"HET LEED DAT VOETBAL HEET"
Veel te vroeg overleed deze week op 49-jarige leef-tijd, Martin Bril, schrijver/dichter/co- lumnist, die ouder leek dan zijn leeftijd deed vermoeden. De man die 'minia- turen' toevoegde aan de Nederlandse taal en ze op één lijn plaatste met de kronkels van Simon Carmiggelt. De titel deze week "Het leed dat voetbal heet" is een verwijzing naar Bril's boek "Het leed dat liefde heet".
Voetbal en Liefde, twee woorden die net zo bij elkaar passen als Voetbal en Leed dat doen. Martin's boek gaat, zoals zo vaak bij de dingen die hij schreef, over de meest alledaagse zaken. De man die tegen zijn zin elke dag zijn hondje uitlaat, de dertig-plus dames die met de baby aan de borst hun seksleven doornemen, over overspel en billenknijpen. Over overspel en billenknijpen? Martin schreef toch nooit over voetbal, daar had hij niks mee, dus waarom dan over deze belangrijke voetbalzaken. Het overspel van Martin had niets met voetbal te maken, maar alles over de brave huisvrouw die een keer geen thuiswedstrijd zou spelen en uit haar dak wilde gaan als haar spel het hoogtepunt had bereikt. Het billenknijpen van Martin kende meerdere Meesters. Zoals het billenknijpen van de hoekman op de beurs, het billenknijpen van de man op zoek naar zijn beurs, de man als een gek op zoek naar het toilet. En wat te denken van Ruud Lubbers, de Meester billenknijper, die zijn glansrijke politieke carrière net zo hard verloochende als het beroeren van de derrière van Cynthia Brzak, zichzelf daarmee de grootste vluchteling makend binnen zijn eigen UNHCR organisatie. De hand van Ruud was ineens geen zuivere koffie volgens Baas Annan, net zo min als de graaiende hand van Kohl in zijn eigen partijkas, waardoor Der Helmut van zijn voetstuk viel en billenknijpend verder door het leven moest. Grootheden die met één kneep of één greep hun politieke carrière om zeep hielpen.
Jan Smits is een echte 'billenman', onthulde zijn vriendin Yolanthe Cabau van Kasbergen open en bloot tijdens de presentatie van haar lingerielijn. Jan, de billenknijper van Volendam, wil altijd aan mijn billen zitten. Een blik op haar billen en ik vraag me af of ik daar wel het naadje van wil weten, het bilnaadje wel te verstaan. Niet dat daar iets mis mee zal zijn, maar Moeder Natuur heeft haar zoveel kwaliteiten geschonken dat ik niet weet waar ik het eerst moet kijken. Die Jan heeft zoveel aan zijn hoofd en Yolanthe zoveel aan haar lichaam. Volendam bewees Willem II overi-gens een grote dienst door Roda in bedwang te houden. ADO blijft billenknijpen na het jammerlijke verlies tegen Feyenoord. Sparta, Heracles en De Graafschap zullen de spanning de komende weken ook aan den lijve voelen, terwijl wij onze bilnaad kunnen gaan ontspannen. Nee, naadje was het niet voor Willem II want de tweede 0-0 van het seizoen betekent bijna zeker lijfsbehoud in de Eredivisie. Het billenknijpen voor ons als supporter komt dit seizoen gelukkig ten einde.
Al jaren wachten we op de tribune tot onze club in de 2e minuut scoort, in de 7e de 2-0 maakt en dat ze voor de rust rustig uitlopen naar 5-0. Ja, ik heb het over Willem II. Waarom? Kijk, normaal gesproken zitten wij nooit in een luie stoel, onderuitgezakt, de doelpunten te tellen, onze doelman bekijkend met opgetrokken knieën, achteroverleunend tegen de doelpaal zittend, wachtend op het eerste balcontact en ik wil eens meemaken hoe dat nu aanvoelt. Willen zien hoe de trainer van de tegenpartij de ene wisselspeler na de andere laat opdraven in opperste vertwijfeling en alles, maar dan ook alles, probeert om het tij te keren, het gat te dichten, de Titanic te redden. Nee normaal gesproken zitten wij aan de kant waar weinig geklapt wordt maar waar de klappen vallen. Het billenknijpen is ten einde, de vlag en de broek kunnen weer omhoog. 'Sorry, het moet niet gekker worden, maar dat wordt het altijd wel', woorden van Martin Bril waarmee ik deze EEN PUNT waardig wil besluiten. Volgende week maar eens een open brief naar het Bestuur dat het volgend jaar allemaal anders moet.
BLIK OP DE BANK
Waldorf: Je kunt merken dat het einde van het seizoen nadert, dit heeft toch bijna niets meer om het lijf.
Stadler: Het voetbal in Tilburg leeft nog, mijn beste jongen, en de wereld draait door.