33, en onderuit.
“Wij gaan er als een stormram in, 33 minuten oorlog”. Het waren de woorden van de trainer in de plaatselijke ochtendkrant. Een hoger tempo dan 33 toeren zag ik niet.
Ook stond er: Inbraak bij Willem II. “Ze wilden de laatste plaats meenemen, maar kregen hem niet losgewrikt”, aldus een sinistere Ton Lips na afloop. “Jezus was ook maar 33”.
“Nou moet ik nog 33 minuten door de regen op de fiets naar huis, da’s nog het ergste”, was het trieste commentaar van een jonge supporter uit Gilze Rijen. Iedereen verbeet de teleurstelling op zijn eigen manier. Willem II had kans gezien om binnen drieëndertig minuten mijn avond, de rest van de week en mogelijk de rest van de competitie te vergallen. Op een knullige manier, die hem tijdens het waterballet in het eerste deel niet zou zijn aangerekend, liet Mäenpää de bal en de overwin-ning door de vingers glippen. Al bij de eerste terugspeelbal was hij aan het modderen. Bokste hij de ballen in de eerste ronde nog weg, nu in de tweede, ging hij en het hele stadion knock out.
Koppijn had ik. Zoveel bier om mijn teleurstelling te verdringen had ik niet achterover geslagen. Die poging had ik niet eens gewaagd in de wetenschap dat een aangeslagen vat daar niet toe in staat was.
Een normale menselijke ruggengraat heeft 33 wervels. Die zal ik allemaal nodig hebben om hem de komende 171 dagen, tot aan het eind van de competitie recht te houden.
Het was kort maar k….. Het zijn niet mijn woorden maar zo voelde het wel, bij iedereen.
Uw eigen wijze sportverslaggever.