook verlangend naar mij kijkt.
Wie is het, door wie ik mij
laat inspireren? Wie boeit mij,
geeft mij oriëntatie voor mijn leven?
Jezus wordt Heer en Christus genoemd,
Messias, de werkelijke koning;
hij roept op om zijn koninkrijk
hier op aarde gestalte te geven.
dat ik vinden mag wie ik zoek:
de mens die mijn leven zin geeft,
de God van liefde;
dat ik zal kunnen ingaan
op zijn uitnodiging,
mij durf inlaten
met wat Hij met mij voor heeft.
Our Soul Waits for the Lord; he is our help and our shield.
Toen Jezus eens aan de oever van het Meer van Gennesaret stond en het volk zich om hem verdrong om naar het woord van God te luisteren, zag hij twee boten aan de oever van het meer liggen; de vissers waren eruit gestapt, ze waren bezig de netten te spoelen. Hij stapte in een van de boten, die van Simon was, en vroeg hem een eindje van het land weg te varen; hij ging zitten en gaf de menigte onderricht vanuit de boot.
Toen hij was opgehouden met spreken, zei hij tegen Simon: ‘Vaar naar diep water en gooi jullie netten uit om vis te vangen.’ Simon antwoordde: ‘Meester, de hele nacht hebben we ons ingespannen en niets gevangen. Maar als u het zegt, zal ik de netten uitwerpen.’ En toen ze dat gedaan hadden, zwom er zo’n enorme school vissen in de netten dat die dreigden te scheuren. Ze gebaarden naar de mannen in de andere boot dat die hen moesten komen helpen; nadat dezen bij hen waren gekomen, vulden ze de beide boten met zo veel vis dat ze bijna zonken.
Toen Simon Petrus dat zag, viel hij op zijn knieën voor Jezus neer en zei: ‘Ga weg van mij, Heer, want ik ben een zondig mens.’ Hij was verbijsterd, net als allen die bij hem waren, over de enorme hoeveelheid vis die ze gevangen hadden; zo verging het ook Jakobus en Johannes, de zonen van Zebedeüs, die met Simon samenwerkten.
Jezus zei tegen Simon: ‘Wees niet bang, voortaan zul je mensen vangen.’ En nadat ze de boten aan land hadden gebracht, lieten ze alles achter en volgden hem.
Ik stel me situatie voor. Ik gebruik daarbij al mijn zintuigen. Ik zie Jezus met de anderen aan het meer. Is het daar koud of warm? Sta ik dicht bij hen of juist ver af? Kan ik horen wat men zegt? Welke gevoelens ervaar ik als ik hierbij?
“Meester, de hele nacht hebben we ons ingespannen en niets gevangen. Maar als u het zegt, zal ik de netten uitwerpen.” Ik herinner momenten in mijn leven waarin ik , ondanks mijn inspanningen, niet bereik wat ik verlang.
Ze lieten alles achter en volgden hem. Simon-Petrus, Jakobus en Johannes worden geroepen door Jezus om in te gaan op zijn uitnodiging om hun talenten anders te gaan gebruiken. Kan ik me dat voorstellen dat ik me durf in te laten met wat Hij met mij voor heeft.
Ik vraag Jezus om me te helpen bewust te zijn van zijn uitnodiging, om hem te leren verstaan en om me te helpen zijn aansporing te beantwoorden.