Van O.L.Vrouwe naar Sint-Gertrudiskerk





VAN O.L. VROUWE NAAR SINT GERTRUDISKERK

De tekening die J. De Deken in 1736 maakte was gebaseerd op oude plannen en geeft ons een beeld van de oude romaanse kerk met smalle ramen met rondbogen, meent historicus Herman Herpelinck. De kerktoren is ook lager dan de huidige. De kerk lijkt sterk op die op tekeningen van Pieter Bruegel.


Kwam Bruegel ook in Ternat , vroeg ook JOZEF VAN LINTHOUDT zich in 2013 af in een artikel in Eigen Schoon en De Brabanter. PAGUS NEMOROSUS of Bebost Landschap is een groot landschap van 32 op 42,5 cm, t.t.z. een beetje meer dan twee bladzijden A4 naast elkaar, gegraveerd door Jeroen Cock, naar een tekening van Pieter Bruegel de Oude, en waarvan het Prentenkabinet te Brussel een goed exemplaar bezit. Om een gedacht te hebben van de oorspronkelijke tekening moet men de ets omkeren. Zo komt wat links was, rechts en omgekeerd. En dat hebben we ook gedaan.

Beschrijving - Een lange wagen met huif gedekt, een grote coetche met de zijsponden uit gevlochten teen, is bij de uitgang van een bosje een korte helling afgedaald en rijdt door een grote plas, een wad, gevormd door een goede lentestortbui, met knotwilgen langs een kant.

Dit zonderling gespan, getrokken door twee paarden, vervoert een man met baard en met een hoed op. Twee ruiters begeleiden hem; een infanterist volgt ze lopend. met een lans op de schouders en een zwaard in de hand, om ze te verdedigen in geval van aanval.Hij moet eveneens deze grote plas door. Een voetganger, naar ons gekeerd, schijnt ze te herkennen aangezien hij de arm opsteekt om ze begroeten. Deze groep volgt een andere wagen die de volgende helling afdaalt.

Tussen de bomen, dichtbij een kerk met spitse toren, geflankeerd door een sierlijk torentje, onderscheiden we enkele rijke woningen in baksteen. Op een kleine afstand steekt een andere kerktoren uit het loof van deze beboste hoek. Aan de horizon tekent zich een derde kerk af evenals een versterkte toren.

En Ternat was toen een oud heide- en bosgebied citeert de auteur geschiedkundige J. Verbesselt.

De gelijkenis met Ternat en de weg naar Brussel is dan ook treffend.

Volgens de meeste historici werd de kerktoren pas na 1600 afgewerkt maar absolute zekerheid is er daarover niet. Men baseert zich op een sluitsteen met een jaartal.

De ruiterstoet en het gekabbel, goed weergegeven, hebben misschien de reiger die zijn vlucht neemt, opgeschrikt, meent de auteur, alhoewel een konijn, aan de voet van de grote verwrongen boom, het onderhout heeft veriaten, om enkele grashalmen aan de rand to komen opknabbelen. De boord is omzoomd met braamstruiken. en, op de ets, ziet men een grote variëteit van planten. In de vork van deze kromme boom pikt een eigenaardige vogel de schors met zijn Lange puntige bek. Enkel de gravure beeldt een grote varieteit aan planten af. Volgens Ch. de Tolnai zou deze tekening deel uitmaken van de reeks grote landschappen uit 1558.




Door architecten Luc De Backer en Veerle Nys en kunsthistorica Marieke Jaenen werd een Beheersplan opgemaakt voor de Sint-Gertrudiskerk. Luc De Backer leidde de afgelopen jaren ook de restauratiewerken aan de kerk. In het beheersplan vind je heel wat interessante informatie over het ontstaan van de kerk.

Vanaf de 11de eeuw werden de woeste en onbebouwde gronden in de regio van Wambeek in landbouwgebied herschapen. De nieuwe kern die hier tot uitbreiding kwam noemde men Nath. Richette III, de abdis van de abdij van Nijvel had in 1112 het verzoek om in het domein Wambeek een bij-kerkje te bouwen.8 De parochie van Wambeek noemde op dat moment O.-L.-Vrouw en hoorde bij de abdij van Nijvel. Deze titel werd dus doorgegeven aan het bij-kerkje in (Ter)Nat. Nagenoeg 150 jaar bleef deze dochterkerk ondergeschikt aan de moederkerk in Wambeek. Deze laatste behield zolang het dooprecht, de zielzorg en het begrafenisrecht. Het is slechts in 1268 dat de O.L.Vrouwekerk in Ternat tot de rang van parochiekerk werd verheven.

Een eeuw later, in 1381, kocht ridder Everaert III T’Serclaes het ‘Land van Wambeke’ en het Cruyckenborg kasteel in Ternat. Hij werd in 1388 in het koor van de O.-L.-Vrouwekerk begraven. De gevoelsmatigheid van de familie T’Serclaes met hun pas verworven goed in Ternat beïnvloedde in sterke mate de evolutie van de kerk. Tussen 1390 en 1421 lieten Everaert IV, de oudste zoon van Everaert III T’Serclaes, en zijn echtgenote Catherina Tay-de Gaasbeek in de kerk een kapel bijbouwen.10 De huidige noordelijke dwarsbeuk was waarschijnlijk het koor (of de aangebouwde kapel) van dit eerste kerkje. De stenen van het gewelf werden geschikt volgens de vorm van een kruik, de eerste gewelfsleutel kreeg een bas-reliëf met twee engelen die een wapenschild dragen met de inscriptie SC wat staat voor de ‘S’ van ‘Ser’ ‘en de C voor ‘Claes’. Verder werden er ook engelen in het kapiteel gesculpteerd.11

Tussen 1550 en 1700: Bouw van de huidige kerk

Reeds bij het verschijnen van de machtige familie de Fourneau in Ternat werd onmiddellijk uitgekeken naar het restaureren en het vergroten van het oude kerkje. Rond 1562 begon men met de bouw van een koor waarin een nieuwe grafkelder werd gemetst. De kerk werd in deze periode ook versierd met verschillende muurschilderingen, waaronder de muurschildering van Sint-Hubertus (M2) op de noordelijke zuil van het koor, drie muurschilderingen op de aanpalende zuilen en muurschilderingen van de 12 apostelen in het koor. Er werd een beeld van de H. Gertrudis (VM2) verworven, gemaakt door een Mechelse beeldhouwer.12 Op dat moment werd er ook een houten sacristiekist (HM4) aangekocht.

Links in het koor werd ter nagedachtenis van Charles II de Fourneau in 1593 een glas-in-loodraam geplaatst.13

In 1613 lieten Charles de Fourneau en zijn vrouw Maria van Gyn een praalgraf oprichten in het midden van het koor. De Sint-Gertrudiskerk was de tempel van de heren van Kruickenburg geworden en de dreef verbond de kerk en kasteel definitief met elkaar.14 (Figuur 20)

Tijdens de eerste helft van de 17de eeuw was de parochiekerk een druk bedevaartsoord ter ere van Sint- Gertrudis, beschermheilige tegen aanhalige of besmettelijke ziekten.

Mede onder invloed van de kerkhervorming, die Philips II in de Nederlanden doorvoerde, ontstond een ongekende belangstelling voor het leven van Heiligen. Men weet niet precies wanneer de kerk aan Sint-Gertrudis werd toegewijd, maar in 1653 is er reeds sprake van ‘L’église parochiale Saint-Gertrude de Ternath’.15

In de 17de eeuw onderging de kerk dan ook enige verbouwingswerken.

- Aangezien de sluitstenen van het schip dateren van 1627 kan er verondersteld worden dat de bouw van het schip, de zijbeuken en het zuidelijke transept op dat moment werd voltooid.

- Pas in 1703-1704 werd het hoge koor van schaliën voorzien, mede door de financiering van de Graaf van Kruikenburg.

In 1823 werd een nieuw orgel door de Gentse orgelmakers Van Peteghem gebouwd. De orgelkast werd door Jean-Baptiste Pouliart, een schrijnwerker uit Asse gemaakt. Een veertigtal jaren later in juli 1864 besliste de kerkraad om een nieuw orgel te maken. Het vorige orgel, was nog wel intact, maar werd verkocht. Het nieuwe orgel werd gemaakt door de toenmalige pastoor N.J. Vandenplas. De pastoor-orgelbouwer kreeg toen een boom van de gravin en om een nieuw orgel te maken. Dit orgel werd boven de westelijke hoofdingang opgesteld. Ondertussen werd er in 1836 een nieuw kerkhorloge geplaatst en werden in 1857 door Severinus Van Aerschodt (1819-1885) nieuwe bronzen klokken gegoten.29

De toegang tot de crypte onder het koor werd in 1856 naar buiten gebracht. Via een opening aan de zuidelijke kant van koor kan men binnentreden. De ruimte heeft plaats voor 10 kistplaatsen.

In 1872 lieten Hendrik Jozef Philip Ghislenus de Fourneau, toenmalige Graaf van Cruyckenberg (1775-1861) en Eulalie Theresia Alexandrina de Festraete (1800-1874) een nieuw glasraam (13W) in de toren te plaatsen.30

Op het einde van de 19de eeuw waren de parochianen het eens dat de kerk enige eenvormigheid ontbreekt.31 In januari 1889 werd het budget (hoofdzakelijk subsidies) voor de renovatie van de kerk vastgelegd.32 Onder leiding van pastoor J.E.J. Lascabane en de in Parijs geboren Brusselse architect J. J. Van Ysendijck (1836-1901) werden er plannen voor een volledige renovering van de kerk opgesteld.33 Onder invloed van de ideeën van E. Viollet-le-Duc (1814-1879), verdedigde Van Ysendijck een terugkeer naar de ‘primaire stijl’ (de oorspronkelijke stijl) van het monument en een eenheid van stijl. Zo werd er gekozen om het neoclassicistisch interieur te verwijderen en terug te gaan naar de gotische periode, ook als dat betekende om de slecht gedocumenteerde gedeelten zelf in te vullen. Het interieur van de Sint-Gertrudiskerk werd tot op de natuursteen helemaal gestript en gerenoveerd tot een neogotisch totaalkunstwerk.

https://plannen.onroerenderfgoed.be/plannen/973/bestanden/5865



Johannes-Baptista Emile Verbrugghen, Unionistisch burgemeester

Johannes-Baptista Emile Verbrugghen, werd geboren op de 16e ventôse ofte 7e maart 1801 en was burgemeester van Ternat van 1831 tot 1872. Aan hem heeft Ternat voor een aanzienlijk deel zijn spoorweg en zijn markt te danken, tevens ook de aankoop in 1845 van het kasteeltje De Mot, het huidige gemeentehuis, en de oprichting in 1859 van een postkantoor. Na de Tweede Wereldoorlog werd in het centrum van Ternat de Gendarmeriestraat, verbindingsweg van de Keizerstraat met de Markt, omgedoopt tot J.-B. Em. Verbrugghenstraat. Zijn zoon, geneesheer, met identieke naam en voornamen was burgemeester van 1891 tot 1911.

Plaatselijk geschiedkundige Frans Dumong wou deze voor Ternat belangrijke figuur eer bewijzen en maakte tot hoofdrolspeler in twee historische kortverhalen: ‘Over den à-vapeur’ en ‘de marché hebdomadaire’ , "een wat geromantiseerd geschiedverhaal met historisch-realistisch decorum" zoals hij het zelf noemt. Tegenspeler van onze held is zijn jongere collega uit Assche: graaf Jean-Claude du Chastelit, "een naar de Asschesche contreien afgezakte nazaat van een wat laat Napoleongezind adellijk geslacht ergens uit het Waesland."

Unionist

Verbrugghen is een duidelijk product van het Unionisme van de eerste periode van het onafhankelijke België. Net als nationaal werken ook plaatselijk "katholieken" en "liberalen" samen. Ook in Ternat werd er door de zwarte en de witte kiesverenigingen steeds een eenheidslijst ingediend voor de gemeenteraadsverkiezingen. Vader en zoon kregen de steun van pastoor Lascabanne (die - niet toevallig - school liep in Pitzemburg het stadscollege van Mechelen blogimages.bloggen.be/sintgertrudisheemkring/attach/14693.doc ) die in zijn in 1902 verschenen Geschiedkundige schetsen schrijft: "Wij wijzen…op die gewichtige kwestie der verzorging van wegen, banen en waterloopen, dewelke onze Burgemeester J.B. Verbrugghen, in 't bijzonder in zijne ambtsbevoegdheid heeft, om er te beter zijne zorgen aan te wijden daar dit punt rechtstreeks het belang van ieder en in 't bijzonder aan den landbouwer raakt, en alzoo zijn dorp, dat hij hartstochtelijk bemint, als een voorbeeld wil verheffen." Net als vader J.B. Verbrugghen, wiens naam voor altijd verbonden blijft aan het "onschatbaar drietal bronnen van geluk: den ijzerenweg, het postkantoor, de markt.".


Dokter Poodt en de conservatief-katholieke zwarte lijst

Voor 1880 werd er door de zwarte en de witte partij steeds een eenheidslijst ingediend voor de gemeenteraadsverkiezingen. Maar uit de in 1878 opgerichte Muziekmaatschappij De Verbroedering is in 1880 de Katholieke Gilde ontstaan die financieel gedomineerd wordt door de graven de Lichtervelde en waarvan Dr Th. Poodt de leidende politieke figuur wordt. Zij bestempelen de witten als "liberalen" en "vrijmetselaars, ook al is de witte partij pluralistisch. Burgemeester Verbrugghen heeft steeds de steun gehad van pastoor Lascabanne. Later zullen Cantillon en Leempoels respectievelijk de liberale partij en de socialistische werkersbond oprichten. Op twee verkiezingen na zullen alle witten echter steeds eendrachtig naar de gemeenteraadsverkiezingen trekken. Het apart opkomen speelde immers in de kaart van de zwarten.


De witten haasten zich om in hun pamfletten te zeggen: "Wij, wij laten de religie waar ze moet, in den grond van onze conscientie…De witte partij is samengesteld uit boeren en werklieden, uit herbergiers, winkeliers en ambachtslieden…brave, eerlijke en deftige burgers… die niemand verstoten…die de verdraagzaamheid en de rechtvaardigheid oefenen, die de vrede en het welzijn in onze gemeente willen en de vrijheid voor iedereen. Achteruit met die zeden en gebruiken der middeleeuwen, waartegen onze voorvaderen zozeer hebben gestreden! …Weg met de twistzoekers die de langdurige vrede door de heren Lascabanne en Verbrugghen bewerkt, verbroken hebben." Zie ook Freddy Verdoodt, De Ternatsepolitiek rond 1900.en http://users.belgacom.net/vancauwelaertguido/ONTSTAAN.htm


Leempoels, die in 1900 aan het station van Ternat kwam wonen en voorman van de socialisten werd, sluit zich aan bij Euterpe, muziekmaatschappij en lokale kiesvereniging. In een pamflet naar aanleiding van de gemeenteraadsverkiezingen (gedeeltelijke vernieuwing gemeenteraad) van 1907 lezen we : "Leempoels en De Croes, twee Euterpemannen hadden wedding aangegaan met (Dokter) Poodt (van de Katholieke Gilde, nvdr) op de uitslag van de verkiezingen." Op de meeting van de Katholieke Gilde wordt opgeroepen niet voor de lijst 2 (Euterpe) te stemmen: "het zijn geen echte katholieken maar liberalen en te vergelijken met de Franse Combisten (nvdr Combisten zijn volgelingen van Justin-Louis-Émile Combes, een Frans minister en premier. Combes volgde het seminarie maar ontwikkelde zich later als een fervent antiklerikaal en antikatholiek staatsman. In 1885 werd hij verkozen tot senator en in 1895 werd hij minister van Onderwijs) Na de gemeenteraadsverkiezingen zullen zij steun bieden aan Lepage, Huysmans en Janson." Evenepoel wordt ervan beschuldigd de Blauwbloem te hebben gedragen in Brussel ( Waarschijnlijk een verwijzing naar de Vlaamse vrijzinnige volksmaatschappij De Veldbloem, een Brusselse vereniging gesticht op 1 augustus 1852 door Michiel van der Voort. De vereniging wilde de intellectuele ontwikkeling van de arbeidersklasse bevorderen. Aanvankelijk lag het accent op het zuiver letterkundige aspect en organiseerde De Veldbloem onder andere avondonderwijs. Bij de parlementsverkiezingen van juli 1870 achtte De Veldbloem zich onvoldoende georganiseerd om openlijk aan de verkiezingsstrijd deel te nemen, maar het streefde toch naar eenheid onder de Vlaamsgezinden. Tijdens de volgende jaren bleef het buiten de partijstrijd, hoewel Hoste toenadering zocht tot de liberalen. In 1892 fusioneerde De Veldbloem met de Liberale Vlaamsche Bond. De nieuwe gemeenschappelijke vereniging werd geleid door Alfons Prayon-van Zuylen en steunde de Vlaamsche Volkspartij. Deze verdween echter al in 1895. Bron https://nevb.be/wiki/Veldbloem,_De )

Aanleg van de spoorlijn Brussel-Gent doorheen Ternat in 1856


De Société anonyme du Chemin deFer de Dendre et Waes et de Bruxelles vers Gand was de eerste spoorlijn die niet door Engelse kapitaal werd gefinancierd maar door Belgische bankiers van de Société Générale. Jean-André De Mot en Jean-Baptiste Gendebien verwerven samen met Prosper en Ferdinand Spitaels in 1852 een concessie voor de aanleg van een spoorweg van Brussel naar Aat via Denderleeuw. De Société Générale neemt de aanleg van de spoorlijn op zich en legt een spoorlijn aan van Ath naar Lokeren via Aalst en Dendermonde, van Brussel naar Denderleeuw en van Aalst naar Schellebelle. De exploitatie wordt overgelaten aan de Belgische Staat mits een vergoeding bepaald door het aandeel in de opbrengsten van deze spoorlijn. Op 9 juni 1853 begint de exploitatie van de lijn tussen Aalst en Dendermonde, het traject Ath-Geraardsbergen wordt geopend op 9 april 1855 en het deel Geraardsbergen - Aalst volgt op 1 december 1855. Op 13 februari 1856 is het deel Dendermonde - Lokeren klaar voor ingebruikname. De Société anonyme du Chemin de Fer de Dendre et Waes et de Bruxelles vers Gand is een zeer winstgevende onderneming aangezien op basis van de bruto-ontvangsten een onophoudelijke inkomstenstroom wordt gegenereerd. Pas vanaf 1876 (20 jaar na de afwerking van de lijn) kan de Staat de spoorlijn terugkopen.


Lees Verder https://erfgoedternat.webs.com/stationsomgeving

Het ontstaan van de socialistische beweging

Jean Trembloy en Guido Van Cauwelaert gingen op zoek naar de geschiedenis van de socialistische partij in Ternat, Lombeek en Wambeek.

Vertrekpunt voor hun studie was de vlag van 1928 van de socialistische werkersbond van Ternat en Sint-Katherina-Lombeek, die in Jeans bezit is. Maar uiteindelijk kwamen de twee amateurhistorici in de jaren 1890 terecht. Tussen 1892 en 1912 worden er in de drie deelgemeenten zo'n 25 meetings georganiseerd waarop belangrijke socialistische voormannen zoals Edward Anseele en Edmond Van Beveren (oprichters van de Gentse coöperatieve Vooruit), Emile Vandervelde, De Brouckère en Camiel Huysmans het woord voeren. In Lombeek gebeurt dat o.a. bij Gustaaf De Graeve in Essene-Winkel (nu Bosstraat), bij Eugeen De Backer, in de herberg van de latere schepen Fiel D'Hoe op de Heidestraat, bij Frans Van Mollem, in Ternat bij Sneppe in de Zaal Concordia (nu Molenstraat), bij Anselmus De Neef (Hopstakenkaai) en bij Theophiel Verbruggen in 't Sint-Anneken en in Wambeek bij Van Varenbergh (Café Pol De Mont, achter de kerk).

Julien Huygens BWP-kandidaat voor het parlement in 1896

De in 1852 in de Dronkenborrestraat in Wambeek-Overdorp geboren en door het "christelijk socialisme" van Pieter Daens geïnspireerde Julien Huygens was in 1896 kandidaat op de lijst van de Belgische Werkliedenpartij voor de wetgevende verkiezingen. Huygens behaalde bij de gemeenteraadsverkiezingen in 1894 in lombeek reeds 200 stemmen op de lijst union, de "geiten".

De socialistische werkersbonden

In 1909 worden in Lombeek 1060 exemplaren van de socialistische Gazet van Brussel verkocht. De oprichting van een werkersbond wordt erin aangekondigd. De Lombeekse pastoor verkondigt op de preekstoel dat de lezers van het blad verdoemd zullen zijn.

Vanaf 1920 ontstaan er in Ternat en Lombeek Werkersbonden aangesloten bij de Belgische Werkliedenpartij Partij die lijsten indienen voor de gemeenteraadsverkiezingen. De eerste secretarissen zijn J.B. Pollet en Lodewijk De Vos in Lombeek en P. Dekock en Frans Leempoels in Ternat. Hun lokaal is bij Th. Stichelmans op de Bosstraat en bij Frans Seghels aan de Hopstakenkaai. Leempoels, Nevens, De Ridder, Van Schuerbeek, Seghels, Lagart, Zerck, Hoste, Wathelet, Pie Van de Gucht en Toussaint zijn in 1932 kandidaten voor de gemeenteraadsverkiezingen in Ternat. Clement Maes en Pollet in 1926 in Lombeek.

Gezocht: Wie meer weet over deze pioniers van het socialisme in onze gemeente kan contact opnemen met: Guido Van Cauwelaert, 02 582.61.74 of 0498740341 of Jean Trembloy, 02 582.31.74.

LEES MEER op http://users.belgacom.net/vancauwelaertguido/ONTSTAAN.htm

OF LEES DE TEKST MET VOETNOTEN

Aan het CC De Ploter vertrekt De Rode Loper, een groene wandelroute die je langs de belangrijkste plaatsen uit de geschiedenis van de socialisten leidt. De paal is ondertussen spijtig genoeg verdwenen...



Van Euterpe tot Club 68


Eind 19de eeuw ontstonden in Ternat de twee muziekverenigingen, verbonden met de witte en de zwarte partij: de Koninklijke muziekvereniging Euterpe begon in 1867 als zangkoor. Na een jaar ontstond hieruit een fanfare en nog tien jaar later werd een heuse muziekvereniging in het leven geroepen. De Koninklijke harmonie De Verbroedering werd in 1878 door Graaf de Lichtervelde gesticht. In het begin van de jaren 1880 werd Dr. Theofiel De Poodt (jawel, die van de hoger genoemde straat) de leider van deze maatschappij, waaruit later De Katholieke Gilde ontstond.

“Uit die verenigingen ontstonden ook operettegezelschappen, begeleid door muzikanten van harmonie en symfonie, soms ook door violisten”, vertelt Jean-Piere Van Cauwelaert. “Begin jaren 50 werd er gespeeld in de zaal van Laiz’n aan het station. Jonge muzikanten van het gezelschap begonnen in 1956 met het orkest Melodia, met o.a. François Van Cauwelaert, Maurice De Celle, Willy Decelle en Jef Vander Borght. In 1967 stopte het orkest ermee. Irma, de moeder van Jean-Pierre en François Van Cauwelaert, die sinds 1945 een café uitbaatte in de Poodtstraat, kocht toen voor François een (electronisch) Hammondorgel. Een jaar later vormde François samen met Jef Vander Borght, Maurice Decelle, Willy Decelle, Jean-Pierre Van Cauwelaert, Raymond Vander Borght en zanger-gitarist Willy Beeckman het nieuwe orkest Club 68. Op de repetities in het café speelden ze zo hard dat de glazen van de schappen vlogen.


Het werd een écht balorkest. De jonge mannen werden overal gevraagd door verenigingen en op schoolfeesten. “We speelden op het bal van de burgemeester en dat van de BSP, bij de postmannen in Brussel en in heel Vlaams en Waals Brabant. Het geld dat we verdienden investeerden we in nieuwe instrumenten en materieel. Daardoor waren we één van de best uitgeruste orkesten van de streek. Ons laatste optreden was in 1986 of 1987”, zegt Jean-Pierre. Toen was de tijd van de bals stilaan voorbij en kwamen er fuiven met dj’s. “We kwamen nog wel eens samen en speelden voor het plezier maar daar bleef het bij.”

https://editiepajot.com/regios/19/articles/48911

Operette Wittekind

Boven de operettegezelschappen. Daaronder rechts Melodia en links Club 68



WERELDOORLOG I


In het kader van de honderdste verjaardag van de Eerste Wereldoorlog ging de Heemkring op zoek naar het verhaal achter de namen op de oorlogsmonumenten in de drie deelgemeenten. Het resultaat werd door voorzitter Jozef De Ridder gebundeld in een artikelenreeks die verscheen in het tijdschrift van de vereniging en onlangs ook op het platform Erfgoed Ternat op Facebook. Je kunt de volledige reeks ook lezen via deze link.

BETOGING OP HET MARKTPLEIN

Niet alle gesneuvelden vonden de dood op een slagveld. Leon Berger en Albert De Valck werden in 1915 gedood tijdens een betoging tegen de Duitse bezetter op het Marktplein van Ternat. Om te voorkomen dat vrijwilligers zouden proberen de Belgische frontlinies te bereiken moesten jonge mannen zich regelmatig presenteren aan de Duitse kommandantur (letterlijke vertaling: bureau van de commandant) waar de burgers terecht konden voor voedselbonnen, allerhande toelatingen en de Ausweis (de voorloper van onze identiteitskaart). Bij zo een melding van jonge mannen kwam het tot een betoging waarbij een Duitse wachtpost het vuur opende op de jonge mannen.

DE FRONTBEWEGING

Andere helden sneuvelden tijdens gevechten tegen de oprukkende Duitsers of overleden aan verwondingen, ontberingen en ziektes. Bij de gesneuvelden uit Wambeek vinden we ook vrijwilliger Hubert Willems, één van de soldaten die aan het Ijzerfront mee aan de basis lag van de Frontbeweging en de latere Frontpartij, die streefden naar de emancipatie van de Nederlandstaligen in het toen nog eentalig Franse België. De beweging wou ook “nooit meer oorlog”. Zie ook Editiepajot hierover.

Wie nog aanvullende informatie heeft of info wenst over de Sint-Gertrudis Cultuur- en Heemkring, kan altijd contact opnemen met Jozef De Ridder, voorzitter van de heemkring, via deken.de.ridder@scarlet.be

Petrus Bourguinon uit de Processiestraat in Sint-Katherina-Lombeek vocht in het 2de regiment Jagers te voet en kwam om te Kaaskerke aan de IJzer.

Groot-Ternat in de Groote Oorlog

In september 2019 verscheen het boek Groot-Ternat in de Groote Oorlog zoals beschreven in de nationale en internationale pers, van Dirk Lindemans. Op basis van honderden berichten in vooral Belgische, Franse, Engelse, Nederlandse, Duitse en Oostenrijkse kranten wordt de situatie in Groot-Ternat tijdens de eerste wereldoorlog beschreven. Die krantenberichten worden aangevuld met informatie die deze berichten in het juiste kader plaatsen.

Zo krijgt u een zeer goed beeld van wat er in die tijd leefde in onze drie dorpen. U zal bijv. vernemen dat er in Wambeek een krijgsgevangenenkamp is geweest. Illustraties maken het beeld nog vollediger. En in voetnoten wordt doorverwezen naar andere bronnen waar nog meer te lezen valt. Honderden personen uit Groot-Ternat worden bij naam vermeld, en u kan ze in dit boek allemaal gemakkelijk terugvinden met een personenregister. Er is ook een plaatsnaamregister en een zaakregister, zodat het boek ook gemakkelijk te gebruiken is bij verder onderzoek.

De auteur is Ternattenaar Dirk Lindemans. Tot voor kort was hij nog advocaat. Maar nu heeft hij meer tijd om zich bezig te houden met zijn geliefd Ternat. Hij schreef al eerder geschiedkundige bijdragen in het Sint-Gertrudisblad over de Dreef, de Sint-Gertrudiskerk, enz... Schepen Gunter Desmet heeft het woord vooraf geschreven.

Het boek kost 15 euro en kan worden afgehaald bij de secretaris van de Koninklijke Cultuur- en heemkring van Ternat Dreef 14 te 1740 Ternat.Verzenden na overschrijving op BE71860112790669 Voor thuislevering betaal je 5 euro extra. Contact


Onder Zegefeesten Wambeek,

Eerste fiets in St Katherina Lombeek 1915



Vluchtelingen in de Groote Oorlog Herman Herpelinck

Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd in Wervik, dat dicht bij het ijzerfront gelegen was, een Duits garnizoen gelegerd. Vanaf 1917 werd de stad meer en meer gebombardeerd en in juni werden alle burgers geëvacueerd. De meeste vluchtelingen vestigden zich in Oost-Vlaanderen, Limburg en Brabant”. In een nieuwe publicatie, met uniek fotomateriaal, vertelt Ternats historicus Herman Herpelinck het verhaal van een zwangere vrouw die in Ternat terecht kwam.

De hoogzangere Angèle Descamps, een 23- jarige fabriekswerkster, kwam tijdens haar vlucht in Ternat terecht en kreeg onderdak in het Institut Saint Joseph naast het station, waar ze een uur later reeds beviel. De volgende dag werd het kindje in de kerk van Ternat gedoopt. Peter was dokter Poodt en meter de gravin van Kruikenburg. Na de oorlog keerde Angele terug naar Wervik maar ze kwam nog dikwijls op bezoek in Ternat bij de peter en meter van haar eerste kindje.

Info bij Herman Herpelinck

Meer foto s in https://editiepajot.com/regios/19/articles/55093

Daags na de geboorte werd Maria Arthur Albertina Elisabeth BREYNE gedoopt. Peter was dokter Poodt, meter de gravin van Kruikenburg, toen 86 jaar, die de honneurs liet waarnemen door haar dochter Gravin Maria Paulina de Lichtervelde (°1869 +1934).

De vluchtelinge uit Wervik beviel reeds een uur nadat ze in het Institut Saint Joseph was opgevangen.

Mijn grootvader was een soldaat in de Grote Oorlog


Het Duitse keizerlijke leger viel België binnen op 4 augustus 1914, De dag van de invasie, werden de klokken van de Ternatse kerken al geluid om dit te herdenken.

Honderd jaar later bezocht de derde kleuterklas van De Brug het ereperk van de oudstrijders van 14-18 en 40-45 op de begraafplaats van Ternat. De kleutertjes plaatsten in plaats van klaprozen plastieken bekertjes met zwart hart, vredesstokjes, en gekleurde keien. Kleuter Niels bracht hulde aan zijn voorouder Henri Van Lierde (foto Francis Coppin). Kleinzoon Hubert Van Humbeeck vertelt het verhaal van grootvader Henri.

"Mijn grootvader was een soldaat in de Grote Oorlog, Zijn verhaal eindigde niet heldhaftig .in de loopgraven aan de IJzer, maar al snel na de Duitse inval in de buurt van Namen. Daar werd hij tijdens de terugtocht, krijgsgevangen gemaakt en naar Duitsland afge­voerd, Hij zou er de volgende vijf jaar dwangarbeid verrichten op een grote boerderij in de buurt van Hannover. Dat het zo liep was wellicht een geluk bij een ongeluk. De loopgraven had hij misschien niet overleefd en de levensomstandigheden op zo'n boerderij waren hoe dan óok beter dan in een normaal gevangenenkamp. Maar het bleef werk in gevangenschap onder de strenge bewaking van soldaten met de bajonet óp het geweer.

Mijn grootvader was in 1914 al een prille dertiger. Hij was zelfs nog een loteling. Hij liet bij de mobilisatie thuis een hoogzwangere vrouw achter en hij was al de vader van een kleuter. Hij zou zijn tweede zoontje pas zien toen bet kind al vijf jaar was, De gevangenen konden na 11 november 1918 niet meteen naar huis. Niemand vertelde hen dat er een wapen­stilstand was getekend en de Duitse boeren wilden hun goedkope werkkracht ook niet meteen kwijt. Toen de bewaking geleidelijk slapper werd, stapte mijn grootvader gewoon op en ging naar huis.

Een foto die hij in een omslag met poststempel Hannover naar mijn grootmoeder steurde, toont een forse man met een snor die zelfverzekerd in de lens kijkt: de mensen thuis, moesten zich niet te veel zorgen maken, ze hadden het al moeilijk genoeg. Zijn eigen kinderen wlsten weinig van zijn jaren in Duitsland. Pas veertig jaar later vertelde hij van zijn ervaringen aan zijn kleinzoontje, aan mij. Hij was in die verhalen altijd de slimme Uylenspiegel die de bewakers een neus zette.vaak op gevaar van zijn eigen leven. Het drong pas jaren later door hoeveel ellende er in die verhalen verborgen zat. Door alle verbale bravoure schemerden jaren van angst, honger en onzekerheid."