De thema van deze meditatie is de geboorte van Jezus. Niet alleen meer dan twee duizend jaar geleden in Bethlehem maar ook nu, vandaag, in mijn hart.
Nu wordt het concreet:
God wordt een van ons,
een mens als wij, geboren als wij.
Hij komt ons nu nader
dan wij onszelf nabij kunnen zijn:
verhevener dan het hoogste in mij,
intiemer dan het meest intieme in mij.
Hij grijpt in mijn geschiedenis in –
om mij te redden met zijn liefde.
dat dit kind in mij mens mag worden;
dat ik zijn geboorte
van ganser harte kan vieren;
dat zijn wezen in mij zal doordringen.
Ik plaats mijzelf in de aanwezigheid van God die met tederheid naar mij kijkt.
Hodie Christus natus est: Heden is Christus geboren,
hodie Salvator apparuit heden verscheen ons onze Verlosser.
Hodie in terra canunt Angeli, Heden zingen de engelen op aarde,
laetantur Archangeli zijn de aartsengelen vol vreugde.
Hodie exsultant justi, dicentes: Heden juichen de gerechtigen en roepen het uit:
Gloria in exselsis Deo, Alleluia. Eer aan God in den hoge. Alleluia
https://open.spotify.com/track/74V6DhI3VVVZ9k9y3Ae96r?si=D48phOtVTceez3TMOLPcyw
https://www.youtube.com/watch?v=g6so5mVoNQs
OF deze versie van Sweelinck:
https://www.youtube.com/watch?v=B2rAkZE5UU0
De geboorte van Jezus Christus vond plaats op deze wijze: Toen zijn moeder Maria verloofd was met Jozef bleek zij, voordat ze gingen samenwonen, zwanger van de heilige Geest. Omdat Jozef, haar man, rechtschapen was en haar niet in opspraak wilde brengen, dacht hij er over in stilte van haar te scheiden. Terwijl hij dit overwoog, verscheen hem in een droom een engel van de Heer, die tot hem sprak: ‘Jozef, zoon van David, wees niet bevreesd Maria, uw vrouw, tot u te nemen; het kind in haar schoot is van de heilige Geest. Zij zal een zoon te wereld brengen die gij Jezus moet noemen, want Hij zal zijn volk redden uit hun zonden.’ Dit alles is geschied, opdat vervuld zou worden wat de Heer gesproken heeft door de profeet, die zegt: “Zie, de maagd zal zwanger worden en een zoon ter wereld brengen, en men zal Hem de naam Immanuël geven,” Dat is in vertaling: God met ons. Ontwaakt uit de slaap deed Jozef zoals de engel van de Heer hem bevolen had en nam zijn vrouw tot zich.
ê
In het Kerstverhaal van Matteüs krijgt Josef een heilig verzoek om voor Maria en haar kind te zorgen. Hij moet het kind de naam Jezus geven wat betekent, “God met ons”. ‘Dit alles is geschied,’ zegt de engel tegen Josef, ‘opdat vervuld zou worden wat de Heer gesproken heeft door de profeet, die zegt: “Zie, de maagd zal zwanger worden en een zoon ter wereld brengen, en men zal Hem de naam Immanuël geven,” Dat is in vertaling: God met ons.’
God kiest ervoor om naar ons toe te komen als een kwetsbaar, klein kind. Niet als een machtige koning. Ik stel mij voor hoe Josef naar het kind kijkt. Het kind heeft zijn tederheid, zorg en liefde nodig. Jezus wordt aan hem toevertrouwd: een heilige opdracht. Wat doet het met mij wanneer ik beschouw hoe Josef met het kind omgaat?
Jezus is ook aan mij toevertrouwd. Ik neem een plaats in de stal en kijk naar het kind. Misschien durf ik hem aan te raken of in mijn armen te ontvangen. Ik probeer te beseffen hoe kwetsbaar Hij is; te beseffen dat God in dit klein kind herkent wil worden. Ik stel mij voor hoe Jezus, als pasgeboren baby, naar mij kijkt. Ogen die smeken om tederheid, zorg en liefde. God die mij smeekt om tederheid, zorg en liefde voor allen die kwetsbaar zijn. Wat betekent dat voor mijn leven?
Ik ben niet groter dan God, diep in mijn hart niet minder kwetsbaar dan het Christus kind. Durf ik kwetsbaar te zijn? Verlang ik ernaar om deze kant van mij toe te laten? Christus in mij geboren te laten worden?
ê
Dat Ge zó bij ons zijt gekomen,
zo gewoon en wonderlijk tegelijk. . .
zo nooit door ons bedacht. . .
Wij immers dromen van een God
heel groots en verheven
vol majesteit en macht
om voor te vrezen
Maar Gij hebt u zomaar voor ons
te vondeling gelegd
helemaal aangewezen op zorg
van trouwe mensen.
Zomaar vertrouwt Ge u aan ons toe
Wat maakt Ge ons daarmee verlegen
uw hulpbehoevendheid roept enkel vragen op
uw kwetsbaarheid maakt ons onzeker
wat moeten wij nu met zo'n kleine God?
Veel liever schuil ik weg
bij Eén die alle narigheid voorkomt.
Maar aarzelend ga ik nu dit vermoeden:
waar wij het niet meer weten
daar daagt voor u een nieuw begin
de nachtkant van ons leven
wordt uw geboortegrond.
Ons verdriet, onze angst, onze onmacht
- al wat we verstoppen voor de buitenwacht -
dat neemt Gij aan, raakt ermee omwikkeld.
Zonder dat wilt Ge voor ons niet bestaan.
Dat Ge zó bij mij wilt komen wonen
dat Ge 't waagt met uw liefde alleen.
Kleine messias in 't rijk van Herodes
wees toch mijn gids door alle angst heen.
Uit: E'69 (pc en rk geestelijke verzorging der Koninklijke Marine)