Wat ik zou kunnen vragen is dat ik deel mag hebben aan de liefde van de Vader, door de Zoon, in de heilige Geest; dat ik de mogelijkheid mag krijgen om mijn plaats in te nemen in Zijn schepping met mijn gaven en mijn grenzen.
Geprezen zijt Gij, Christus onze God. U, die vissers met wijsheid hebt vervuld en hun de heilige Geest hebt gezonden. Door hen ving U de wereld in Uw net. Mensenvriend, Eer aan U. (3x).
De naam des Heren zij gezegend van nu aan tot in eeuwigheid.(3x)
Priester: De zegen van de Heer kome over u door Zijn genade en Zijn liefde voor de mensheid, nu en altijd en van eeuwigheid tot eeuwigheid.
Koor: Amen.
Dit zeg Ik tegen jullie nu Ik nog bij jullie ben. Later zal de pleitbezorger, de heilige Geest, die de Vader jullie in mijn naam zal zenden, jullie alles duidelijk maken en alles in herinnering brengen wat Ik tegen jullie gezegd heb.
Ik stel me voor dat ik erbij ben als Jezus dit zegt. Ik sta tussen Zijn leerlingen van toen en nu. Ik kijk en luister. Ik mag er zijn!
Ik laat jullie vrede na; mijn vrede geef ik jullie, zoals de wereld die niet geven kan. Maak je niet ongerust en verlies de moed niet.
Ik sta daar nog steeds en hoor het Jezus zeggen: Hij geeft moed als ik moedeloos ben. Hij geeft rust als ik rusteloos ben. En Hij geeft mij de vredeswens. Wat heb ik op dit moment in mijn leven het meest nodig?
Jullie hebben toch gehoord dat Ik zei dat Ik wegga en bij jullie terug zal komen? Als je Me liefhad zou je blij zijn dat Ik naar mijn Vader ga, want de Vader is meer dan Ik.
Jezus’ grote voorbeeld is Zijn Vader. Wie is of wie zijn in mijn leven voorbeelden geweest?
Ik vertel jullie dit nu, voordat het gebeurt, zodat jullie het geloven wanneer het zover is. Ik kan niet lang meer met jullie spreken, want de heerser van deze wereld is al onderweg. Hij heeft geen macht over Mij, maar zo zal de wereld weten dat Ik de Vader liefheb en doe wat de Vader Me heeft opgedragen. Kom, laten we hier weggaan.
Jezus stelt al Zijn toehoorders voor om met elkaar op weg te gaan naar een onzekere bestemming, maar wel met Zijn zegen. Brengen Zijn woorden mij in beweging?
Ik kan alleen woorden ontmoeten,
u niet meer.
Maar hiermee houdt het groeten aan, zozeer,
dat ik wel moet geloven dat gij luistert;
zoals ik omgekeerd uw stilte in mij hoor.