EEN PUNT
De Speelse Hofnar
Vijfde Jaargang Nr 11 Winterstopspecial
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Friday on my mind
Met een vette vaart van 28.000 km per uur zette André Kuipers vanuit zijn Space Oddity (202) de Top 2000 als Bowie’s Major Tom in werking.
Het eindejaarsliedjesspektakel kluistert ons Telkens weer (1570) All day and all of the night (1738) met Night Fever (1138) aan radio2, hechter dan het bericht dat Janga naar Excelsior gaat, Ajax zich ontdoet van zijn commissarissen of een onverwachte Wall Street Shuffle (410) de aandelenkoersen met 10cc laat stijgen.
Het winterstopoverzicht, gebaseerd op de lijst der lijsten, is inmiddels een traditie geworden, waarbij Friday on My Mind (1889) – dat bent u vast met mij eens - het niet te missen inkoppertje was.
De Jupiler league voelt nog onwennig en ik ga, net als ik me deze eerste seizoenshelft heb gevoeld, kriskras met weinig gevoel voor richting, door de lijst heen. Elke gelijkenis met hoe onze spelers over het veld rennen, zeg ik er haastig bij, berust op louter toeval.
Toch zijn onze jongens niet echt aan het Carrière maken (voordat de bom valt) (1001).
De 10.000 toeschouwers op de tribune geven Brood en Vrienten gelijk. Als je wint heb je vrienden” (1957), maar bij iets fraaier spel en meer overwinningen zou het bord ‘uitverkocht’ aan de poort hebben gehangen. Zeker weten.
I’m Working on a dream (680) zong Bruce Springsteen voor senator Obama en misschien wil the Boss dat op verzoek van onze trainer in de kleedkamer komen herhalen. Obama won!
Ik mag niet vergeten dat ik ooit tot The Young Ones (1801) van My generation (482) behoord heb. Inmiddels ben ik old and wise (20)en vraag ik de 3 roergangers Tell me your plans (1762) eens. The name of the game is voetbal, dat weet ik en met mij het hele Rood-wit-blauw leger, dat tweestemmig I’m in the army now (1728) inzet om te bewijzen dat ze achter de club staan. Wanneer GuusMeeuwis dan laten we proosten (1592) aanheft, klinkt mij dat iets teveel Jupiler in de oren.
Laat het vanavond gebeuren (1585) daarentegen, met You win again er achteraan (1571) gevolgd door telkens weer (1570), zeggen me dat we op meer mogen rekenen.
Gute nacht freunde, let’s spend the night together en on the beach laten zien dat er meer verhalen in de Top 2000 zitten. Mocht u daaraan twijfelen, dan volgt Lessons in love (1411) speciaal voor u.
‘De muziek zegt alles’. Dat zijn niet alleen mijn woorden, maar ook die van huilprof en goede vriend, Ad Vingerhoets, die met het oog op de Top 2000 er een boek over vol schreef. Hij zegt dat de klanken, krachtige en emotionele effecten teweeg brengen, dat de muziek ons vrolijk of verdrietig maakt en dat de uitvoering belangrijk is. Deze termen slaan niet alleen op de Top 2000, maar net zo goed op het voetbal en op dat van onze tricolores.
Ik merk dat ik, net als Willem II, moeite heb om aan de top van de ranglijst te geraken.
Bij het horen van 24 rozen (1336) denk ik aan clubarts Jan Vioen die er 8 kartonnen dozen op laat rijmen, en best bereid is bij promotie zijn schlager als de fool on the hill (291) ten gehore te brengen. Onze magic man (1587), forever Young (95), lapt iedereen op met spons en zeem. Always look on the bright side (1184) staat naast ‘Conny’ beslist in zijn voetbalheart of gold (196) gebeiteld.
De roep I still haven’t found what I am looking for (102) verstopt hopelijk met de komst van ADO speler Höcher.
One, (13) die plek zullen we niet halen, maar met U2 ben ik ook tevreden. Ik weet het, de Top 2000 zijn wijzelf. Iedereen, een beetje. Het zijn al onze gelukkige en verdrietige herin-neringen samen. Spijtig genoeg haal ik de top 5 niet. Dat mag Willem II beter doen. Een heel goed (voetbal)jaar wens ik u graag toe.
Uw eigenwijze sportverslaggever.
Vijfde jaargang nr 10 Willem II - SC Cambuur 0 - 0
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
IK WILLEM II
De tijd van lijstjes, van ‘Wat-wil-je-hebben’ en ‘Wat-wil-je-eten, we zitten er middenin.
Zo rond Sinterklaas vind ik het wel leuk. “Wat wil je hebben”, klinkt mij dan als muziek in de oren. Wat-zal-ik-geven trouwens ook.
Gaandeweg de maand komen er meer lijstjes voorbij en als de laatste klanken van de Top 2000 straks klinken, ben ik blij dat het allemaal weer is afgelopen.
Bij mij op één staat de 10-jarige KingZine. Daar kan Queen niet tegenop. De supportersclub zingt haar repertoire zonder ophouden in allerlei toonsoorten.
Maar er zijn meer lijstjes. Neem nou de Top Sites met Google op 1, Youtube op 2 en Buienrader met stip op 7. Behalve dat ik er gebruik van maak, zegt het he-le-maal niets.
‘Kijk, dat is nou het mooie van Leeuwarden’. Hier won Ljouwert, de Friese naam van de provinciehoofdstad, de verkiezing beste Gemeenteslogan mee, terwijl Rotterdam Durft beter is en I Amsterdam beter is blijven hangen. Wat heeft Leeuwarden eraan om eerste zijn, denk ik dan en ik om dat te weten.
Van de lijst van twintig beste films heb ik de meeste gezien en het beste album staat in mijn kast. Inmiddels heb ik door, dat je van alles wel een lijstje hebt.
Wist je dat Raar (gem. Meerssen) op 1 staat bij Gekke plaatsnamen, dat Louwe Pruim, Con Domen is opgevolgd bij de raarste namen. Sam Bal en Bing Go, hoe verzin je het, beten in het stof. Bij de Top 10 van Grootste Steden krijg ik mijn eerste teleurstelling. Tilburg, staat op 7, ingehaald door Almere. Die lijst klopt niet.
De populairste poezennamen laat ik aan mij voorbij gaan. Zo ook de 10 beste waak-honden en omdat ik alleen zonen heb, ook de Top 10 met de knapste dochters.
Mijn tweede teleurstelling beleef ik bij de lijst met meest beoefende sporten, als ik zie dat voetbal, bij zowel de mannen als de vrouwen, is verslagen door fitness.
De topscorerslijst brengt een lichtpuntje nu Donny de Groot op 4 staat. Het tweede lichtpuntje is het nieuws van de KNVB die Willem II van 1 naar 2 overhevelt. Daar kun je mee thuiskomen.
Op de ranglijst had Willem II de kerstboom in volle gloed kunnen zetten met een overwinning op Cambuur. De 0-0 was mijn derde teleurstelling. Lef hadden we moeten tonen.
‘Spierballenbakken met de kerst’, stond met koeienletters in de krant. Met meer spierballen zou een tweede plaats, met een nacompetitietoetje, een eitje zijn.
Toen ik de pagina omsloeg kreeg ik mijn vierde teleurstelling. De spierballenbakken bleken ‘muscle cars’ te zijn, een Ford Mustang Boss 302, een Chevrolet Camaro en een Corvette. Te bewonderen met de kerst.
Op het verlanglijstje lijstje van Willem II staat een nieuwe shirtsponsor, een Marketingplan, Marc Höcher (ADO) en vooral geen Harkemase Boys.
Op mijn to-do lijstje staat nog u allen hele fijne feestdagen toe te wensen.
Uw eigen wijze sportverslaggever
Vijfde Jaargang Nummer 9 Willem II – TOP Oss 2-0
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
DE HAND VAN DE MEESTER
Precies 100 dagen na zijn verbanning op Elba, stond Napoleon in Waterloo. Een brug te ver. Onze eigen strateeg zat bij zijn 100ste, verbannen op de tribune.
Nu, ruim 150 dagen na zijn aanstelling, denk je tevergeefs, dat de hand van meester Streppel zichtbaar is.
Als je op hem let, en dat ben ik eens gaan doen, dan valt het op dat zijn lichaamstaal leest als een open boek.
Al vóór de aftrap wrijft hij over zijn neus, om dat tijdens de wedstrijd nog minstens 25 keer te herhalen. Een veeg teken.
De scheidsrechter fluit, zijn armen bewegen. Alles wat er in dat hoofd omgaat, vertellen zijn handen letter voor letter, als van een nieuwslezer bij het dovenjournaal.
Na de eerste gemiste kans beeld hij de teleurstelling prachtig uit met een halve pirouettedraai. Als een klaar-over regelt hij vervolgens het verkeer langs de zijlijn. Hij krijgt het maar niet in goede banen. Van de Sande, de Osse 7, is de dwarsligger. Een lastig te nemen obstakel.
Met de rug naar de tribune spreidt hij zijn beide armen omhoog, wijdt uiteen. Zijn houding toont hulpeloos. “Vergeef het hen, ze weten niet wat ze doen”, zou zo door zijn hoofd kunnen flitsen en anders wel door die van menige toeschouwer.
‘Naar voren, naar voren’ zeggen zijn duwende handen. De ene na de andere terugspeelbal maakt duidelijk dat zelfs met verbale ondertiteling, deze gebaren niet worden begrepen. Eenheid, lef en kansen verzilveren, het ontbreekt allemaal. Wie moet dat dit elftal bijbrengen? Twee december, het antwoord laat niet lang op zich wachten. Jurgen staat te zwaaien alsof hij Sinterklaas is. In onze rol spelen wij hem de zwarte Piet toe.
Hij staat op en gebaart de corner snel en kort te nemen. Haemhouts krult hem voor en Keller hakt hem binnen: 1–0. Zo simpel als het eruit ziet, is het ook.
Jurgen zit niet op zijn gemak, gebaart Gravenbeek naar de zijlijn en spreekt hem vaag gebarend toe. Vaag is de term die al de hele wedstrijd op het rendement van deze balverliefde dribbelaar slaat.
Daar gaat zijn hand weer naar zijn neus, zijn hoofd, naar het lege flesje water.
Zijn gestrekte arm vraagt om een rode kaart voor een grove overtreding. Dat wil wel eens helpen. Twee nog meer. Zelfs met 10 man pint Oss Willem II vast op de eigen helft. Ongelooflijk.
Zijn armen maken overuren, het zweet staat in zijn handen, het eelt op zijn vingers. Hij beweegt, maar hij is de enige.
Weer schuift zijn hand onder zijn neus. Guijt eruit, met Hans Mulder komt het voor de bakker.
Streppel zet zijn volumeknop op de hoogste stand: “Door, doorgaan Hans”. Hans kijkt verbaasd om: Wáárdoor, denken zijn ogen. De 2-0 valt niet, Jurgen’s schouders zakken af. Dàt voorbeeld volgen de spelers nou wel. Hij zakt uitgeput onderuit, zijn armen moe hangend langs zijn Borek buitenstoel. Het verlossende fluitsignaal klinkt.
De scheidsrechter wordt bedankt voor de rode kaart en iedere speler krijgt een tik tegen de billen. Schouderklopjes hebben ze niet verdiend. Met de 2-0 in de verlenging werd de uitslag toch nog TOP.
Uw eigen wijze sportverslaggever
EEN PUNT
De Speelse Hofnar
Vijfde Jaargang Nr 8 Willem II - FC Almere 1 - 2
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
'MARADONNY'
Terwijl in de schouwburg de Tilburgse Revue met de titel Duizend Dromen van start ging, beleefden 8.500 op een overwinning hopende supporters in het stadion, een nachtmerrie.
Hoelang duurt het nog vraag ik me af totdat Donny de Groot het ritme, de vorm en het zelfvertrouwen met enkele rake treffers terug het elftal inschiet.
Dat hij door heel voetbalminnend Nederland liefkozend Maradonny wordt genoemd wist ik niet. Ik dacht dat mijn zoon een grapje maakte, toen hij onlangs met die koosnaam de centrumspits van Willem II aanduidde.
De adoratie die vrouwelijke supporters voor de Goudader, de andere naam dan Kaaskop voor iemand uit Gouda, aan de dag leggen, is voor een gewone man niet te vatten.
Dat deze Adonis in vele jonge vrouwenharten staat gedownload onder de A van Amor, kan ik me nog voorstellen, maar dat dames van middelbare leeftijd tijdens een spelerspresentatie smachtend in de rij staan, de jaloerse blikken van hun mannen trotserend, om met Zeus Donny op de gevoelige plaat te worden vastgelegd, daar heb ik moeite mee.
Ik weet dat goaltjesdief Donny ook hartenkoning is, maar voor mij scoort hij alleen als hij doelpunten maakt en hij droog staat, als hem dat even niet lukt.
Vrouwen tonen hun gevoelens voor de andere sekse nu eenmaal vrijer en zonder gene, dan wij mannen. Vrouwen zijn niet het wild meer, waarop wordt gejaagd. Zij jagen zelf en Donny is hun damhert om te schaken.
Als hij vóór aanvang het veld oploopt aan de hand van een in Willem II shirt gestoken 5-jarige belofte, zie je vrouwen opveren en kloppen hun harten sneller. Zij hebben alleen oog voor hem, hun prins met rugnummer 9, en dromen duizend dromen waarin ze zijn prins6-je zijn.
De ogen van de mannelijke kijkers weet basisdebutant Sanusi op zich gericht door zijn speelsheid en fluwelen balbehandeling. Hij is met zijn 19, dé man van de wedstrijd.
Streppel is niet in de stemming voor een publiekswissel, daarmee de dames de kans ontnemend nog een keer voor hun Man of the Match, hun Maradonny, te juichen.
In de 80ste minuut, met een 2–0 achterstand, scoort Kolkka tegen en staat daar plotseling een knappe meid, die zonder enige twijfel kans maakt ‘Donny’s grootste fan’ te zijn.
Ze zit geen moment stil. Ze loopt heen en weer tussen haar stoel en het hek, de plek waar ze het dichtst bij haar idool is. Ze volgt de bal niet, alleen hem, haar Donny.
Als de scheidsrechter af fluit en Donny met de andere spelers aan een rondje op het veld begint, wacht zij geduldig af. Ze weet dat hij langs haar moet komen. Als hij haar ziet, volg ik zijn blik. Zij springt uitbundig en zwaait vol hartstocht.
De nederlaag deert haar, als enige, waarschijnlijk niet. Donny zwaait terug en werpt een kushand. De liefde tussen die twee vult het lege stadion. Donny heeft haar foto in zijn portemonnee en zij vraagt haar afgod morgenvroeg aan het ontbijt, met haar eigen koosnaampje om een beschuitje.
Terwijl Donny de trap afloopt de spelerstunnel in, brengt zij haar handen naar haar mond en schreeuwt zo hard ze kan: ”DAAHAG PAPA”!
Dan loopt de 4-jarige Eloise terug en zegt tegen haar moeder, met haar arm naar het veld wijzend en op een toon, je hebt hem toch zeker ook wel gezien: “Daar, Papadonny!”
Uw eigen wijze sportverslaggever.
Vijfde Jaargang Nummer 7 Willem II – Volendam 1 - 0
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Inzetten,…. én spelen maar!
Nieuw spel, nieuwe kansen! Inzetten….. en spelen maar.
Witte gij’t’’ vroeg de als roze geit verklede bok op maandag tijdens de Tilburgse Kermis.
‘Vandaog nie’, antwoordde hij. ‘Vandaog kleur ik alles roze’.
Vandaag weet ik het ook niet en of maandag alles roze ziet, hangt af of ik de uitslag van deze wedstrijd goed voorspel.
-‘Doet u mee?’
Met een paar grote kijkers en een brede glimlach kijkt ze me, van onder haar rode krullen, stillekens aan. Niemand kan haar dit weigeren, denk ik. Het feit ik mijn naam invul bij nr. 36 op de lijst, bewijst mijn gelijk. Iedere keer waag ik een poging en iedere keer zit ik ernaast.
Tegen Den Bosch had ik de uitslag goed, alleen omgedraaid. Dichter dan dat ben ik nog niet bij de prijzenpot geweest. Als ik 0–3 had geraden, had ik behalve de € 90,- ook het afgrijzen van mijn mede-poulers gekregen.
Willem II van Den Bosch laten verliezen, zou men mij zwaar aanrekenen. Voor mij en de voetbaltoto geldt slechts één mogelijkheid: Willem II Wint!
Na die wedstrijd tegen Den Bosch voelde het alsof ik uit een draaimolen stapte, dol met de kwast nog in mijn hand. Ballengooien had onze keeper beter kunnen doen, dan de bal steeds over de zijlijn te trappen. In de krant stond, dat men geturfd had hoeveel terugspeel-ballen hij te verwerken had gekregen en dat we zijn zwakke optreden hem toch zeker niet moesten aanwrijven. Waar zijn we bang voor? Dat onze keeper op de Tilburgse kermis in 2012 aan de kassa van de Hooggaatie vraagt, voor hem de molen iets minder hoog te draaien, of dat hij voor de lachspiegels beweert van Beveren te zijn. Dat hij in de doolhof wacht tot een gids langs komt, of dat hij aan het spook in het spook-huis vraagt hoe het met zijn zelfvertrouwen gesteld is? Mag hij soms geen off-day hebben?!
-‘Wilt u een kansje wagen?’
Met andere woorden wordt me dezelfde vraag nog eens gesteld.
Met een hengst aan het rad van fortuin zou ik meer kans op een prijs hebben. Een waarzegger met een glazen bol had uitkomst geboden. Zijn uitspraken zijn zodanig dat hij het altijd goed heeft. En altijd goed, is juist waar ik naar op zoek ben.
‘Wat wordt het?’
Uiteindelijk vul ik als einduitslag 2-0 in, en 1-0 bij de rust.
De wedstrijd haalt niet de snelheid van een achtbaan eerder de spanning van de botsauto’s. De kop van Jut dreigt de hele tweede helft toe te slaan. Gelukkig blijft de 1-1 uit, jammer genoeg de 2-0 ook. Geen roze wolk, geen roze maandag.
Volendam gaat met lege handen, de drie gelukkige totowinnaars – Berrie, Frans en Samantha - ieder met € 65 naar huis. Willem II en ik met 3 punten.
Jan Smit schalt door de luidsprekers en een echte kermisgeur verspreidt zich in de Koningsclub door de paling die Frans van Oursouw uitdeelt. Het blijft nog lang erg gezellig. Boffertjes zijn we, toch?!
Uw eigenwijze sportverslaggever.
Vijfde Jaargang Nummer 6 22 oktober 2011 Willem II – FC Den Bosch 0 – 3
LAMSTRALEN EN PLASZAKKEN
De laatste momenten van de wedstrijd tegen FC Den Bosch mis ik, als ik met één snelle haal mijn gulp openrits en plaatsneem bij de laatste lege urinoir. Ik bevind me tussen de mannen die, luid waterend, kritiek leveren op de wedstrijd. Stof genoeg deze keer zou ik denken, want op één halve kans na was het he-le-maal niks. Ze kennen mekaar en spreken vrijuit alsof ze bij een lotgenotenbijeenkomst van de AA staan.
Vrouwen kennen dat niet en, ofschoon de Lady P heus bestaat, vraag ik me af of de dames met de broek op de enkels ook hun kritiek zouden spuien of dat ze zich aan de ledematen van een speler te buiten zouden gaan.
Hoe het ook zij, ik sta te midden van de mannen die steevast voor het eind van iedere wedstrijd wegrennen. De leden van de zwakke blazenclub zogezegd, die strijd voeren met hun eigen watermanagement, die met een blik mijn-vrouw-wacht-thuis-met-de-pan-hete-aardappels, vijf minuten voor tijd steeds het stadion uithollen. Zij staan niet thuis, maar hier en zelf hun piepers af te gieten. Wanneer de druk van de ontknoping toeneemt, als het stadion gaat billenknijpen, staat hun blaas op springen. Voor hen zijn de laatste vijf minuten normaal gesproken altijd te spannend, maar nu even niet.
Ik zie mijn buurman gekke bewegingen maken.
-‘Gaat het?’, vraag ik aan de ouwe naast me.
-‘Niet om aan te zien, er komt niets uit, er zit niets in, geen greintje kracht, lamstralen zijn het’.
Beschrijft hij zijn druppelend kraantje?
- ‘Het plassen?’ opper ik voorzichtig.
- ‘Nee, iedere speler op het veld en de trainer erbij’, antwoordt de oude man verbaasd.
-‘Het plassen gaat goed, alleen dat verdraaide hemd zit klem tussen die verdomde rits‘.
Al mompelend draait hij zich van me af, alsof hij bij een bankautomaat zijn pincode staat af te schermen. Hem hier helpen is geen optie.
‘Blaasproblemen had ik vorige keer’, voegt hij er lachend aan toe. Mijn vragende blik verraadt dat ik zijn verhaal wil horen en zonder een reactie af te wachten gaat hij verder:
-‘ Tegen Sparta hield een agent me aan en vroeg of ik gedronken had. In mijn pas eigengemaakte Tweede Kamertaal zei ik: Doe eens effen normaal man, natuurlijk heb ik gedronken. Met wat geluk wordt het promotie.
Tsjongejonge, doe eens lekker zelf normaal, had de agent op zijn Rutte’s geantwoord, terwijl hij zijn boekje pakte en eraan toevoegde: Promotie wil ik ook wel, niet voor Willem II, maar voor mij en die komt met mannen zoals jij, bon voor bon dichterbij. Op de blaaspijp zag ik het cijfer toenemen alsof het een sneltrein was’. -‘Bij Willem II loopt het niet als een trein, daar komen geen plaszakken’, grapte ik.
Tijdens mijn wateren had niemand staan juichen. Daar was ook geen enkele reden toe. Al had de wedstrijd nog 2 uur geduurd, dan nog hadden wij niet gescoord.
De ouwe had zijn broek inmiddels dicht en liep naar de deur. Terwijl ik mijn handen waste, draaide hij zich om.
-‘Nee, geen plaszakken alstublieft. Iedereen holt maar. Hier staan ze tenminste even stil en heb ik mijn praatje. Die gezelligheid zou ik dan gaan missen. Nee, dank je wel, en…..goedenavond”.
Uw eigen wijze sportverslaggever.
Uw eigenwijze sportverslaggever 1 OKTOBER 2011 Nummer 5
DOORELKAARGESCHUD
Het is meioljik te geolevn dat u niet knut leezn wat heir saatt.
Nee, er is nites mis met uw copmtuer en ja, mijn spellnigs-contorle mkaat ovreuren.
Ik wil u het geoevl geevn dat ik had op de trbuine tijedns de wdestijrd Willem II - Sparta. In één wrood: Doorelkaargeschud.
De utiozdelrjike karhct van het mneseiljk berin, is dat de vogolrde van de lteters in een worod geen bealng hfeet. Dit kmot odmat het mneseljik brien bij het lzeen neit lteter per letetr leset, maar een worod als geehel.
Bij voetbal is het net zo. Daar is het begin- en het eindsignaal van belang, want daar tussenin gebeurt het. Als je maar niet wordt afgeleid door wat er op en om het veld gebeurt en dat was niet gemakkelijk in de wedstrijd tegen Good Old Sparta.
Na de vroeg verkregen 2 – 0 voorsprong maakte iedereen zich op voor een monster-score. De Tyton-reprise met Swinkels in de hoofdrol, stak daar een stokje voor. Iedereen raakte van de wijs, behalve het supportersvak die de ongelukkige aanvoerder hartelijk bleef toezingen. Arjan ging deze keer niet met een rode kaart, maar in een heuse ambulance van het veld.
Het meest van de kaart raakte arbiter Van de kerkhof, die na het 28 minuten durende incident er geen bal meer van bakte.
U vraagt zich af wat Sylvie van der Vaart, hierboven afgebeeld, er mee te maken heeft.
Helemaal niets, net zo min als de dingen die tijdens de wedstrijd op en om het veld ge-beurden en die de aandacht van het voetbal afleidden, net zoals uw ogen door Sylvie worden afgeleid bij het volgen van deze tekst.
Na de ambulance was het wachten op de brandweer met een ladder om het doelnet te repareren, maar de boomlange Janga, de spits, die Goale maoke als zijn roeping heeft, begon mee te helpen het gat te dichten. Een onterechte strafschop voor een vermeende handsbal, werd door Meul gestopt. Gerechtigheid dus.
Daarna een grensrechter die te hard vlagt, waardoor zijn stokje in tweeën breekt, een speler die te vroeg een pas naar voren zet, en zo tegen een gele kaart aanloopt en een keiharde charge van Varela die rood verdient en hij er niet eens geel voor krijgt, terwijl zeven spelers wel geel kregen die ze niet wilden hebben.
Het 9.400 koppige publiek dat weer eens ‘hondelul’ in de mond neemt.
Een trainer die, nadat hij probeerde de ogen van de scheidrechter te openen, naar de tribune wordt verbannen en daar, nadat hij alle ereleden voor hém laat opstaan, de dames de ogen uitsteekt door naast Donny de Groot plaats te nemen. Ik ken wel 20 dames die dat ook willen. Vanuit zijn nieuwe stoel, met een beter zicht op het veld, belt hij naar zijn eigen plek op de bank om hemzelf duidelijk te maken wat hem tegen Harkemase Boys en AGOVV niet lukte.
Namelijk dat je moet doorzetten om iets tot een goed einde te brengen, dat je van het begin tot het eind geconcentreerd moet zijn en niet moet opgeven als het even tegen zit.
Dan loopt het vanzelf en speelt Van Nuland een puike invalbeurt, solt uitblinker Graven-beek met Van de Kerkhof en wordt Vossenbelt gewoon Man of the Match.
Dan wordt Harkema vergeven en vergeten, hoeven we Apeldoorn ook niet even te bellen en hebben we met zijn allen een heerlijke avond gehad, waar we ook nog eens drie punten aan hebben overgehouden.
Uw eigen wijze sportverslaggever.
Uw eigenwijze sportverslaggever 17 september 2011 Nummer 4
KAAL IS COOL
Jack van Gelder, Kees Jansma, Jan van Halst hebben het. Wesley Sneijder, John Heitinga, Andre Ooijer, Demi de Zeeuw ook. Een kale(nde) knikker. Kaal is in, vooral in het voetbal. Dat wordt verklaard omdat in een wedstrijd de testosteronspiegel van spelers zodanig stijgt, dat het haaruitval tot gevolg heeft.
Ook in mijn eigen Willem II stadion zie ik het. Daar prikken twee felle lichtjes in mijn ogen. Het zijn de weerkaatsingen van de stadionlampen op het hoofd van Jurgen Streppel. Na een scheerbeurt en een door Eredivisie Live aangeprezen Nivea for Men nabehandeling, blinkt zijn hoofd als een spiegel. Cool man!
Waar keeperstrainer Raymond Vissers van geen haar een komische uitstraling krijgt, de vlotpratende directeur Marco Faber iets ernstigs, heeft Streppel meer weg van een man met een visie, een ziener, een voorspellende geest met paranormale gaven. Kwaliteiten die doorgaans worden toegeschreven aan iemand, die met een helm op is geboren. Dat Streppel de uitslag al op voorhand wist, valt aan zijn nerveuze houding langs de zijlijn, ernstig te betwijfelen.
Op mijn vraag aan de 42-jarige trainer wanneer hij zijn wilde haren verloor, ant-woordde hij na enige overpeinzing: ‘15 jaar geleden’. Speelde hij met een pruik op, net als André Agassi, om de tegen-stander én de vrouwelijke supporters te imponeren? Het antwoord is niet meer belangrijk.
Met ‘Waar geen haar zit jongen, zitten hersenen’, stelde mijn moeder mij vroeger gerust, toen ik haar mijn terugwijkende haarlijn toonde.
Nu deze voetbalgeneratie heel veel mannen kent die op jonge leeftijd met het kaalheids-gen behept zijn, speelt Nederland beter dan ooit. Nederland wel, maar Willem II speelde allesbehalve cool in de met 3-2, onterecht gewonnen wedstrijd tegen Telstar.
Voer voor wetenschappers lijkt me zo. Oud-Professor Diederick Stapel, zou hier wat graag onderzoek naar hebben gedaan. Of de in opspraak geraakte Stapel daar zijn vinger achter had weten te krijgen is nog maar de vraag. Zijn duim was immers waar hij het allemaal uitzoog. Hij manipuleerde uitslagen en dat lijkt bij Willem II als lid van de Raad van Bestuur overbodig, nu het geluk aan onze kant staat en met 3–2 de overwinning kon worden gevierd.
Niet knoeien met de uitslagen, Diederick. Stapelgek noem ik hem om zo’n glanzende carrière om zeep te helpen. Stapel’s koppie blijkt minder briljant, maar met teveel brillantine en een berg boter op zijn hoofd wel glanzend.
Uw eigen wijze sportverslaggever.
Uw eigenwijze sportverslaggever 26 augustus 2011 Nummer 3
EEN BELOFTE
De twee fel glinsterende ogen in de prachtige bruine kop, keken me zenuwachtig aan.
‘Zanussi’ kwam er zachtjes, bijna verlegen, uit en ik echode de klanken die binnenkwamen in mijn beste Italiaans.
Aan het schudden van zijn hoofd en de rimpeltjes in zijn strakke voorhoofd begreep ik dat ik het mis had. Ik had die naam toch goed gehoord met nog iets ervoor…….. maar wat?
Ik spande me nogmaals in en weer verstond ik de naam van het bekende witgoedmerk in was- en droogcombinaties uit de mond van deze donkere knul: ‘Zanussi’.
“Hij is een speler”, verklapte Haemhoudts, die met hem was meegekomen naar de Koningsclub in het kader van het sponsor/speler Integratie Plan. Robbie had ik wel herkend, al zou hij met rugnummer 7 op zijn voorhoofd, het me gemakkelijker hebben gemaakt.
“Een speler” peinsde ik, alsof Robbie een belangrijke clue, in het door de ex-Volendam- speler Frank Kramer in de jaren tachtig van de vorige eeuw gepresenteerde, 45 minuten durende, KRO spelprogramma Hints had weggegeven. Met deze door mijn maatje Michael en mij feilloos beheerste gebarentaal, proberen wij tevergeefs al vanaf de Kerekes-periode en het Quinn-tijdperk, niet de grootste 2 lichten die bij Willem II rondliepen, te communiceren met de bank. Drie lettergrepen, begint met een W, eerste lettergreep klinkt als ‘wis’.
Als na een half uur pas het rugnummer van de betreffende speler omhoog gaat en zijn vervanger het veld in komt met één opdracht, hém te doen vergeten, dan lukt mij dat, door de lakse houding van de trainer destijds, nu nog steeds niet.
Met de namen en rugnummers van de spelers had ik moeite meldde ik in mijn vorige column. Met gezichten blijkbaar niet minder, want hoe diep ik ook in de bleker wordende ogen van deze jongeling keek, er kwam geen blik van herkenning. Het moest aan mij liggen en ik beloofde plechtig dat ik hem alom bekend zou maken.
Ryan Sanusi, een uiterst talentvolle middenvelder,
stond er onder de foto, 19 jaar, geboren op 5
januari 1992 in België, gespeeld bij Germinal
Beerschot. Van Dembélé! Van Dembelé?
Ryan was HÉT talent uit de seizoenopeningwedstrijd in Diessen, waar hij opviel door zijn speelse acties en in één helft 2x wist te scoren. God almachtig, deze Sanusi had zich 3x aan mij voorgesteld en er had geen haan gekraaid.
Wanneer hij straks het veld in komt voor zijn profdebuut, dan bent u nu gewaarschuwd: La vita wordt pas echt bellá met SANUSI, nietwaar Ryan? Dan wordt niet meer nipt met 2-1 gewonnen. Ryan schiet er altijd in een helft 2 in beloofde hij. Bij de Beloften scoort hij aan de lopende band
.
Het eerste doel is nu de bank en vanaf dat moment zal ik met Hintsgebaren Streppel duidelijk maken wanneer jouw tijd gekomen is. Als hij straks een grote jongen is zeg ik met trots: “Ik heb Ryan nog de hand geschud, 3x ”.
Uw eigen wijze sportverslaggever
Uw eigenwijze sportverslaggever 13 augustus 2011 Nummer 2
ER IS ER EEN JARIG…
Was de laatste winst in een uitwedstrijd niet de 0–1 van de benutte strafschop tegen RKC in het vorig decennium, november 2009?
Éen wedstrijd in Veendam en alles verandert op slag. Vreemd dat één dag zoveel uitmaakt voor een club die precies 42.003 dagen, 115 jaar, bestaat.
De knullige tegengoals, de arbitrale dwalingen, de stomme rode kaarten en een hele batterij buitenlandse gelukszoekers zijn niet meer het onderwerp van onze gesprekken. Was verliezen een van de weinige zekerheden in ons treurige voetbalbestaan, na Veendam is er hoop en is iedere nederlaag plots een ‘zeperd’.
Baarde de laatste plaats ons zorgen, hoe we er vanaf kwamen, nu baren de jongens en de grootte van het budget hoop op een toppositie.
De kans dat de fisherman’s friends, die per gros waren ingekocht, niet vóór de houdbaarheidsdatum geslikt worden, is groot.
Willem II feestte en een overwinning was nodig. Het vuurwerk werd met luide knallen reeds vóór de aftrap afgestoken. Weinig bleef bewaard voor de wedstrijd zelf. Slechts een mooie vuurpijl van Mulder in de eerste helft die doel trof en het rotje in de tweede, dat wij ons schrokken, bij de gelijkmaker. De Eagles drukten en bij een 1–2 waren we pas echt jarig geweest.
Blokker, de winkel in stofzuigers, grills, pannensets en veel meer tegen bodemprijzen telde in april ook 115 lentes. Het personeel werd getrakteerd op een avondje Toppers in de Arena en een loterij met een Spartafiets met trapondersteuning als hoofdprijs. Willem II haalde nieuwe toppers naar het eigen stadion en een Spartafiets kan ons gestolen worden, als wij het eind van het seizoen maar via Blokker aan voor de hoofdprijs naar ‘Den Heuvel’ mogen. Een zekerheid is dat niet.
Op 18 juni klonk Schutterij Ons Genoegen uit Duiven met alle leden op hun 115 jaar bestaan. Als Willem II gaat schieten naar óns genoegen, dan beleven we nog een hele reeks gezellige en mooie vrijdagavonden.
De doelstelling van vorig seizoen niet 100 tegengoals vervangen door wel 100 vóór, brengt een reis naar Ibiza in de winterstop ook dichterbij.
De malaise van het dreigende faillissement zijn we weer vergeten. Voetballers hebben een kort geheugen en voor haar supporters geldt dat ook.
Dat het anders kan overkwam het roemruchte handelshuis Van der Moolen, die precies na 115 jaar wegens wanbeleid de boeken moest sluiten. Zij hadden niet het geluk van een kwartiermaker als Bottelier, maar bewindvoerders die kampioen stekkers eruit trekken waren.
Het is geen toeval dat dit ook net mijn 115de column, mijn cadeautje, mijn een punt is en “Dromen zijn bedrog” nu en te hard uit de radio knalt.
Laat mij nog maar even dromen. Ik heb vorig jaar Heerkens’ Dreamteam iedere wedstrijd zien staan slapen en met Veendam staat hij weer onderaan, op zijn vertrouwde plekje.
Met de namen en rugnummers heb ik nog wel moeite, maar de Jupiler na de wedstrijd gaat er in als koek. Net als het presentje van Willem II: Stroopwafels.
Uw eigen wijze sportverslaggever.
Uw eigenwijze sportverslaggever 31 juli 2011 Nummer 1
DE BANKZITTER
Ieder jaar na de competitie krijg ik steevast een hekel aan mezelf. Als het laatste fluitsignaal geklonken heeft betekent dat, dat ik mezelf wekenlang overgeef aan ‘bankzitten’.
Gaf ik de hele competitie af op de jongens die hun vaste plekje in de dug-out warm hielden en op die manier wel heel gemakkelijk hun euro’s opstreken, op dát moment is mijn basisplaats op het pluche en wat volgt is een zware aanslag op mijn conditie met uitbuikgevoelens voor de TV. Een afkorting die reeds na enkele dagen wordt ingewisseld voor Te Vet.
Het aperitief, de antipasto, verorber ik geheel gehuld in zuurstokroze, met een bord uit de Cucina Italiana op de verstijvende knieën en een Proseco binnen handbereik om de eenentwintig etappes in stijl weg te spoelen. In de Giro verscheen een cadeautjes uitdelende Contador en een opvallende Kruiswijk.
De maincourse werd zonder gezucht, gekreun en gesteun voorge-schoteld op het heilige gras van Wimbledon. Een gepast boertje met een stiff upperlip na de Engelse medium steak had nog gekund. Nadal verslikte zich in de finale, omdat hij het te druk had om zijn bilnaad stringvrij te maken. Echt 'cool was het niet.
’Hot’ is de ongekroonde koning van het prikkeldraad: Johnny Hoogerland. Wat een toetje zeg.
De dubbele flikflak was weergaloos en het beteuterde gezicht op de voorpagina van iedere krant streed met zijn gehavende zitvlak om de aandacht van de lezer. Johnny had 33 hechtingen nodig om het vlees allemaal weer op zijn plaats te krijgen. Als je dan weer op je fiets stapt, verdien je het om overal als God in Frankrijk te worden binnengehaald.
Ik vraag me af wat Mark Rutte sms-te: “Johnny, na de tour zit je goed”, en Beatrix “Ik heb nog wel een erekruis voor jou, jongen”. Geen bankzitten voor Johnny, wel dikke kussen van de rondemissen.
Verhitte homoseksuelen las ik, verspreidden massaal foto’s van zijn achterste. Vooral de foto van zijn gehavende bilnaad vond gretig aftrek! De gay’s die het liefst strakke wielrennerbroekjes dragen zonder een meter te sporten, boden zelfs geld voor de onthullende foto’s. Als ze Johnny op Roze Maandag tegen het geklede lijf hadden gelopen, was hij niet herkend.
Gelukkig is al die kermis voorbij en maak ik me weer op voor een nieuw voetbalseizoen, met prachtige tegenstanders als MVV, Cambuur, Volendam, Sparta en heel veel streekderby’s.
Ik verruil mijn bank maar al te graag weer voor een stadionstoeltje. Met de gedachte dat aan het eind de Olympische Spelen wachten ga ik toch voor winnen in plaats van meedoen.
-"Schiet op man, Veendam wacht"!
-"Wie"?
-"Veendaaahaaam"!
Uw eigenwijze sportverslaggever.
Uw eigenwijze sportverslaggever 16 mei 2011 Vierde jaargang nr 24
De Jupiler is zeker. Willem II de sigaar ook! Al hadden we BRAND gegild, dan nog was de vlam niet in de pan geslagen. De vurige associatie met het Limburgs biermerk berust dan ook op louter toeval. Voor deze wedstrijd om ‘des Keizers baard’ , had ik het liefst mijn snor gedrukt. Het had meer weg van de eindfase in een slome Giro-etappe. Twee klasse-mentkanslozen die voor de eer gaan. Maar de eer ging opnieuw naar het supportersvak. Voor de gelegenheid omgekleed als Het Rode Leger, luid scanderend Jupiler League Olé Olé.
Het was dat mijn zoon het zinderende Amsterdam had verlaten om voor mij in Tilburg, Down Under, als morele steun te dienen bij het uitzitten van deze voorlopig laatste Brabantse IL CLASSICO.
Als je 25 keer een dreun krijgt, voelt de knock out als een bevrijding. Niet dat ik blij ben met de degradatie, maar van iedere keer verliezen wordt een man niet gelukkig. Waar mannen wél gelukkig van worden las ik, is een heerlijke frisse Jupiler. Want Jupiler is niet alleen een bitterzacht bier met een uitgesproken karakter, het is ook een aparte levenswijze, doorspekt met vriendschap, avontuur en lol. Samen met je beste vrienden én Jupiler, beleef jij je mooiste momenten!
Als ik de tekst van deze advertentie leest besef ik dat niet. Bij Jupiler komen geen mooie momenten in mij op en avontuur en lol evenmin. Wel denk ik aan mijn beste vrienden, die naast mij op de tribune hoopten dat deze beker aan ons voorbij zou gaan. “Nog een fisher-
man’s friend”, vraagt jan, mijn buurman, want de sportieve ellende in Tilburg houdt niet op.
De voetbaldames zijn uitgekleed, en de Tilburgse hockeymannen sloegen de plank alsmaar mis. Drukten ze nou geen of…..teveel punten om te degraderen?
IJshockey boeide me altijd wel. Met de zomer voor de deur kwamen de bodycheckers even van een koude kermis thuis. Een verlengsnoer laadde de Trappers haastig op, klaar voor een doorstart. De helm, stick en tok mogen weer uit de mottenballen. Trappers blijft, Tappers was beter.
Bij de rugbyers verraad hun scrumhouding de pijn en de slechte resultaten van het hele seizoen.
Dan maar de beachvolleybaldames? Aan de IJsclubweg spelen ze zonder bikini zeker. Te koud! Ik vrees dat ze me dan niet weten te boeien. Were Di, is de naam. ‘Weert U’, naar de spreuk van Hertog Jan.
De nieuwe namen vliegen bij Willem II alweer in het rond. Hopelijk zijn het blijvertjes. Nieuwe namen onthouden is namelijk een stuk lastiger, dan ze te vergeten. Van Hintum, Streppel en Marco Faber, zijn de nieuwe mannen die ons kampioen gaan maken. De laatste is een getapte jongen met een Bavaria-verleden in Zuid-Afrika en zat op zijn CV. Zijn brouwerij stond pal naast de gevangenis, net als het cellencomplex bij Willem II. Hij voelt zich nu al thuis.
En ik? Ook ik mag weer een jaar gaan zitten. Op mijn stadionstoeltje, wachtend op de eerste periodetitel. Het zit er op voor dit bewogen seizoen, en nu eerst een….Jupiler!
Uw eigenwijze sportverslaggever.
Uw eigenwijze sportverslaggever 24 april 2011 Vierde jaargang nr 23
Wonder boven Wonder
Stille Zaterdag, Paaszaterdag ofwel de zaterdag vóór Pasen. Hoe je die ook noemen wilt, het werd allesbehalve een stille zaterdag.
Met Pasen herdenken we de herrijzenis van Christus en als er een wonder kon, nee moest geschieden, dan was dit wel hét moment. Met pasen stond Hij op uit zijn graf, en daar stond Willem II nu met een been in. Zou Willem II ook kunnen herrijzen?
Zonder fiducie op een goede afloop haastte ik me, vanwege het vroege aanvangsuur, naar het stadion. Als we voortaan op Vrijdag spelen, zullen we heel wat Goede Vrijdagen krijgen, bedacht ik me en verzoende me nog meer met de gedachte, dat het helemaal niet zo verkeerd zou zijn om af te dalen in de hel die men Jupiler League noemt.
“Als er bij Willem II een wonder gebeurt, willen we er allemaal bij zijn”. Profetische woorden die trouwe Apostel Jos Burgers vóór de wedstrijd tegen mij sprak. Zijn echtgenote had alle nonnen om de Paaskaars verzameld, en hun bevolen: BIDDEN! BIDDEN! NON DE DIEU! (vertaald: Zusters van God).
In Den Haag was een wonder geschied, waar Twente bij ADO ontsnapte en in de race bleef om het kampioenschap. Het hele seizoen hadden wij schietgebedjes gebeden en de Kingside supporters hadden zich een jaar lang uitgesloofd door het zingen van de mooiste psalmen!
Bij de bijna clichématige 1-0 voorsprong, kwamen wij, ongelovigen, niet eens van onze stoel. Eerst maar eens zien hoelang, of hoe kort we de voorsprong deze keer zouden vasthouden. Na 30 minuten kwam, even knullig als altijd, de 1–1 op het bord.
Wonderschoon kopte later ene Levchenko de 2-1 binnen. Dat hij speelde mocht ook een wonder genoemd worden. Waar had hij al die tijd gezeten! Overal en nergens!
God was overal had Mijnheer Pastoor ons geleerd, dus ook in Tilburg. En gelijk had hij, winst op AZ! Een wonder, ongelooflijk!
Als Feskens ons naar de nacompetitie leidt, mag Den Beitel van mij heilig worden verklaard. Of we überhaupt een kans zouden hebben tegen RKC, die vraag vergaten we in de euforie van de overwinning, ons te stellen.
Bij de bar namen we met zijn allen een Jupiler, want daar moest op gedronken worden.
VVV kwam met 1-0 achter en dus namen we er nog een. Twentehuurling Vujicevic miste voor VVV een strafschop. Nog een rondje, Mon Dieu! God was waarlijk opgestaan.
De nonnen hadden hem van het kruis af gebeden.
Dat ‘overal’ ook Venlo inhield, was niet in ons opgekomen en dat het Hiernamaals gewoon Jupiler heet, waren we even vergeten.
Hij van boven vond dat het nog niet genoeg was. Wonder boven wonder scoorde VVV tweemaal. Dat Dost gelijkmaakte is leuk voor hem en voor de statistieken, voor ons was de uitslag Hoog Mis.
Geklutst zat ik aan het paasontbijt, met gebakken peren en een kater.
Uw eigen wijze sportverslaggever
UW EIGEN WIJZE SPORTVERSLAGGEVER Willem II - Heracles 2-6 Vierde jaargang nr 22
Een ongeluk komt nooit alleen….
“En dan vragen we nu een minuut stilte voor de ramp, die in Alphen aan den Rijn heeft plaatsgevonden”.
Indrukwekkend was de wijze waarop de spelers gegroepeerd stonden en het publiek massaal gevolg gaf aan de oproep van de speaker. Ongemakkelijk voel ik me bij het gejuich dat daarop volgt, als de wedstrijd kan beginnen.
Nauwelijks was dat geluid verstomd, of we stonden op de banken. Een strafschop die benut werd en een rode kaart voor Mark Looms: 1-0 na 3 minuten.
‘DIT IS MIJN CLUB’, dacht ik ‘EN DIT WORDT MIJN AVOND’, als persiflage op de irriterende TV reclame van MediaMarkt. VVV stond al dik op achterstand in Nijmegen, toen wij nog aan de wedstrijd moesten beginnen. Met nog 2 punten verschil zou dit magere seizoen nog een vet einde krijgen. De euforie duurde minder dan 2 hele minuten. De 10 van Heracles vonden het doel van Willem II wel heel gemakkelijk en bewerkstelligden dezelfde stilte, als zes minuten daarvoor de stadionspeaker. Die eiste even later ongewild een hoofdrol op in dit treurspel. Bevangen door de malaise op het veld, kondigde hij een wissel aan van…..Roda. Roda? Ja Roda!
Kort daarvoor had hij de droevige stemming weten op te vrolijken door het Tilburgse lied te draaien, dat normaal alleen wordt gespeeld bij de doelpunten die niet afgekeurd worden: “Laot ze mar koome, we lusse ze gruun”. Gruun én geel zagen wij, omdat het de Hercalieden waren, wiens schoten het doel niet misten en daarmee de 1-2, 1-3, 1-4, 2-5 en 2-6 op het bord brachten.
“Wanneer komt er weer eens een mooie vrouw voorbij”, vroeg laatst San, een goede vriend van mij. Nu even niet dacht ik.
Dit voetbal was nog slechter dan de vrouwenwedstrijd om het Nederlands kampioenschap tussen Willem II – en AZ, die ik ooit in ditzelfde stadion had bekeken en wij met 0-5 verloren. Ik vroeg me toen af of het wel het peil van de 3de klasse zaterdag-amateurs haalde. Die vraag hoefde ik me deze avond niet te stellen, want zelfs 8 Almeloërs hadden de klus gemakkelijk geklaard. De dameswedstrijd heb ik uitgezeten om te zien of na de wedstrijd nog shirtjes werden gewisseld. Geen enkele speler van Heracles was in een Willem II tricot geïnteresseerd en geef ze eens ongelijk.
Één woord is niet voldoende om de treurnis van de avond te beschrijven. Het was ontluisterend, beschamend én bedroevend.
Op weg naar huis werd ik door 10 agenten omgeleid bij een ernstig auto-ongeluk. Opgelucht dat ik daar niet bij betrokken was kwam ik thuis, waar mijn vrouw me bijpraatte over het aantal doden en gewonden van de schietpartij in het winkelcentrum.
Er zijn ergere dingen in het leven dan een verloren seizoen, bedacht ik me en viel in een onrustige slaap.
Uw eigen wijzxe sportverslaggever
OERHOER
de bijdrage van uw eigenwijze sportverslaggever
U hebt het mis als u denkt dat dit het scheldwoord is dat mijn Friese vrienden na de officiële 90 minuten, én 2 minuten blessuretijd richting hun spelers spuiden. Oerhoer was het antwoord dat ik kreeg toen ik Rob uitnodigde om eens de titel van de traditioneel bij de wedstrijd tegen Heerenveen gezamenlijke editie van EEN PUNT te bedenken. Met de namen Dubbelspel, Één-tweetje en Pas de Deux had ik de vorige edities opgeluisterd en eerlijk gezegd verwachtte ik alles, behalve Oerhoer.
Moest ik me op voorhand voor mijn lezersschare verdedigen of de aanval zoeken? Ik was uit het veld geslagen voordat de wedstrijd begonnen was. Was dit Friese tactiek of werd hier ongenadig het gebrek van een zuidelijke kennis blootgelegd. Het Fries woordenboek, een bij een eerdere wedstrijd ontvangen cadeautje, gaf troubrekke dwaan, wat mij niets wijzer maakte. Hoeveel abonnees gaat me dit kosten ging het door mijn hoofd. Het was al meer dan een jaar geleden dat iemand het niet meer nodig vond om mijn stukjes te ontvangen. Waar zou de teller stil blijven staan? Bij Oerhoer kon ik alles bedenken, dat niets met voetbal te maken had.
Het Brabantse ‘Ouwehoer’ zou in een schrijfwijzenvergelijking overeind blijven, maar ook niet meer dan dat. Het geouwehoer in de rust kon het zijn geweest, omdat in de eerste 45 minuten alleen Heerenveenspelers naar elkaar overspelen.
Van de tweede helft werd met volle teugen genoten. Willem II vond elkaar met overspel dat we nog niet eerder gezien hadden. Het geouwehoer na de wedstrijd vond niemand erg, behalve onze vrienden uit het hoge noorden dan, die nog met een kater terug naar huis moesten.
Oerhoer? Rob zal wel het slipje oplichten.
Uw eigen wijze sportverslaggever.
OERHOER
de bijdrage van Rob Kerkhoven Heerenveen supporter en columnist van de Heerenveense Courant
Nee, da’s niet de eerste publieke vrouw uit de geschiedenis, alhoe-wel je dat als historicus wel zou denken. Oerhoer staat in het Frysk voor overspel.
Sinds enkele jaren gaan we op uitnodiging van Jan naar de uitwedstrijd in Tilburg en bij Heerenveen-Willem II komt hij deze kant uit. Na afloop schrijven we een duocolumn: hij eentje voor zijn lezersschare en ik eentje voor de Heerenveense Courant. Een poosje terug belde hij en vroeg mij om een frisse, liefst Friese titel voor ons stukje. Na een paar dagen kwam ik op ‘oerhoer’, het wat archaïsche woord voor ‘troubrekke dwaan’.
Ik legde uit dat het om ‘overspel plegen’ ging. ,,Verklaar je nader”, zei hij. ,,Daar maken wij ons een beetje schuldig aan, als we jaarlijks naar Tilburg afreizen en ons dan door jou in de Koningsclub laten fêteren. En vervolgens wel juichen als Heerenveen (eventueel) scoort ...” Hij was meteen enthousiast. We kozen voor oerhoer. Dat vonden we wat bondiger en frisser dan troubrekke dwaan.
We waren zaterdag al vroeg in Tilburg en ontwaarden in de stad een wat gelaten stemming: na de zeperd tegen Excelsior van vorige week, had VVV vrijdagavond datzelfde Excelsior verslagen. Er móést dus vanavond gewonnen worden: laatste kans om VVV nog in het vizier te krijgen! Een paar uur later schoven we aan voor aperitief en diner in de Koningsclub. Die resideert in het Koning Willem II Stadion. Toen we er in de rust terugkeerden, wilde menig Willem II-aanhanger na de pauze niet meer naar buiten. M’n buurvrouw dacht er zelfs over naar huis te gaan: er was een mooie film op tv. Deze koers was immers toch gelopen, Heerenveen was oppermachtig ... Na rust werd Willem II wakker uit z’n lethargie en toonde strijdlust, terwijl Heerenveen zich gewillig naar de slachtbank liet voeren.
Overspel eindigt wel vaker in een kater ...
Rob Kerkhoven
EXTRA UITGAVE door Loeks van der Veen 31 december 2010 Vierde jaargang nr 16
WE WILL SURVIVE!
Goed dat die jongens van ‘We are the champions’ (470) niet op ‘One’ (14 en 34) staan. Daar feel ik mij ‘Comfortably Numb’ ofwel aangenaam verdoofd (13) bij. Wat ik hoop is dat Axel Rose blijft ‘knocken on Heavens Door’ (175), zodat ‘We will survive’ (857) of we in ‘Paradise City’ (200) komen. Als we Oerend Hard (214) blijven schreeuwen, komt het mis-schien nog goed, zeker als we Thijs van Leer met zijn Hocus Pocus (215) uitnodigen. ‘Imagine’ (26), dat als Kate Bush & Pieter Gabriel Willem II blijven steunen met hun Don't give up (219), dan kunnen onze jongens als ware ‘Sultans of Swing’ (25) het ‘Zonnestralen laten regenen’ (52) . Goed dat die oude Beatles Johan Derksen eens op zijn plaats zetten als een ‘Fool on theHill’ (221). De eeuwige rivaal van de Beatles, de Rolling Stones relativeren het weer wat met hun magnifieke ‘You can't always get what you want’ (229), maar Eric Clapton laat ons elke thuiswedstrijd weer wegdromen met ‘Wonder-ful Tonight’ (239). Jammer dat de jongens van Creedance Clearwater Revival niet bij de wedstrijd tegen De Graafschap aanwezig waren met hun ‘Who'll stop the rain (244), had MaenPa niet ‘Ben ik te min’ (676) hoeven zingen. Het zal toch niet dat half mei wij net als de Dijk met ‘Bloedend Hart’ (260) afscheid nemen van de eredivisie en we in de Twilight Zone (277) van de Jupiler-liga komen, dat is ‘Harder dan ik hebben kan’ (276) en denk ik dat ‘I still cry’ (282) volgend jaar Kerstmis, want het is een ‘Long and winding road’ (296) terug. ‘Afscheid nemen bestaat niet’ (383), zingt Marco, laten we ons daar aan vast houden en laten we hopen dat we in mei kunnen zingen: ‘These are the days of our lives’ (340), klinkt iets anders dan We are the champions, maar voor ons als voldoende, is het toch ‘Een mooie dag’ (345) en hebben we geen ‘Wooden heart’ (346). Wie weet hoe we ‘Under pressure’ (352) presteren en als zelfs de Bee Gees wensen dat we ‘staying alive’ (407) dan komt het goed, want je weet als het ‘golft’ (548), dan golft het goed. ‘Une belle histoire’ (397), niet dan ?
Loeks van der Veen.
Uw eigen wijze sportverslaggever 29 december 2010 Vierde jaargang nr 15
HELP!
Na The Winner Takes It All uit 2008 en I am a believer van 2009, wat me zelfs een reactie van de redactie van de Top 2000 opleverde, ploeter ik door de nieuwe lijst heen. Als EEN PUNT u enige troost biedt in deze donkere witte dagen, dan kan ik mij geen uitglijder permitteren. U hebt er alle begrip voor als ik het met één titel afdoe, maar de handen krijg ik er niet mee op elkaar. Was het in 2008 nog hoopvol, in 2009 zorgelijk, nu is het uitzichtloos en met HELP! van de Beatles is alles gezegd.
Op Kerstdag 12.00 uur maakten de Jingle Bells plaats voor de noodklokken van KC and the Sunshine band. Net als Willem II staan ook zij onderaan en het‘That’s the way I like it’ klinkt me iets te vrolijk, als ik denk aan het om-te-huilen voetbal, dat we dit jaar voorgeschoteld kregen.
“Opzij, opzij, opzij, VVV en Excelsior, maak plaats, maak plaats, maak plaats, (1973) wij hebben ongelofelijke haast”, zingt Herman van Veen die, als hij geen Harlekijn was geworden een voetbalcarrière bij DOS had gehad. “We moeten rennen, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan en weer doorgaan. We kunnen hier niet langer, we kunnen hier niet langer blijven staan”, zijn ware woorden voor een ploeg op de vervelende 18e plek op de ranglijst.
Patience zingen Take That en geduld moeten we hebben, bergen! Het All or Nothing van de Small Faces Faces (1526), doet mijns inziens onterecht vermoeden dat we nog ‘n kansje krijgen. Ik weet dat alle woorden die ik eraan besteed Wasted Words (1514) zijn, want waarom zou het straks wel lopen?
Bottelier hield de club ‘alive’ en sindsdien bungelen we als een puppet on a string, kansloos aan het zijden draadje van de Eredivisie. I’m alive, we leven nog, schreeuwt Celine Dion het uit (1500) en daar is alles mee gezegd.
Met Friday on my mind (1479) zinspelen de Easybeats op de naderende Jupiler League, het Brandend Zand voelt heet onder de voeten.
You win again (1432) klinkt hoopvol, en de Bee Gees proberen mijn sombere stemming te doen vergeten. Wanneer jongens? Wouldn’t it be nice (1136) als dat nog in deze competitie zou zijn.
Er zijn versterkingen op komst lees ik. Echte versterkingen mag ik hopen Henry, anders blijft het een ‘Road to Nowhere’ (951) en wij slechts Talking heads. Met een nog ‘Banger Hart’ op de tribunes mag Jan Boeren zijn uit te delen Fisherman’s Friends, om bij iedere wedstrijd een excuus te hebben voor de wellende tranen vanwege het bedroevende spel, in een grootverpakking laten aanrukken.
“Zeg me dat het niet zo is”, hoor ik van Frank Boeijen (284). Ik wist niet dat hij ook Willem II fan was. De Top haal ik niet, Willem II ook niet, ofschoon House of the Rising Sun op 18 mij wel bekoort, zijn alle plaatsen erboven toch beter, ook voor Willem II.
HELP, HELP, HEEEEEEEEEEELP!
Uw eigenwijze sportverslaggever.
Uw eigen wijze sportverslaggever 5 december 2010 Vierde jaargang nr 14
Oh, kom er eens kijken…
“Oh, kom er eens kijken”, klonk het de afgelopen weken over de radio. De ingekochte reclame-zendtijd van Willem II viel ongelukkig samen met de aankomst van DÉ boot uit Spanje en de promotie van de film van Dick Maas.
Ik heb met “Oh, kom er eens kijken,” de laatste maanden weinig mensen naar het stadion kunnen lokken. Op 5 december, klopt ons hart vol verwachting, of we nog wat lekkers te zien krijgen. De uitslagen verbloemen het redelijke spel, de aardige inzet, de liederlijke sfeer. De plaats op de ranglijst onderstreept de domme pech en de scheidsrechterlijke dwalingen.
“Hij komt, Hij komt”. Ik hoor opnieuw een bekende melodie en stel teleurstellend vast dat Ruud Bossen Sinterklaas is en met zijn bleek uitgeslagen knechten de wedstrijd komt fluiten. Die heeft ons de afgelopen jaren nog nooit iets cadeau gedaan. Hij is beslist niet de man waar we al maanden op zitten te wachten. Voor mij lijkt hij, met veel fantasie en een weekendje flink doorzakken, zowaar op het portret van de Sint, van de gewraakte filmposter van Dick Maas.
Veel commotie is er geweest op ‘Sint, the Movie’. Niet over de inhoud, wel op het affiche. Een ware petitie hield men om jongeren niet bloot te stellen aan zoveel leed.
“Wie komt er alle jaren?”, klinkt het straks meerstemmig vanuit het UIT-vak, vanwege de reeds genuttigde glazen Jupiler. Het antwoord: “Feijenoord, Feijenoord”, zegt mij dat ook dit affiche een bord met de tekst ‘Boven de 16’ verdient, om de tere kinderzieltjes te beschermen. Hoe krijg je het nog aan het kleine spul uitgelegd, dat ze niet meer in de Sint hoeven te geloven, maar nog wel in de kansen van Willem II. Als we niet snel punten pakken is het scenario van de horrorfilm, een Love Story vergeleken met wat wij gaan doormaken.
“Speelgoed”, stond er op het verlanglijstje van de trainer. “Speel Goed!!”, zal hij wel bedoeld hebben.
‘Sinterklaas is jarig’, zingt het kindervak, en stilletjes hoop ik Feijenoord ook. Kan Willem II Feijenoord in het pak doen? Ik ben bang dat, als Feijenoord begint uit te pakken, wij wel kunnen inpakken. Het vertrouwen is weg, en hoop het enige dat rest.
‘Eerlijk zullen we alles delen’, oppert de Sint, maar dat helpt geen van beide ploegen.
‘Jongens, heb je het al vernomen’, hoop ik na de wedstrijd in mijn mailbox te krijgen, met de toevoeging: “en we zingen en we springen en we zijn zo blij, want we hebben er drie punten bij” en dan wordt het zowaar toch nog een heerlijk avondje.
Uw eigen wijze sportverslaggever
Uw eigen wijze sportverslaggever 28 november 2010 Vierde jaargang nr 13
Treurmeziek
Er werd veel geblazen, zonder dat het muziek opleverde. Harde noten werden gekraakt, niet gespeeld. De supporters hadden hun ongenoegen kunnen spuien door in het spelershome een brief voor te lezen met de strekking: Wij zingen hier wel voor jullie, en jullie gaan nu, nondeju, voor ons spelen.
Het gezang op de tribunes was opnieuw een hoogtepunt. De voorstelling ging in zo’n hoog tempo, dat de spelers het niet konden bijbenen. Daar walste het, op het veld had men te weinig instrumenten om het Gloria van Excelsior te overstemmen. Tot een polonaise, om de malaise te vergeten, kwam het niet. De spelers raakten van de wijs, niet in de laatste plaats door een opnieuw dwarsfluitende scheidsrechter. Nee, Willem II maakt geen muziek, maar me ziek.
Vroeger zag ik het voetbal als een klein orkest, met als de belangrijkste man, die vóór de spelers staat. Die hét in zijn vingers heeft. Bij voetbal noemt men die: de trainer.
Ik weet wat een dirigent doet, maar is het nodig dat die man daar staat, druk zwaaiend met zijn armen. Datzelfde gevoel heb ik bij Heerkes, alsof hij staat te oefenen voor het Nederlands kampioenschap luchtdirigeren. Onze spelers hebben het niet in hun vingers, en in welke ledematen wel, daar ben ik nog niet achter. Iemand die met twee vingers piano speelt op maximaal 10 toetsen, komt niet in de orkestbak. Onze spelers mogen met 2 vingers aan de bak, als het vuur maar uit hun tenen komt op het veld. Maandenlang oefenen gaan vooraf aan een uitvoering van twee keer drie kwartier. Bij voetbal is dat niet anders.
Lasnik en Levchenko moeten nog veel samen oefenen voor ze een duet aan kunnen. Ze vielen uit de toon, kregen geen basisplaats en hun eerste viool was niet goed gestemd. Dat scoort niet. Ramsteijn wel: 0-1.
Het samenspel, de harmonie, de spelbeheer-sing zijn van het grootste belang. Bij een orkest komt het aan op de uitvoering, bij Willem II nu even op het resultaat.
Bij de eerste goed opgezette aanval tekende Levchenko in de 89e minuut voor de gelijk-maker, die door het hele stadion begroet werd met een gejuich, waarbij het dak eraf vloog, en een 6,2 scoorde op de schaal van Richter werd. Een heuse ontlading voor de zwaar meelevende, hevig gekwelde aanhang. Dat scoort!
Met een keyboard uit de Aldi-aanbieding ben ik ook in training. Het klinkt vals omdat, toen ik Für Elize eindelijk in mijn vingers had, ik erachter kwam dat Beethoven het Für Thérèse, zijn nog grotere liefde, had gemaakt.
Door het hoognodige snijden in de uitgaven is ook veel muziek bij Willem II verloren gegaan. Het klinkt als een fluitje van een cent en zo zijn ook de resultaten. Het dweilorkest voor de regen, dient straks voor de tranen. Staat nu Chopin’s treurmuziek nog op mijn kopte-lefoon, het Requiem van Bach is hoorbaar in de verte. Er is hoop, dat met alle Rutte- bezuinigingen er straks geen orkest meer over is, die dat voor ons moet komen spelen.
Uw eigen wijze sportverslaggever
Uw eigen wijze sportverslaggever 22 november 2010 Vierde jaargang nr 11
Nummer 100
Ik voel me bij deze 100ste als een winnaar op een Oscaruitreiking en bedank volgens die
gewoonte iedereen.
Bedankt, Muppet-maatje Michael. “Moeder wint de Tour”, mijn eerste, hielp jou en mij. Jou aan een glimlach en mij aan een dankbare, nieuwe hobby. Bedankt ook Lia, mijn vrouw, die deze hobby in werk zag veranderen, omdat ik dingen niet half kan doen. Mijn zonen Steven en Maarten, die elk nieuw enthousiast verhaal moesten aanhoren. Fons Piggen, ik mis hem bij iedere wedstrijd, en Paul van Kemenade, nummer 2 en 3 op mijn verzendlijst.
Jos Burgers, die me coachte, van tips voorzag en mij leerde strepen. Mijn broers, zussen en schoonzus die ongevraagd werden opgevoerd om het lezersaantal te verdubbelen, speciaal Ton de quizwinnaar.
Ad Haans voor de taalcorrecties. Hans Verbunt voor het bedenken van het woord ‘Eenpunter’, tijdens het nooit gehouden interview.
Valerie Roolvink, het engeltje op de lat en haar zus Lisa voor de beste Jan Smit-en-Lisa foto ever. Carel van Olphen, die me terugpraatte naar één onderwerp, waardoor de columns beter werden.
Ondanks de 5 – 0, bedankt Heerenveener Rob Kerkhoven voor je inspirerende vak(ken) 25, de duetten die we samen schreven en de vriendschap. De Hugenoten voor het tricolorestoetje in de gezellige Heerenkamer, als voorbereiding op de nederlaag en Bauke Nauta, de Cambuurfan die half Fryslân op de lezerslijst plaatst, waardoor hij terecht de titel Ambassadeur verworven heeft.
De Top 2000 redactie voor hun reactie op ‘I am a believer’. Louis Appeldoorn, die toezegde Gloria Tilburgia uit te voeren met de Tilburgse Revue, als Willem II had toegehapt. Frank Molkenboer, die me het ECI-club voorstel liet uitwerken, waardoor de Koningsclub het levenslicht zag.
Jan van Gestel voor het contact met Tilbo, en KingZine. Max van de Put voor zijn “Columnist in de marge”, de eerste keer dat ik me schrijver voelde. De Journalisten van andere dag- en voetbalbladen, voor hun aandacht. De KNVB voor hun lidmaatschap. John Hosemans, de 100ste abonnee en NAC-supporter, die ik de Willem II das om deed. Kees Scheepens, die adviseerde EEN PUNT in te korten, waarna Te Lang verscheen. Kees–nog-een-keer en Willem de Volder, de invallers, die geweldig scoorden, toen ik niet kon. Linette, die Muppet-Michael wil delen.
Pia van Gestel, Tony van Horen en San Jansen voor hun trouwe reacties, waar ik niet meer zonder kan. Waldorf en Stadler voor hun vele blikken op de bank.
Tilbo, Brabants Dagblad, Kollumerkees, Willem II en De Supportersvereniging voor de link op hun website. Het aantal hits steeg tot ongekende hoogte. Alle 129 lezers die reageerden op de vraag: ‘Moet Een Punt blijven’ en alle 24 landen van de wereld waar de meer dan 2000 lezers vandaan komen.
Ton Lips voor vele, leuke bruikbare suggesties.
Jo Stokkermans, Els en Stijn van Osch, Yolante Cabau van Kasbergen, Claudia Schiffer, Jeroen Poort, Caro Emerald en Wim ‘King’ Spapens, omdat ik hen ooit onderwerp van een verhaal maakte. Pondres voor de vijde P. Bottelier en Busselaar, voor hun spontane reactie op BB. Jack en Arthur voor vele jaren stadion-gezelschap, Rob Keulemans voor de Ramadanverbas-tering en mijn buitenlandse correspondenten Maarten Nijs (Uganda) en Robbie Smart (Schotland). Niet te vergeten, mijn vader, die me de liefde voor het voetbal bijbracht langs de lijn bij Sarto en Willem II. Alle fans van Willem II en andere voetbalclubs die, net als ik, verslaafd zijn geraakt aan EEN PUNT. Verder iedereen die met plezier mijn stukjes leest.
Ik hoop Willem II komende woensdag te kunnen bedanken voor de verlossende 3 punten tegen De Graafschap. Dat nog vele PUNTEN moge volgen.
Uw trotse, feestelijke eigen wijze sportverslaggever.
Of u mag reageren? Zeker! Alle reacties worden op de website onder de column geplaatst.
Reacties: zie link startpagina
AQUA RELLEN
“’t regent harder dan ik hebben kan”. Met een feilloos gevoel voor timing schalden Eric Braamhaar’s woorden, in duet met de sup-porters, door het natte stadion en maakte hij een vroegtijdig eind aan het waterballet, waarin Willem II het hoofd boven water hield en zwemster Inge de Bruin zo te zien, geen gek figuur had geslagen. Het regent aanhoudend, al vele wedstrijden lang, tegendoelpunten.
Nu goot het echt. De wijsheid die Inge tussen haar benen heeft was u al opge-vallen? Het zijn de woorden die voorganger Gert al weken predikt tegen zijn mannen vóór, tijdens en na de wedstrijd. Gert’s pupillen zijn niet hardleers, veelal verdoofd. Om aandacht te krijgen is het belangrijk hoe de boodschap te verpakken. Alleen oog voor de bal is niet voldoende.
De bal is wel waar alles om draait, waar iedereen omheen, naar toe of vandaan loopt. Spelen met de bal, is spelen met emoties. Ik vind de laatste tijd het voetbal een toneel, waarbij de toeschouwers beter zijn dan de spelers.
Het publiek verzaakt niet, heeft een uithoudings-vermogen van hier tot Tokyo, staat als één man achter de ploeg, zingt met één stem of steekt één middelvinger op, om de scheidsrechter te corrigeren. Tezamen, als één man.
‘Alleen kun je niets’, zei Johan Cruijff al, “samen kom je tot grote daden”. “Grote woorden verbloemen vaak kleine daden”. Nee, nee, die was niet van JC maar van JP.
Balkenende, of was u hem weer vergeten. Wilders’ boodschap ‘If you ain’t Dutch, You ain’t much’, blies hem van zijn voetstuk. ‘Wij zijn amateurs’, hoor ik JC II zeggen. Job Cohen, legde de bal bij de tegenstander en stond zelf buitenspel.
‘Het is zoals het is’, mompelt Philip Freriks, nu hij zijn stoel en moraal kwijt is.
‘Alles wat ik van moraal weet, heb ik aan het voetbal te danken‘, waren wijze woorden van Albert Camus en mijn zwager, die graag Cicero mag citeren, zou hem hebben geantwoord: "Bellum est sua vitia nosse”. Een wijsheid goed om te weten. Wat? Google het, of vraag het mijn zwager.
Het hoeft niet met grote namen. Voetballen is heel simpel, maar het moeilijkste wat er is, is simpel voetballen. Ik hoor dat onze spelers harder moe-ten lopen. Onzin! Ze moeten sneller spelen. De bal bepaalt, zonder water op het veld, de snelheid van het spel. Vaak verwisselt men snelheid met inzicht. Door inzicht start je eerder, dan lijk je sneller en ben je eerder bij de bal.
“Je gaat het pas zien, als je het door hebt”, sprak Johan, de Verlosser van Ajax, maar nu even niet.
‘I’ve got no time to lose’, is van Gert Heerkes, en als hij het nog niet gezegd heeft, doet hij dat binnenkort.
Jan van Esch, Willem II’s nieuwe winterschilder, zei: “Paul liet Willem II overleven, ik zorg dat we goed uit de verf komen”. Na de staking had hij geen moment angst voor aqua rellen. En terecht, want na de 57ste minuut gebeurde er niets meer.
Uw eigen wijze sportverslaggever.
De vertaling van “Bellum est sua vitia nosse”, is : "Het is goed zijn eigen gebreken te kennen".