DE WET VAN MURPHY
"Hij ziet er verschrikkelijk uit", had mijn vrouw gezegd en ik beloofde terstond hem diezelfde middag nog te wassen. Dat was inmiddels twee weken geleden en toen ik er langs liep wist ik, dat als ik een goede beurt wilde maken, ik nu haar auto onderhanden moest gaan nemen. Het was zaterdagmiddag en Willem II zou over enkele uren NEC gaan afstraffen. Na de "positieve nederlaag" tegen FC Twente, zo zorgvuldig onder woorden gebracht door de knuffelbeer van het Nederlandse sportjournaille, moest Willem II in Nijmegen in het strijdperk aantreden. Om doemdenken te voorkomen had Max van der Put in het Brabants Dagblad de verantwoordelijkheid van de schrijvende pers feilloos aangevoeld, maar hoelang kunnen wij dit geveinsde positivisme nog volhouden? Ik nam de autosleutels van tafel, mijn vrouw glimlachte en zei: "Gaat het nu echt gebeuren? Je mag hem straks wel meenemen naar Nijmegen?" Nooit geweten dat je een vrouw zo kunt laten stralen, als je haar auto een goede beurt geeft. Bij een vrouw zit het hem toch in de kleine dingen. Even later stond ik met de spuit in de hand, 4 euro in de gleuf en "met zeep wassen" ingedrukt bij de wasserette om de gele Sahara stof eraf te krijgen. Dat er nog steeds zand in de Sahara ligt, begrijp ik niet. Bij de extra rit in de zon op de A58 om de auto droog te krijgen, rolden de druppels langzaam naar de zijkant en twintig minuten later bij het naar rechts uitzetten van de richtingaanwijzer knalde een steen met een enorme dreun op mijn voorruit. Boven op het viaduct ontwaarde ik een gedaante en in mijn voorruit een enorme ster. Barst! dacht ik. Ik was er zeker van, dat de man in dat blauwe jack niet vrijuit ging en ik gaf een dot gas, nam de bocht naar rechts, negeerde het rode stoplicht en reed nog harder richting brug. Flits! In mijn binnenspiegel zag ik een grote camera verdekt opgesteld achter een verkeersbord terwijl mijn kilometerteller 85 aangaf waar 50 was toege-staan. "Lach! Er wordt een foto van u genomen". Ik had het in een reclame ooit gezien. Het huilen zou me beter afgaan! Het blauwe jack was inmiddels opgelost en ik keek eens goed om me heen, stapte weer in de auto en bij het dichtslaan van het portier hoorde ik dat mijn colbert mét telefoon tussen de deur zat. Krak! Hallo! Ik kon mijn vrouw niet meer te hulp roepen, niet eens meer laten weten in welke benarde positie ik me inmiddels bevond: bij Carglass voor de deur. "Carglass repareert, carglass vervangt". Mijn brein is kennelijk zo geprogrammeerd dat deze onnozele tekst met irritant deuntje mij direct te binnenschoot bij het zien van de naam op de voorgevel. Mijn vrouw zou nooit met een 8 cm grote ster in haar voorruit gaan rijden, dus parkeerde ik haar auto in een van de zeldzame lege plaatsen. De papieren lagen in het handschoenenkastje, dat ik te hard dicht gooide. Hij viel open, het klikte niet meer. Kapot dus. Thuis besloot ik ook maar niet te klikken. "Ik maakte me hartstikke ongerust", zei ze liefdevol. "Je bent bijna drie uur weggeweest voor een wasbeurt. De wedstrijd begint al om 18.45, laten we maar erwtensoep eten, die ligt nog in de vriezer". Ik ontdooide de ingevroren snert gedeeltelijk en zette de pan op een laag vuur. "Ik ben nog even die brief posten" riep ik, erop vertrouwend dat ze me hoorde. De lichting was al geweest en mijn gehol tevergeefs. Terug in het appartement rook ik het al bij de voordeur. Aangebrande snert is echt snert. "Wat heb je gedaan", vroeg mijn vrouw haar neus ophalend. Het enige juiste antwoord was: Niets! Als ik wel iets gedaan had, had die pan niet meer op het fornuis gestaan. Het beslag voor de pannenkoeken stond er nog. Ik controleerde voor alle zekerheid of de dop van de poedersuiker wel vastzat. "We nemen wel snel een boterham met iets erop waar jij je geen buil aan kunt vallen. Ga je nog naar Nijmegen?" Nee, ik ga naar bed, ik doe echt niets meer vandaag, alles gaat fout, zei ik met een stem vol meelij. Nee dit is echt zo'n dag waarop de Wet van Eddy Murphy geldt", antwoordde ik haar. "De Wet van Murphy", probeerde mijn vrouw te corrigeren, "dat zeg je als alles misgaat". "Nee, schat", ik weet wel wat ik zeg, jouw Murphy was Edward A. Murphy, de ruimtevaartingenieur, maar mijn Eddy Murphy een Amerikaanse lange baanschaatser die nooit een wedstrijd won". Ik zag de vraagtekens in haar ogen maar ze begreep dat ik weinig vertrou-wen had op een goede afloop in Nijmegen. Onderweg naar mijn slaapkamer struikelde ik nog over de losliggende badmat, stootte mijn teen aan de poot van het ledikant, mijn bril viel bijna op de grond toen ik hem zorgvuldig weg wilde leggen en mijn beide ogen, mijn beide ogen kreeg ik zonder problemen dicht. Ik droomde door een roze bril dat Sven Kramer door een val verloor van de in 1973 overleden Murphy. Zou Groenendijk bevallen in Nijmegen. Hij stond op NEC's verlang-lijstje. Ik nam mijn bril uit de brilstand en liep mijn vrouw tegemoet. "Ze hebben niet gescoord. Niemand"? Niemand! Wauw! De eerste 0-0 van het seizoen was een feit en ik vierde dit 29ste punt als een overwinning. De volgende tegenstander wordt NAC. Opnieuw in de loopgraven met zijn allen, of zijn we tegen de parel uit het Zuiden niet tevreden met EEN PUNT. U toch wel!
BLIK OP DE BANK
Waldorf: Zou Groenendijk vrede hebben met de 0-0 tegen NEC.
Stadler: Groenendijk weet ik niet. ik wel, ik ben zelfs té vrede!