Van Johannesburg naar Spion Kop
door : Rob Kerkhoven
k l e u r t O r a n j e
Al om negen uur stond het busje klaar, want – zo had de altijd in de hoogste versnelling pratende en daardoor niet altijd verstaanbare receptionist van Griekse afkomst verteld – er kon wel eens sprake zijn van ´heavy traffic´ ‘s morgens in en rond Johannesburg en zeker in de richting van Soccer City. Dus op tijd vertrekken was raadzaam.
Het busje vertrok om half tien, want reisleidster Chipo moest eerst zeventien telefoontjes plegen.
Van heavy traffic was geen sprake en dus stonden we al om half elf bij Soccer City voor de deur. Ruim op tijd. Imposant bouwwerk in de vorm van een ingedeukte ballon in duizenden aardkleurige vakken en panelen: geel, donkerrood, bruin, zandkleurig en alle schakeringen daartussen. Ook de binnenkant is een lust voor het oog: alle stoeltjes zijn oranje. Onderweg in het busje raakten we aan de praat met een Zwitsers echtpaar dat de match tussen Denemarken en Nederland ook ging bezoeken. We hebben afgesproken elkaar in Kaapstad weer te ontmoeten en dan gezamenlijk een hapje te eten. Markus en Sylvia wisten daar wel een aardig restaurantje. Later die dag viel het ons op dat supporters uit alle windstreken op Oranje afkwamen: heel veel Zuid-Afrikanen – dat lag wel voor de hand – maar ook Argentijnen, Mexicanen, een eenzame man uit Peru, een stel Nieuw-Zeelanders en nog veel meer. Naast me zat een Schot, natuurlijk in kilt, met daarboven een oranje shirt. En verder waren er veel Denen. Maar ook dat was te verwachten.
Opvallend was dat het merendeel van de neutrale toeschouwers op de hand van Oranje was: het geluid van de vuvuzela’s zwelde bij Nederlandse kansen veel meer aan dan bij Deense. De wedstrijd op zich had kwalitatief bezien niet al te veel om het lijf: voor de rust was het zelfs matig, daarna werd het wat beter. Over het geheel gezien was Oranje beter, vooral door het surplus aan aanvalskracht. En … de eerste drie punten zijn binnen.
Na afloop werden we pal voor het stadion live geïnterviewd door Radio 1 uit Nederland. De verslaggever vroeg ons of we Nederlanders waren. We keken hem wat meewarig aan en wezen op onze oranje outfit. De man bleek echter serieus en de wanhoop nabij: hij had al tot vijfkeer toe bot gevangen. Iedereen die in oranje was gekleed, bleek Zuid-Afrikaan, Argentijn, Mexicaan of een eenzame Peruviaan, klaagde hij. We vertelden hem dat we genoten van Zuid-Afrika, van de atmosfeer, van de vriendelijke mensen en van de overwinning. Op naar Durban …
Maar eerst een tussenstop in Spion Kop. Dat ligt zo’n beetje tussen Johannesburg en Durban in, aan de voet van de Drakensbergen. Spion Kop is een van de beruchtste slagvelden uit de Boerenoorlogen rond 1900. Voor een historicus dus een uitstekende plek om te verblijven! We logeerden in de Spion Kop Lodge, ooit hoofdkwartier van de Britse troepen, nu een prachtig gelegen hotel met ‘los gelegen’ appartementen. Eén daarvan was voor ons.
We moesten er even aan wennen dat het zonder uitzondering zwarte personeel alles voor ons deed, maar dat moesten we juist wel toestaan, want dan hadden ze werk, zo vertelde de vrouwelijke manager. Vooral de goedlachse Nonhlanhla (spreek uit Nonslansla; ‘Lucky’ luidt de Engelse vertaling van haar Zulunaam) was ons van dienst: ze maakte de open haard aan, installeerde ons, bracht een fles wijn en stond er op dat ze onze koffers vanuit de auto naar het appartement droeg.
Die balanceerden op haar hoofd. We mochten er een foto van nemen op voorwaarde dat we die aan haar zouden e-mailen, Dat beloofden we. We gaven haar een ruime fooi.
Vandaag, woensdag 16 juni, wandelden we zo’n twee uur door de Drakensbergen. Het was frisjes, maar de zon scheen de hele dag en de lucht was strakblauw. Toen we bijna terug op de parkeerplaats waren, zagen we een stel bavianen, zomaar in het wild, vlak voor ons. Gelukkig hadden ze het vooral druk met elkaar … Terug in onze Lodge eerst maar ’s uitgebreid geskypet met dochter Quirine. En dan morgen echt naar Durban …
Volg Rob Kerkhoven in Zuid-Afrika via: www.robkerkhoven.nl en reageer vooral !!!