BAVARIA, BAVARIA
New York, 29 juni 1993.
Vandaag 17 jaar geleden stelde hij zich loud and clear aan mij voor. "I am Don Julio Mario Santo Domingo III"
Het zou dé meest memorabele bespreking ooit uit mijn carrière worden. In een zijstraat van Park Avenue werden we in een dikke Mercedes S-klasse een ondergrondse parkeergarage binnengereden. We, mijn rechterhanden Joost, Frits en ik, gingen op bezoek bij de vader van Junior, die we zojuist in New York een uiteenzetting hadden gegeven van onze plannen. Nicolas Berggruen was de andere gesprekspartner geweest, een jonge dertiger en nazaat van een steenrijke Zwitserse bankiersfamilie, die net als de Guggenheim's met gemak enkele musea met de aangekochte werken, van o.a. Klee, Miro, Picasso, Giacometti en Matisse kunnen vullen.
Na de smalle lift werden we gefouilleerd en de bewakingscamera's zoemden in onze richting. De hal waar we in beland waren zou in het Witte Huis niet misstaan met de opvallende trap uit de Oscar uitreikingen in Hollywoord. De 10-meter hoge Sfinx keek ons vragend aan wat wij in hemelsnaam van plan waren. De dubbele deuren werden door twee bedienden geopend en schoorvoetend liepen we het kantoor binnen van een rijzige zeventiger, geverfd haar met het uiterlijk van een filmster en de houding van een staatshoofd. Hij torende hoog, ondanks zijn leeftijd, op het Mens World's Best-dressed lijstje. Alles ademde rijkdom, puur goud dat er blonk.
Hij nam plaats in zijn zetel, op een lichte verhoging, terwijl met een handgebaar het bankje aan ons werd toebedeeld. Junior en Berggruen namen plaats op de kussens en de Security-man op de grond. Julio Mario bepaalde de hierachie, van hoog naar laag. De symboliek ontging mij niet.
We legden het doel van ons bezoek nog eens uit, ontvouwden de plannen voor redding van het Franse bedrijf, waar hij een groot aandelenpakket van had en ik de grootste klant was. Het zou onherroepelijk failliet gaan, als er niet spoedig werd ingegrepen en hun geïnvesteerde dollars zouden verdampen. Na een interessant half uur zei de tot dan toe voor ons onbekende rijkaard, dat ons verhaal sterk, indrukwekkend en goed onderbouwd was, wij het zeker zouden redden, maar hij niet geinteresseerd was er opnieuw in te stappen. Ons verzoek lag onder zijn niveau.
Ik had mijn huiswerk niet goed gedaan. Hij en zoonlief & Co knipperden pas met hun ogen als de investeringsvraag vijfentwintig miljoen dollar of meer had bedragen. Dat wij dat niet nodig hadden om het bedrijf te redden, liet hem koud. Wie was Julio Mario Santo Domingo III eigenlijk?
Onze wenkbrauwen fronsten toen we via Alta Vista – Google liet nog 4 jaar op zich wachten – raadpleegden en er achter kwamen dat hij Columbiaan was, de hele nationale luchtvaartvloot bezat en banden had met de Regering. Alarmbellen begonnen te rinkelen. Medellin was zijn stad, maar ook die van Pablo Escobar, en wij haalden opgelucht adem, dat hij niet had toegehapt. De zoekmachine meldde verder dat Santo Domingo goed was voor zo'n slordige 7,8 Billion US Dollars (US 7.800.000.000) en hij, Julia Mario, het hoofd was van de Bavaria Groep, die de hele Zuid-Amerikaanse biermarkt beheerste. Zijn Bavaria stond voor een omzet van 1.900 miljoen Dollars, waarmee hij de familie Swinkels inclusief de omzet in Malt ruim 15 keer verpletterde.
Nee, de Nederlandse Bavaria is inderdaad het koppige haantje dat brutaal meepikt uit de FIFA bak. De oranje jurkjes was een stunt, meer niet. Leuk gedaan. Vraag een buitenlander naar Bavaria en men wijst naar Duitsland. Onnodig uit te leggen dat Lieshout, gemeente Laarbeek uit Peelland ook niet scoort. Bovendien met de dames zonder oranje jurkjes in de TV reclame van het Zuid-Amerikaanse Bavaria is dorst lessen een stuk aangenamer. Oordeel zelf, of bent u geen Bavaria kenner of Ferrari liefhebber .
http://www.youtube.com/watch?v=v9oYYoQlIdE
Uw eigen wijze Oranje sportverslaggever.
T H E W O R L D C U P E D I T I O N
Uw eigen Oranje sportverslaggever 29 juni 2010 EEN PUNT kleurt Oranje Nr 4.