BELLISSIMO - HET POSITIESPEL
Ik zit helemaal klaar in het San Siro Stadion voor de wedstrijd Inter Milan - Udinese als een knappe blonde, met zonnebril probeert plaats te nemen op de stoel naast me. Achterover-hangend, buik vooruit, de uitpuilende navel net bedenkt door haar te korte witte truitje. "Rafaëlla' verraadt het kettinkje om haar nek. "Gelukkig, Ik ben op tijd", puft ze. Volgens mij ben je maanden over tijd, flap ik er uit in mijn beste Italiaans. "Si", antwoordt ze, "Sono incinto, ik ben in blijde verwachting". We zijn beiden hoopvol gestemd op een goede afloop als de scheidsrechter fluit voor het begin van de wedstrijd. "Heb je die aftrap gezien, de bal rolt één keer om zijn as, wordt naar achteren geplaatst en dan een verre trap naar voren. Resultaat: Bal kwijt! Dat kan beter. Bij een ingooi moet de bal naar de spitsen, maar die worden gedekt. Zonde!". Ik zie vraagtekens en een
" D e S p e e l s e H o f n a r "
lichte kleur op haar gezicht. "De bal naar achteren gooien is een doodzonde, maar terug spelen is Hogeschoolvoetbal hier. Een hoekschop, dat gaat bij ons beter. Zijler, 1 meter 65, gaat met zijn hoofd voor het kruis van de keeper staan om te beletten dat hij er uitkomt, snap je". Haar "Si, Si" klinkt als "No, No". Ik mis Michael, mijn voetbalmaatje, om mee te praten. Die zou het positiespel wel begrijpen en me lachend toevoegen: "Je moet 'mandekker' nog even aan haar uitleggen". Terwijl ik vertwijfeld omhoog kijk wordt er gescoord. Stankovic 1-0 geeft het grote bord aan, maar geen beelden. Ik heb het gemist, draai me om en vraag: "come è accaduto, hoe is het gebeurd"? Met een verschrikt gezicht stamelt Rafaëlla beduusd: "Op de achterbank van mijn Fiat 500."Da's krap, maar dat wilde ik niet weten. "Hoe ging hij erin, come è andato dentro". De onverwachte klap in mijn gezicht kwam hard aan en ik vocht minutenlang tegen mijn tranen. Mijn Italiaans was toe aan een opfriscursus, dat was duidelijk. Scuse, zei mijn blonde buurvrouw, toen Di Natale de gelijkmaker binnenschoot. "Ik begrijp nu je vraag pas, en" ging ze verder: "Het is een drieling, drie jongens. Ze trappen al zoveel in mijn buik, dat ik zeker weet dat het later voetballers worden". "Noem ze Christophe, Frank en Sergio" stel ik voor. "Heb je wel eens van Kaka, Messi en Ronaldo gehoord", antwoordt ze gevat. Dat is een andere mogelijkheid, die zouden bij ons over een jaar of 19 zo in de spits kunnen". Opnieuw zie ik alleen maar vraagtekens. Met nog 5 minuten op de klok puft ze zo heftig dat ik uitroep "Oh Wee! Ik denk dat we beter kunnen gaan". Waarom ben ik eigenlijk over positiespel begonnen. Ik zit al 25 jaar langs de lijn en al die tijd zie ik dat daar de winst te behalen valt. Ik loop als een gentlemen achter haar aan, naar de inmiddels gereedstaande ambulance. Ze stopt me een briefje toe met haar naam en telefoonnummer. Ik knik begrijpend. Nu maar hopen dat mijn club binnenkort belt om de drieling vast te leggen. Als wij over 19 jaar met onze geheel Italiaanse voorhoede Kaka, Messi en Ronaldo aantreden, dan weet ik dat ik een vruchtbare avond in Milaan heb gehad. Misschien dat het niet altijd even oogstrelend zal zijn wat de drie laten zien, maar Italiaanse mannen zijn een garantie voor mooi voetbal. Het sms-je geeft de eindstand in Tilburg, 1-1. Dezelfde als hier op het scorebord toen ik het stadion verliet. De ambulance rijdt weg onder hevig gejuich van het publiek. Raffaëla is de vrouw van de avond. Even later begrijp ik dat het gejuich voor Sneijder was, met de 2-1 diep in de blessuretijd de man van de avond. Bellissimo!
Uw eigen wijze sportverslaggever.