Julien Liebaert, geboren Kortrijk 22 juni 1848 †Ternat 16 september 1930, promoveerde 1870 in de rechten te Leuven en 1871 in de politieke en administratieve wetenschappen, 1877-1890 kath. lid van de Westvlaamse Provinciale Raad, april 1890-1919 kath. volksverteg. voor het arr. Kortrijk, nov. 1919-1925 senator voor het arr. Kortrijk-Ieper, jan.-juli 1899 en mei 1907-juni 1911 min. van Financiën, aug. 1899-febr. 1900 van Nijverheid en Arbeid, aug. 1899-april 1907 van Spoorwegen, Post en Telegraaf, 22 febr. 1912 minister van Staat, 25 mei 1929 baron, kocht het Hof te Busensype in Ternat, dat men in de volksmond later het kasteel van Liebaert noemde. De straat die naar het kasteel loopt heette vroeger Pangaardestraat, naar een vorige bewoner van het Hof en Mottekasteel. De huidige Pangaardestraat was s Heerenweg, de weg van de heer van het Mottekasteel. De Heirbaan, de oude Nervische weg, die verderop in Wambeek en Lennik de Schapenbaan wordt genoemd, werd voor een stuk afgenipt door de ruilverkaveling. "Het kasteel van Terlinden kwam in 1919 door erfenis in het bezit van Baron Liebaert, die het liet restaureren tot een prachtig buitenverblijf inclusief park en waterpartij", zegt plaatselijk historicus Frans Dumong. "De gevels van het kasteel hebben een 18de-eeuws uitzicht maar boven de deur van de rechtervleugel, onder een baronnenkroon en twee wapenschilden prijkt het jaartal 1670. In het begin van de twintigste eeuw werd het kasteel bewoond door een zekere Alexander Stuckens en droeg het de naam 'Te Busenzype', een naam die verwijst naar een kleine waterloop of moerassig land", vervolgt Dumong. De naam werd door de Ternattenaren verbasterd tot bieshoop.