MET HET HOOFD IN DE WOLKEN
10.08.2009 Derde Jaargang Nummer 3
EEN PUNT
De hele competitie - de hele eerste week dan toch - voerden we trots de lijst aan en een warm behaaglijk gevoel was me letterlijk naar het hoofd gestegen. Een lichte roes had zich van mij meester gemaakt, er was iets zweverigs dat aan me kleefde, ondanks de twee stevige voeten die ik op de grond had. Iedere dag controleerde ik de ranglijst, benieuwd of we nog steeds het leidende voorwerp van de Eredivisie waren. Een soort spanning dat ik ook voel bij een herhaling van een doelpunt, niet geheel zeker of de bal er opnieuw ingaat. Ik raakte helemaal verslaafd aan die koppositie. De gedachte die in mijn hoofd bleef spelen, waar ik niet van los kon komen, ook al weet ik dat het té absurd is voor woorden : "Gaan we dit seizoen toch voor de hoofdprijs"? Als ik ooit een zwaar, hard hoofd ergens in had gehad, was het wel aan het begin van dit seizoen. Géén geld, géén spectaculaire aankopen, géén toekomst! "Zouden we het hoofd boven water houden", dàt was de vraag waar ik mee rondliep en met mij zowat alle supporters die de club een warm hart toedragen. De koppositie was het laatste waar ik aan had gedacht. Kópzorgen, dat wel.
Daar wilde ik nu mijn hoofd niet over breken. Mijn hoofd, waarmee ik in de wolken liep, mijn bol waarover ik in gedachte mezelf zat te aaien, dat moest ik koel houden. Met nog één gewonnen wedstrijd, met 6 punten, zouden we al bijna een onoverbrugbare kloof met de degradatiekandidaten slaan. Datzelfde hoofd zou ik niet op hol laten brengen. Eerst naar Utrecht voor ik me muizenissen in mijn hoofd haal, dacht ik. Bij de Dom-ploeg had men de berger van de Koersk het hoofd gek gezeurd, waarna deze Mammoet van Seumeren diep in de geldbuidel had getast en besloot de Utrechtse Armada op oorlogssterkte te brengen. Bij zo'n tewaterlating zou iedere club uit zijn bol gaan, spookte het door mijn hoofd. Ik zou er mijn hoofd niet over breken. Willem II, daar moest ik mijn hoofd bij houden en die kroop de eerste helft in zijn schulp. De lefgozertjes van de eerste wedstrijd waren kop-schuw geworden, ze hielden hun hoofd er niet bij. Ook voor scheidsrechter Nijhuis stond zijn hoofd niet naar een rustige zondagmiddag. Binnen 35 minuten had hij al 3 spelers op de bon geslingerd. Onze ploeg zou het geel van de koppositie verliezen als hij het niet rustiger aan zou gaan doen. Groenendijk zag het, slingerde de scheids op zijn beurt iets naar het hoofd, waardoor hij vanaf de tribune mocht gaan zitten kijken dat het gras in Utrecht inderdaad groener was. Utrecht hield het bij die ene treffer uit de 39ste minuut. Met beide benen op de grond en met opgeheven hoofd, waarin de wolken verdreven waren, liepen de Willem II-ers van veld, met in hun achterhoofd de volgende wedstrijd: Sparta. Groenendijk zal zijn spelers niet te veel op hun kop geven, hij zal het hoofd koel houden en de voeten warm. Dat houdt immers de rijkste dokter arm. De dokter van Willem II wil echter de ervaren spelers langer warm houden in de ziekenboeg en dat moeten we toch uit zijn hoofd praten.
Uw eigen wijze sportverslaggever.