Jezus leefde in Nazareth een gewoon leven dat schijnbaar geen geschiedenis maakt. Daaruit treedt de zoon van God tevoorschijn. Hij heeft moeten leren leven als mens. Ook in hem heeft zich dat groeiproces voltrokken waarin hij zijn roeping ontdekte.
Ik zou kunnen vragen dat ik mijn herkomst niet verloochen; dat mijn bestemming ook in mij duidelijk mag worden; dat ik aanvaarden kan die ik ben zoals ik nu geworden ben. Dat ik mij meer met Jezus’ leven verbonden mag voelen.
Bless, the Lord, my soul, and bless God’s holy name. Bless, the Lord, my soul, who leads me into life.
Prijs de Heer, mijn ziel, en prijs zijn heilige naam. Prijs de Heer, mijn ziel, die mij het leven geeft.
Elk jaar trokken de ouders van Jezus voor het Paasfeest naar Jeruzalem. Toen hij twaalf was, gingen ze weer, gewoontegetrouw. Toen de feestdagen voorbij waren en ze weer naar huis terugkeerden, bleef hun zoon Jezus in Jeruzalem achter, zonder dat zijn ouders het wisten. In de veronderstelling dat hij zich bij het gezelschap bevond, reisden ze een hele dag voordat ze hem gingen zoeken bij familie en kennissen.
Een gewoon gezin. Ouders met een nog niet volwassen kind, waar ze zorg voor dragen. Hoe is dat voor mij, als ik terugkijk naar mijn eigen gezin waarin ik opgroeide. Hoe was de band met mijn ouders?
Maar toen ze hem niet vonden, keerden ze naar Jeruzalem terug om hem daar te zoeken. Pas na drie dagen vonden ze hem in de tempel. Hij zat daar midden tussen de rabbi’s, luisterde naar hen en stelde hen vragen. Allen die hem hoorden stonden versteld van zijn inzicht en zijn antwoorden.
Jezus, een kind nog, die zich aangetrokken voelt door de plek waar God, Jaweh, aanwezig is. Bij mensen wil zijn, waar hij zich in herkent, die iets in hem oproepen wat ontluikt, een religieus verlangen. Kan ik terugdenken hoe dit in mijn jonge leven was en zich ontwikkelde?
Toen ze hem daar zagen, waren ze zeer ontdaan. Zijn moeder zei: “Kind, hoe kon je ons dit aandoen? Wat waren je vader en ik ongerust toen we je kwijt waren.”
Kan ik mij de ongerustheid van ouders indenken? Als ik terugdenk aan mijn kinderjaren, kan ik dan zien dat die medebepalend zijn geweest voor mijn levenshouding als volwassen mens?
Hij zei tegen hen: “Waarom hebben jullie mij gezocht? Wisten jullie niet dat ik bij mijn Vader moest zijn?” Maar zij begrepen deze uitspraak niet. Hij ging met hen mee naar Nazareth en schikte zich naar hen. Zijn moeder bewaarde alles in haar hart. Jezus werd een wijs en volwassen man, die steeds meer in de gunst kwam bij God en bij de mensen.
Hoe zou mijn Hemelse Vader nu naar mij kijken? Bezorgd, liefdevol, begripvol of heel anders. Kan ik mij dit voor de geest halen?