Auteurs en Boeken over Ternat

HISTOIRE DES ENVIRONS DE BRUXELLES, DESCRIPTION HISTORIQUE DES LOCALITÉS QUI FORMAIENT AUTREFOIS L AMMANNIE DE CETTE VILLE, TOME PREMIER 1855

ALPH0NSE WAUTERS  (Brussel, 13 april 1817 - 1 mei 1898) was een Belgisch historicus en archivaris. Hij was directeur van het Archief van de Stad Brussel vanaf 2 april 1842. PDF op het web via http://books.google.com


"Anciennement, la plus grande partie de nos campagnes étaient couvertes de bois...Les bois de Gaesbeek, de Rondenbosch, de Larebeke et de Dilighem, le S'Gravenbosch, à Ternath, disséminés dans l'espace intermédiaire à la Dendre et la Senne, ont disparu ou méritent à peine une mention.

Dans la partie de la mairie de Rhode qui s'étendait à l'est et au nord des villages précédents, on trouvait cinq échevinages : Meerbeek, Bigard et Cappelle-Saint-Ulrie, seigneuriaux; Wambeek, comprenant aussi Ternath et Lombeek-Notre-Dame , échevinage ducal" 

Het parochiewezen in Brabant tot het einde van de 13e eeuw,  Jan Verbesselt, 1950 - 2001 Zoutleeuw Peeters - 

Historicus Jan Verbesselt, was een gedreven auteur en bezieler van het Brabants volksleven. In 1939 studeerde hij af als historicus aan de Leuvense universiteit met een verhandeling over het parochiewezen in West-Brabant tot het einde van de 13e eeuw, een thema dat hem zijn hele verdere leven zou blijven boeien en bezighouden. In 1951 werd hij benoemd tot conservator van de afdeling Volkskunde aan de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis in het Jubelpark. Hij kon er zich in alle rust wijden aan het historisch onderzoek rond het ontstaan en de evolutie van de West-Brabantse dorpen. Tussen 1950 en 1993 publiceerde hij, in samenwerking met het Oudheidkundig Genootschap, zijn opus magnum, de 27-delige reeks ‘Het Parochiewezen in Brabant tot het einde van de 13e eeuw’, Het blijft dé referentiebron bij uitstek voor alle Brabantse heemkundige kringen.


Je vindt daarin ook veel informatie over Ternat, Lombeek, Wambeek en Overdorp. We hebben de hoofdstukken daarover voor jou nu ook online gezet op 


https://drive.google.com/drive/folders/0B9dAjd4-jXaOS3NOLWs4RlJsX1E?resourcekey=0-Nrgt5wMQH7sf0R3rlPNLcA&usp=sharing

Omstreeks 1900 schreven de uit Sint-Laureins (tussen Maldegem en Zeeuws-Vlaanderen) afkomstige letterkundige Jozef De Bast en de Ternatse pastoor Lascabanne hun Geschiedkundige schetsen van Kerk en Gemeente Ternat

Ze beschreven de toestand omstreeks 1900 maar ook de geschiedenis van Ternat en Kruikenburg. De Bast had als archivaris van het kasteel Kruikenburg toegang tot vele documenten en de pastoor tot de kerkelijke archieven. De Bast woonde in de stationswijk, naast de socialistische voorman Leempoels. Hun werk blijft tot op vandaag een heel interessant geschiedkundig werk. We zullen het de volgende weken publiceren op https://drive.google.com/open?id=0B9dAjd4-jXaOMlhrOXo1WW5CLWs 

En overzicht van het leven van Lascabanne vind je hier

Lees ook  "Een wandeling door de gemeente in 1902"  in de  internetktant  Editiepajot

Uit het bevolkingsregister in 1900

Geschiedenis van Ternath -  Theofiel Poodt - Heruitgave van de editie uit 1896 (J.B. Willems-Vandenborre, Brussel).in 1986 in Ternat by Davidsfonds. Te ontlenen in de bib Ternat.


Het dagboek van zuster Candida - 1915. Ze werd geboren als Hortence Wauters in Wambeek. Haar dagboek is een blauw schrift, met de hand geschreven en geïllustreerd met kaartjes, tekeningen en foto's. In haar dagboek vertelt zuster Candida hoe ze met haar kloosterorde in Engeland in terechtkomt en daar ook drie jongens uit Wambeek opvangt. Lees dat in deel 1 van het dagboek 



Freddy Verdoodt, De Ternatse Politiek rond 1900.  Uitgave Cultuur- en Heemkring Ternatse club in 1973. Een verzameling politieke vlugschriften van de conservatief-katholieke zwarte partij van Dr Theofiel Poodt en graaf de Lichtervelde, en van de progressief- liberale, unionistische witte partij, omstreeks 1900

Freddy Verdoodt, De heren van Kruikenburg, 1969

Freddy Verdoodt, Ternat, vroeger en nu, 1966

Freddy Verdoodt, Tserclaes, . 

Freddy Verdoodt, ‘Kastelen en Molens te Ternat’ in 1970. 




Freddy Verdoodt stichtte in 1967 de CULTUUR- EN HEEMKRING TERNATSE CLUB. 


In 1970 werden er 5 nummers uitgegeven van het tijdschrift EIGEN HEEM. Je kunt ze lezen via volgende links

https://drive.google.com/.../1HtCp.../view...

https://drive.google.com/.../1ANU0mmHr9WAnZ0AV9Fe.../view...

https://drive.google.com/.../16hImuk3mU4GDNsa.../view...

https://drive.google.com/.../1UxPGimGPSXKzFQMTt7i.../view...

https://drive.google.com/.../1Pc8UIfQMO2qvw11zwSO.../view...



Voor zijn boek DE TERNATSE GESLACHTEN, een naslagwerk met alle families die voor 1800 in Ternat, Sint-Katherina-Lombeek en Wambeek leefden, dook hij jarenlang bijna elke werkdag in de archieven van het gemeentehuis en doorzocht hij alle oude parochieregisters vanaf ongeveer 1600-1625 en voor sommige families ging hij terug tot 1500 en vroeger. Heel wat dorpsgenoten stammen af van de oude hertogen van Brabant en de heren van Kruikenburg. Zelf stamt hij zowel langs vaders- als langs moederskant af van Ternatse families, kleine en grote boeren.

In het kader van de honderdste verjaardag van de Eerste Wereldoorlog ging de Heemkring op zoek naar het verhaal achter de namen op de oorlogsmonumenten in de drie deelgemeenten. Het resultaat werd door voorzitter Jozef De Ridder gebundeld in een artikelenreeks die verscheen in het tijdschrift van de vereniging en onlangs ook op het platform Erfgoed Ternat op Facebook. Je kunt de volledige reeks ook lezen via deze link.

BETOGING OP HET MARKTPLEIN 

Niet alle gesneuvelden vonden de dood op een slagveld. Leon Berger en Albert De Valck werden in 1915 gedood tijdens een betoging tegen de Duitse bezetter op het Marktplein van Ternat. Om te voorkomen dat vrijwilligers zouden proberen de Belgische frontlinies te bereiken moesten jonge mannen zich regelmatig presenteren aan de Duitse kommandantur (letterlijke vertaling: bureau van de commandant) waar de burgers terecht konden voor voedselbonnen, allerhande toelatingen en de Ausweis (de voorloper van onze identiteitskaart). Bij zo een melding van jonge mannen kwam het tot een betoging waarbij een Duitse wachtpost het vuur opende op de jonge mannen.


JAARBOEK 2004 GEMEENTEMUSEUM TEMSE - In het artikel Vrijwilliger 1914-1918 van Georges  Hebbinckuys lees je ook over BERT WILLEMS.  Wambekenaar Hubert Willems deed zijn Middelbaar onderwijs in het Klein Seminarie te Mechelen en studeerde geneeskunde aan de KU Leuven. In januari 1916 werd hij sergeant aan het front in het 17e Linieregiment. Hij maakte er deel uit van de Vlaamse Frontbeweging, was medewerker van "Ons vaderland" en schreef bijdragen in "De payot der taalgrens". "Berten" Willems sneuvelde op 29 september 1918 nabij Moorslede. Lode en Frans Willems gingen na de oorlog op zoek naar hun gesneuveld familielid. In 1932 werd zijn stoffelijk overschot bijgezet in de crypte onder de Ijzertoren. Over Bert Willems en het leven aan het Ijzerfront lees je meer in dit boek.

https://drive.google.com/file/d/0B9dAjd4-jXaOZWhzSHdEQW95aTQ/view?usp=sharing

"Op 3 juni 1917 komt Georges Hebbinckuys terug aan het front en wordt onmiddellijk goed bevriend met Bert Willems. Tijdens zijn afwezigheid bij de mitrailleurs gingen de sublieme deserteurs, vanuit hun sector naar de Duitse linies. Dat Bert Willems (foto hieronder) op de hoogte was van deze actie wordt uit de doeken gedaan in een brief van Jozef Van de Walle uit Gistel aan Clement De Landtsheer te Temse in 1935." De Sublieme Deserteurs is een bijnaam die in Vlaamgsgezinde kringen wordt gegeven aan een groep van zeven Vlaamse deserteurs uit het Belgisch leger in de Eerste Wereldoorlog. Zij staken om activistische redenen begin mei 1918 de frontlijn over naar bezet België, in opdracht van de geheime Frontbeweging. 

Wambeek : bijdragen tot de geschiedenis - Luc Van Eeckhoudt, Luc Sergooris, Armand Timmermans – Davidsfonds 1993 – bibliotheek Ternat siso 938.1 

Patrick Sergooris, Het machtsverwervingsproces op micro-politiek vlak in Wambeek tussen 1946 en 1976,  Licentieverhandeling RUG 1985. 

Welke factoren hebben de keuze van de kiezer bepaald bij de verkiezingen na de tweede wereldoorlog tot de fusie van Wambeek met Lombeek en Ternat. Er wordt gekeken naar de demografische en economische ontwikkeling van de gemeente en er wordt een beschrijving gegeven van de verschillende verkiezingen. Wie waren de kandidaten ? Vooral boeren bij de conservatief-katholieke lijst. Slechts een vrouw was kandidaat en werd verkozen, onderwijzeres Marie Raspoet in 1954. We moeten opmerken dat het boek een anachronisme bevat: het spreekt van het VNV in 1930 terwijl die partij na 1932 ontstond. LODE WILLEMS was in 1932 dan ook Provincieraadslid voor de Christelijke Volkspartij-Vlaamse Frontpartij van Vlaamse Nationalisten Zie ook over Willems en Brouwerij Artevelde in internetkrant EditiePajot      Lees het boek online hier

Sint-Katherina-Lombeek, 

Euprint, 1992


Beschikbaar in Bibliotheek Ternat


TERNAT DOORHEEN DE TIJDEN In zijn vier boeken over de geschiedenis van Ternat vertelt Herman Herpelinck dat in 877 Wambeek in het Dietsche domein van Gertrudis van Nijvel, voor de eerste maal vermeld werd en er in 1112 een tweede bewoningskern was ontstaan, die de naam "Nath" droeg  . Korte inhoud boeken van H.J. Herpelinck ( te ontlenen in de bibliotheek van Ternat ) ;


Dit deel schetst de geschiedenis van de heerlijkheid Kruikenburg tot aan de vooravond van de Franse overheersing. Tijdens het Ancien Régime heersten er voorname geslachten zoals Van Wezemaal, T'Serclaes en de Fourneau. 

In dit deel wordt het religieus leven in de drie parochies besproken. De nadruk wordt nu gelegd op de bouwkundige kenmerken van onze prachtige kerken, met hun rijke overvloed aan kerkschatten. .

De deelgemeente Ternat wordt in dit boekdeel gans afzonderlijk besproken in zijn boeiende folklore en 210 oude prentkaarten. 

Eindelijk wordt het reilen en zeilen van elke deelgemeente besproken tot aan de fusie in 1977. Het werk besluit met een uitvoerig register van al de namen die in de 4 boekdelen voorkomen. ...

 H.J. HERPELINCK  2015, DE HEREN T’SERCLAES VAN CRUCKENBURG (1381-1562)

Plaatselijk historicus Herman Herpelinck beschrijft het belang van de familie T'Serclaes voor de gemeentet. Aanleiding was de restauratie van het half verheven beeldhouwwerk van Everaert T’Serclaes aan de Grote Markt te Brussel en de restauratie van het interieur van de Sint-Gertrudiskerk, zegt Herpelinck.

T'Serclaes is bekend voor de herovering van Brussel op de Vlaamse graaf Lodewijk van Maele . In de nacht van 24 october 1356 klom hij met een kleine groep volgelingen over de Brusselse wallen, verjoeg met de hulp van de ambachtslieden het Vlaamse garnizoen en opende de poorten voor het hertogelijke leger.

De Brusselse patriciër kocht in 1381 het “Land van Wambeke” , het gebied dat later de fusiegemeente Ternat werd. Hij werd er begraven in de kerk nadat hij in de gevangenis van het kasteel te Gaasbeek op vreselijke wijze gemarteld werd. In Ternat leven nog verschillende afstammelingen van Tserclaes

Het huis T’Serclaes bleef meer dan anderhalve eeuw verbonden met een heerlijkheid die zich Cruckenburg en het gelijknamig kasteel. In Ternat leven nog verschillende nakomelingen, zo kun je lezen in het boek over de geslachten van Ternat, van de hand van die andere Ternatse historicus, Freddy Verdoodt. Door het huwelijk van Carel de Fourneau met Maria de Ghin, dochter van Jan en Catharina T’SERCLAES, in 1562, werd de familie gedurende negen generaties bezitter van de heerlijkheid en het graafschap Kruikenburg. In 1866 huwde Paulina met Camile graaf de LICHTERVELDE. Ze hadden drie kinderen: Theobald, Albert en Maria. Het waren de laatste adelijke bewoners van Kruikenburg.

De brochure van Herpelinck is het resultaat van jarenlange opzoekingen in Brusselse kringen en nationale archieven. Deze detailstudie beslaat nagenoeg 50 blz. en wordt uiterst verzorgd uitgegeven. Zij verduidelijkt de markante gegevens uit de 14de- tot 16de eeuw met een twintigtal unieke kleuropnamen en tekeningen. Wij herbeleven hier “de presentie” van het huis T’Serclaes van Cruckenburg in al zijn profane- en religieuze aspecten: eindelijk een hedendaags uniek en historisch verantwoord werk.

Lees het boek hier https://drive.google.com/file/d/1LLfH0YosFoexg4Ov5JcG1_WVBalOocL7/view?usp=sharing

Andere publicaties van Herpelinck zijn 

HET ADELLIJK GOED STEENVOORDE Na de grote ontginningsperiode uit de 11de-13de eeuw,  slaagde een voorname telg uit het geslacht Eggloy er  uiteindelijk in het gebied Steenvoorde in te palmen. Zo werd Renier I Eggloy  (1239-1308) de eerste die zichzelf “HEER VAN STEENVOORDE” mocht noemen. 

DE KRUISSTRAAT over de pest en het ziekhuizenveld op de grens van Ternath, Lombeek en Wambeek. Daar werden pestlijders of leprozen afgezonderd van de gezonde gemeenschap. Nog in 1662 woedde de pest te Ternat en maakte er 1511 slachtoffers, ongeveer een vierde van de bevolking. Herman Herpelinck, schreef er in 2019, naar aanleiding van Allerheiligen, een bijdrage over, die je gratis kan bekomen bij Herman Herpelinck <herman.herpelinck@skynet.be>. 

Eindstation Ternat over vluchtelingen in WOI. De hoogzangere Angèle Descamps, een 23- jarige fabriekswerkster uit Wervik, kwam tijdens haar vlucht in Ternat terecht en kreeg onderdak in het Institut Saint Joseph naast het station, waar ze een uur later reeds beviel. De volgende dag werd het kindje in de kerk van Ternat gedoopt. Peter was dokter Poodt en meter de gravin van Kruikenburg. 

Aaron De Coninck, 11 april 2020, Wie zijn de inwoners van Ternat in 1693

Bij de Brabantse volkstellingen werd er ook een telling opgemaakt in Ternat in het jaar 1693. Ternat telde toen 630 zielen. Je vindt hier een volledig overzicht van de personen, hun familie en hun beroep gedagtekend op 26 oktober 1693 door griffier Joannes Franciscus

https://drive.google.com/file/d/1xLwB07ETb_BaG5Ygvlj0N5fu4AqszmPr/view?usp=sharing

In 2005 schreef Frans Dumong “De laatste getuigen van de Tweede Wereldoorlog in Ternat”. Daarvoor ondervroeg hij tientallen mensen. Hij schetst in het boek een beeld van het dagelijkse leven, de angsten en problemen tijdens de oorlog en de eerste jaren erna. 

Lees hier de eerste veertig bladzijden van het boek

https://drive.google.com/file/d/18ukYnhFKeoxntOLlHvRFL9BRcPAKt55t/view?usp=sharing

In 2003 publiceerde lokaal historicus en schrijver van schoolboeken en historische verhalen, Frans Du Mong zijn boek        “Wat betekent onze straatnaam?” “Het bevat een schat aan informatie over het lokale erfgoed, en daarom willen we er nu via de website van de gemeente meer mensen laten mee kennismaken”, zegt schepen van Erfgoed Guido Van Cauwelaert. Frans legt zelf in Editiepajot uit hoe het werk tot stand kwam en wat je er allemaal in vindt. 


Denkend aan vroeger’ heet de prachtige bundel Ternatse geschiedverhalen van Frans Du Mong, auteur van onder andere ‘Pangaardse Verhalen’ en ‘De Duivelsweg zonder einde en andere Ternatse verhalen’. Hij noemt ze zelf “waar-achtig”. Het is fictie maar gebaseerd op werkelijk bestaande of  historische personen, plaatsen, feiten en gebeurtenissen, die een belangrijke rol hebben gespeeld in het leven van onze voorouders. Die personages brengt hij in zijn verhalen weer tot leven en hij dompelt je onder in de sfeer van het Ternat van vroeger. “Ik probeer door te dringen tot het hart en de ziel van de rasechte Ternattenaar”, zegt Frans. Elk verhaal is voorafgegaan, soms tevens gevolgd, door enkele historische, heemkundige, folkloristische of biografische gegevens, waardoor ook het belang van het verhaal tot uiting wordt gebracht, vertelt Frans in 2016 in internetkrant Editiepajot. 


De bundel De Duivelsweg zonder einde van Frans Du Mong bevat elf fictionele teksten, die alle de uitgesproken inhoudelijke kenmerken bezitten van de bijzonderste kleine vormen van epiek, zijnde het sprookje, de sage, de legende, het geschiedverhaal, het dierenverhaal. Concreet handelen ze over aparte wetenswaardigheden, sprookjesachtige situaties, niet of nauwelijks verklaarbare feiten, duivelse toestanden, goddelijke tussenkomsten, buitenaardse ingrepen, magisch-realistische omstandigheden, alle gesteund op geschiedkundige feiten en opgebouwd rond al dan niet bizarre personages die werkelijk hebben geleefd, plaatsen die momenteel nog kunnen worden bezocht, data die eenvoudig kunnen worden nagetrokken, alles in een waas van mysterie, droom en fantasie en met onze deelgemeenten Ternat, Sint-Katherina-Lombeek en Wambeek als bijzonder decorum. Kortom, het gaat in deze verhalen over uitzonderlijke gebeurtenissen in de breedste zin van het woord, die tot nu toe voor de gemiddelde Ternattenaar onbekend zijn gebleven, maar die via een literaire benadering een weelde aan interessant materiaal bieden om bepaalde historische, geografische, heemkundige en andere aspecten van onze gemeente te leren kennen en begrijpen.  Lees de verhalen hier...

https://www.proximuscloud.be/web/app/share/invite/dAlN4rbuJF


Guido Van Cauwelaert publiceert artikelen over de Geschiedenis van Ternat op www.editiepajot.com in de reeks Ternat in de vorige eeuwen, gebundeld  in een pdf die online staat.De artikels gaan van de tijd van Nerviërs en Romeinen tot de meer recente geschiedenis.

Paul Daem publiceerde in 2016 Archeologie van de voormalige priorij van O.L.V. ter Muylen te Liedekerke.Een assessment en verkennend onderzoek. Dit onderzoek werd opgevat als een verkennend onderzoek om de archeologische verwachtingen bij te stellen. Dit gebeurde door vast te stellen in welke mate er nog sporen aanwezig zijn en door verzamelen van ad random verzamelde scherven aan de oppervlakte. 

The priory of Ter Muylem, Liedekerke (Flemish municipality in Belgium) was founded in the mid-13th century and was founded by three brothers in gratitude for their safe return from the Holy Land. This priory went through periods of prosperity and decline. It was finally abandoned and destroyed during te French Revolution Only a small ruin remains above ground  

Willy Van Cauwelaert publiceert artikelen over de Geschiedenis van Ternat op https://ternat.webnode.at/ en op https://gemeente-ternath.jouwweb.nl/ o,a, over Ternath in de Nederlandse periode en Graaf Hendrik de Fourneau, die trouw bleef aan de Nederlandse koning, het kasteel De Mot, enz.

Op https://heemkringternat.be/ vind je informatie over artikels en werking van de plaatselijke heemkring

De Motte te Ternat, in historisch landschappelijke context. Leo Vermeulen en Jan Bleys

De Motte te Ternat, in historisch landschappelijke context. Leo Vermeulen en Jan Bleys

Het gemeentebestuur van Ternat heeft de intentie om haar gemeentehuis dat sinds 1845 gevestigd is in kasteel ‘De Mot’ te verbouwen tot eigentijds administratief centrum met een bibliotheek. Architectenbureau ‘Buro 2’, laureaat van de architectuurwedstrijd georganiseerd door Vlaams Bouwmeester, nam Studiebureau Ars Horti onder de arm voor de erfgoedwaardering van de huidige site op basis van gericht historisch vooronderzoek. Het Agentschap Ruimte en Erfgoed - Brabant van de Vlaamse Gemeenschap vond dit vanzelfsprekend noodzakelijk ter bescherming van de erfgoedwaarde van het als monument beschermde pand (K.B. 1958) en ook als toetskader voor de evaluatie van het ontwerpvoorstel. Dit artikel is het resultaat van het historisch vooronderzoek die geschiedvorser Leo Vermeulen samen met landschapsarchitect Jan Bleys, gegradueerd in de monumenten- en landschapszorg, uitvoerde. Het werpt een volledig nieuw licht op de oorsprong van het kasteeldomein, zijn bijzondere plaats in het laat feodale agrarisch en maatschappelijk accent in de ontwikkeling van Ternat. Ontstaan van kasteel De Mot Het gebouw is een laat voorbeeld van een dubbelhuis in traditioneel Vlaamse zandbaksteenarchitectuur. Volgens de literatuur1 en de datumankers op de voorgevel van het kasteel is het domein vroeg 18de eeuws. De datumankers “1719” duiden echter op de herbouwdatum van het kasteel, niet op zijn origine. Het opzoekingswerk naar de bouwheer leidde naar nieuw ontdekte 17de eeuwse bronnen die bewijzen dat er een gebouw stond op de plaats van het huidige kasteel. Onderzoek van de ontwikkelingsgeschiedenis van het domein in zijn omgeving plaatste het ontstaan van de oorspronkelijke kern, een motte, in de late 1 Th. POODT, Geschiedenis van Ternath’, 1896; ‘Ternat, van kasteel de Mot, gemeentehuis en gemeenteschool’, in Sint-Gertrudiskring Sint-KatharinaLombeek, Ternat, Wambeek, 1988; verder ook op de website van de gemeente. 009_91_117_DeMotteTernat_Vermeulen_Bleys_1_2011.indd 91 24/02/2011 9:07:12 92 Leo Vermeulen en Jan Bleys middeleeuwen. Hoogstwaarschijnlijk werd de motte medio 13de eeuw in het Molenbeekdal opgericht. Om het gebrek aan documenten, die in de brand van 1695 verloren gingen, te compenseren werden diverse invalshoeken zoals ligging, dries-relatie, naamgeving, belastingvrijstelling en bosrooiingperiode in hun onderling verband onderzocht en getoetst aan de historische cartografi e. Dries-vorming J. Verbesselt heeft de oudste bronnen uitvoerig geanalyseerd waardoor de evolutie van Ternat goed gekend is. Aanvankelijk was Ternat afhankelijk van Wambeek dat volledig door vruchtbare koutergronden omringd was en hierdoor vroeg tot ontwikkeling kwam. Het gehucht ‘Zemst’, dat ouder is dan Ternat, ligt in het ‘Keurebeekdal’ op de vruchtbaarste gronden van Ternat, waardoor het oudere domein Kruikenburg zich logischerwijze vestigde nabij al intensief gecultiveerde gronden [Zie afbeelding 1]. Tot in de dertiende eeuw werden kerkelijke en burgerlijke verrichtingen te Wambeek voltrokken. Afbeelding 1: historische determinanten naar gegevens van J. Verbesselt, Jan Bleys, 2009. 009_91_117_DeMotteTernat_Vermeulen_Bleys_1_2011.indd 92 24/02/2011 9:07:12 De Motte te Ternat 93 De dries ontwikkelde tussen het Keurebeek- en Molenbeekdal op het kruispunt van de Brusselbaan en de Nattestraat. De site begrensde de dries en sloot direct aan op het nieuwe middeleeuwse cultuurland dat als voormalige bosbouw aansloot op de kouters van het gehucht Zemst en Wambeek. De kerk waarrond zich de dorpskom vormde werd opgericht naast de dries in relatie tot Kruikenburg. Situering van de veldtoponiemen (naar J. verbesselt) op de huidige stafkaart. De kwartieren, die naar historisch bos verwijzen, ontstonden door Lindebeek en Middelgracht en het historisch wegenpatroon. Ze sloten aan op de bestaande kouters van Zemst en Wambeek waardoor de zuidelijke helft van de gemeente volledig in cultuurland werd gelegd. Hooilanden vormden de meersen in het Keure- en Molenbeekdal. Ternat ontwikkelde zich vrij laat op het kruispunt van de Brusselbaan die uitgaf op de Romeinse baan, en de verbindingsweg tussen Nederalfene en Zemst2. Op dit kruispunt vormde zich in het Molenbeekdal, buiten de uiterwaarden, de risicozone voor overstroming, een driehoekige dries. Deze dries met typische drinkpoel en waarop de middeleeuwse boeren hun vee stalden is na het gehucht Zemst de oudste kern van Ternat. De motte behoorde tot de eerste centrumbebouwing. Het heidetype dries van Ternat is ruim en sloot aan bij de ‘wastinae’, het middeleeuwse bos- en heidegebied. Dit komt algemeen voor in minder vruchtbaar gebied. Na de oprichting van de Onze-Lieve-Vrouw-kerk (voor 1112) tegenover Kruikenburg concentreerde de bebouwing zich meer rond de kerk waarvan de naam later verdrongen werd door deze van Sint-Gertrudis. De expansiepolitiek van de heren van Wezemaal Met de vestiging van de heren van Wezemaal werd Ternat bij aanvang van de dertiende eeuw zelfstandig. Na de burcht van Gaasbeek was Kruikenburg de belangrijkste heerlijke burcht en het symbool van de macht van de heren van Wezemaal tegenover de grens van Vlaanderen. Ternat ontwikkelde zich zo vanuit de voorname Kruikenburg tegenover het graafschap Vlaanderen3. De heren van Wezemaal eigenden zich hiervoor de beste plaats toe, centraal tussen drie landschaptypes. De koutergronden op de natte tot matig natte leemgronden waren vanouds 2 J. VERBESSELT, Het parochiewezen in Brabant tot het einde van de dertiende eeuw, deel 22: Lennik, Wambeek, Gooik, Brussel, 1989. 3 ID., in ESDB, 69 (1986) , p. 318. 009_91_117_DeMotteTernat_Vermeulen_Bleys_1_2011.indd 93 24/02/2011 9:07:12 94 Leo Vermeulen en Jan Bleys de meest geschikte cultuurgronden van het dorp en voor het midden van de dertiende eeuw al intensief en volledig ontgonnen4, wat de typische onregelmatige perceelsstructuur verklaart. Qua bezonning was de zuidgerichte fl ank aan de overzijde van de Molenbeek gunstiger maar als natuurlijk kwelgebied was de drassige bodemgesteldheid ongeschikt voor een nederzetting. Hierdoor bleven de natte meersen lange tijd bebost en het landschap er gesloten. Het oostelijk gelegen bosgebied op de noordelijke helling van de drogere zandleemheuvel was wat betreft bezonning minder ideaal en daardoor, naast jachtgebied, gericht op houtproductie. De expansiepolitiek verdrukte de heren van Wambeek waardoor de heerlijkheid Ternat aan belang won met bevolkingsgroei als gevolg. Van bos- naar akkerbouw Door de middeleeuwse bevolkingsgroei was meer voedsel nodig. Hiervoor werd het uitgestrekte zuidoostelijke heide- en bosgebied van het dorp op grote schaal in cultuurland gelegd5. Van oudsher was dit heide- en bosgebied samengesteld uit zes grote blokken met elk hun eigen toponiem: ‘Klein’- en ‘Groot Beuken’, ‘Lindeveld’, ‘Busup’, ‘Breembos’ en ‘Heuverenbos’ [Zie afbeelding 1]. Elke plaatsnaam verwijst naar een historisch bos. Ook bramen zijn een indicator van bosrooiing. De hoofdstructuur van de nieuwe blokverkaveling respecteerde die van de oude bosbouw en werd gevormd door de ‘Lindenbeek’ en de ‘Middelgracht’ en door de oude ontsluitingswegen ‘Lindeveld’- en ‘Terlindenstraat’. Het vrij regelmatig orthogonaal verkavelingspatroon in kwartieren met kleine percelen van één tot twee dagwand is concordant6 met deze ontsluitingswegen wat wijst op gelijktijdige oorsprong. Ondanks hun geometrie hield de percelering naar gewoonte rekening met de natuurlijke condities zoals reliëf en bodemgesteldheid. Het rasterpatroon volgde de hoogtelijnen waardoor de loodrecht erop geplaatste perceelsgrachten logisch naar de vallei afwaterden. Via een middeleeuws gemeenschappelijk geregeld drieslagstelsel transformeerden de boeren het oude bosgebied in open 4 J. VERBESSELT, o.c., p. 325. 5 Ibidem, p. 325. 6 De wegen lopen concordant of evenwijdig, gelijklopende met de bezitpercelering wat wijst op gelijktijdige oorsprong. Wegen die de perceelstructuur discordant doorsnijden wijst er op dat ze jonger zijn. 009_91_117_DeMotteTernat_Vermeulen_Bleys_1_2011.indd 94 24/02/2011 9:07:12 De Motte te Ternat 95 akkerland. Door het rotatiesysteem werden de percelen op de slagen niet afgesloten en ontstond open bouwland7. De eigendomspercelen werden gebruikelijk van elkaar afgescheiden door middel van een open ploegvoor. Omdat perceelrandbegroeiing niet voorkwam leverde dit vanaf het hof een wijds ruraal uitzicht op de heuvel. Tot op de dag van vandaag neemt dit landelijk gebied nog een aanzienlijk deel van de gemeente in. Om rogge en gerst op het akkerland te cultiveren waren een aantal grote hoeven noodzakelijk. ‘Hof ten Berge’ ontgon het gebied in Opalfene. Volgens J. Verbesselt was het zuidoostelijk gelegen ‘Hof ter Linden’, gevestigd aan de Lindenbeek, de belangrijke middeleeuwse uitbating van het nieuwe gebied. Naar middeleeuwse normen kon zij echter onmogelijk het volledige gebied vanaf de zuidoostkant zelfstandig bewerkt hebben. Vermits de Motte als ‘hofsstadt’ –zo wordt de motte als belangrijk hoevecomplex genoemd in 1717- aan de oostzijde van het dorp lag komt ze als enige in aanmerking voor de ontwikkeling van de noordwestelijke zijde van dit uitgestrekte gebied. Men mag aannemen dat ze minimum de gronden van ‘Klein Beuken’ (tussen hoeve en ‘Middelgracht’) of zelfs de akkers tot aan de Schapenbaan (ook Heerbaan)8 ontgon. Alleszins werden ook later tot op grote afstand gronden aangekocht9 wat erop wijst dat dit domein een belangrijk aandeel van het nieuwe landbouwareaal bezat. De ‘Hofstad’ ligt als schakel tussen het ontginningsgebied ‘Klein Beuken’ en de dorpskom. ‘Klein Beuken’ komt in het Cartularium10 van 1675 niet voor. Daardoor zijn er weinig gegevens over bekend. De hofstad was geen leengoed maar zelfstandig ‘eigengoed’. Ze was dus niet tiendenplichtig en werd niet in tiendenboeken vermeld. Bij gebrek aan gegevens ontsnapte de site aan onderzoek en vermoedde niemand haar feodaal verleden. Dit feit vormt een aanvullend bewijs dat de oorsprong ervan wijst naar de vormingsperiode van de parochie. 7 M. ANTROP, Perspectieven op het landschap, Gent Academia Press, 2007, pag. 190 8 J. VERBESSELT, in ESDB, 69 (1986), p. 300. 9 Rijksarchief Beveren, Schepengriffi e Cruyckenburg, Nr. 10931 / 36. Akte met betrekking tot de aankoop van een goed te Ternat door Martin De Heze en zijn echtgenote, 2 april 1715. 10 Projet d’un Cartulaire des dimes au quartier de Wambeck, Lombeck et Ternath, geeft alle percelen waarop tienden werden geheven Ternat, Rijksarchief Brussel KA. N° 2007. 009_91_117_DeMotteTernat_Vermeulen_Bleys_1_2011.indd 95 24/02/2011 9:07:12 96 Leo Vermeulen en Jan Bleys Strategische ligging De bestaansreden van het hof was het uitgestrekte, nog woeste gebied, in cultuur brengen waardoor haar oprichting past in de agrarische ontginningsbeweging die in de regio omstreeks 1250 plaats greep en noodzakelijk was voor voedselproductie om de algemene demografi sche groei op het platteland te bevoorraden11. Dit verklaart de gunstige ligging langs de Brusselbaan die de belangrijkste verbindingsweg van Ternat vormt en het hof rechtstreeks naar de dries ontsloot. Gelegen tussen de dries, die uitgroeide tot de Markt en de nieuwe landerijen die zich uitstrekten over de noordfl ank van een leemheuvel was de hoeve effi ciënt op landbouwproductie en afzet gericht. Hierdoor vertrok er vanaf de site een veldontginningsweg naar het verkavelingsblok ‘klein Beuken’. Feodale motte Kasteeldomein ‘De Mot’ ontleent zijn naam aan zijn feodale structuur. De aanvankelijke Vlaamse benaming ‘borgt’ verfranste algemeen in de 17de eeuw naar ‘motte’ 12 zoals te Ternat het geval was. ‘Motte’ vernederlandste op zijn beurt tot de eigennaam ‘De Mot’. Een motte heeft in hoofdzaak twee afgescheiden delen, namelijk een kunstmatige berg (motte) die gevormd werd met opgeworpen aarde uit de omwalling (mottegracht) en een voorhof. De omwalling was een barrière om ongewenste indringers te weren. Op de motte werd een versterkte woning, meestal een toren die tegelijk een militair doel vervulde, opgericht. Deze defensie werd in de 9de eeuw noodzakelijk want de invallen van de Noormannen hadden grote invloed uitgeoefend op het weerbaarheidsgevoel van bewoners in de getroffen gebieden. Als militair antwoord op het onveiligheidgevoel verschenen tussen de negende en dertiende eeuw mottes in West Europa. Zo werd de motte als veilig bouwtype de symbolische gedachte van opkomende adel en het statussymbool dat de macht en prestige van de heer weergaf. Nadat het militair doel verviel en het prestigieus aspect van de geheel of gedeeltelijk omwalde nederzettingsplaats de bovenhand nam ontstonden sites met een walgracht. Algemeen 11 P. LINDEMANS, o.c., p. IX. 12 la motte in betekenis van aardkluit. 009_91_117_DeMotteTernat_Vermeulen_Bleys_1_2011.indd 96 24/02/2011 9:07:12 De Motte te Ternat 97 hadden deze sites hun hoogtepunt in de veertiende en vijftiende eeuw om na de zestiende eeuw te verdwijnen13. Afbeelding 2: ets, A. Leucke, 1751, Rijksarchief Brussel, Kaarten en Plans, 1313. 13 L. VERMEULEN en J. BLEYS, ‘De oude kluys te Gentbrugge’, onuitgegeven studie, 2009 009_91_117_DeMotteTernat_Vermeulen_Bleys_1_2011.indd 97 24/02/2011 9:07:12 98 Leo Vermeulen en Jan Bleys Grondplan met kasteel, gebouwen en bomen in halfperspectief. Het toont het domein vierendertig jaar na de bouw van het Renaissancekasteel op het moment dat bouwheer Sebastianus De Heze – Carolina de Fourneau het bewoonden als omwald dubbelhuis in Vlaamse zandbaksteenarchitectuur onder steil schilddak zonder toren, omsloten door laanbomen. Omwille van het plantrecht op de Brusselbaan kon griffi er De Heze de buitenoever van een enkelvoudige rij bomen voorzien. Het dreefje met dubbele bomenrij takt ervan af en ontsloot de velden die niet weergegeven worden. Het achterliggende neerhof (?) en hoogstamboomgaard zijn omgracht. Afbeelding 3: Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden op initiatief van graaf de Ferraris, 1771-1778, kaartblad Ninove (60), schaal 1/1, Koninklijke Bibliotheek van België, digitaal detail. Het grondplan geeft duidelijk de structuur en het landgebruik weer tijdens het bezit van drossaard Franciscus De Kegel – Anna Maria Lindemans die het al vijf jaar bewonen. De kaart bestendigt de situatie die Leucke 27 jaar eerder graveerde en geeft bijkomende informatie. Binnen de ringgracht lag achter de woning een parterre. Buiten de gracht lagen nog parterres of nutstuinen met een centraal bassin. Na velling werden de laanbomen gewijzigd heraangeplant. 009_91_117_DeMotteTernat_Vermeulen_Bleys_1_2011.indd 98 24/02/2011 9:07:13 De Motte te Ternat 99 Aangezien ‘De Mot’ volgens de ets uit 1751 van A. Leucke [zie afbeelding 2] en de Ferrariskaart uit 1775/78 [zie afbeelding 3] een ringgracht volgens het oude type had en niet de recentere renaissancistische regelmatige vorm, betreft het een motte en niet een site met walgracht. Tijdens de grote middeleeuwse ontginningsbeweging werden mottes vaak uitgebreid met een herenhoeve, in een aantal gevallen ook met een kerk. In deze context past Kruikenburg. Binnen dit fenomeen mogen we het ontstaan van kasteel De Mot, als late verschijning enkel ter eigen bescherming, plaatsen. Hier streefde de eigenaar naar een zelfbedruipend winstgevend hof met residentiële uitstraling om er relatief veilig te genieten van het gegeerde buitenleven. Het neerhof vormde het landbouwbedrijf dat instond voor voedselproductie. De oppervlakte ervan is niet te achterhalen, maar begin 19de eeuw besloeg ze ongeveer 4/5 van de totale domeinoppervlakte die ca. 1,2 ha bedroeg. Het neerhof werd oostelijk van de motte gesitueerd en strekte zich uit tussen de Brusselbaan, langs waar ze ontsloten werd, en het dreefje tot het Breembos. De bodemtextuur is er identiek aan die van de kouter te Zemst wat ongetwijfeld meegespeeld heeft in de locatiekeuze. Hoe het middeleeuwse omwalde opper- en neerhof er uit zag is niet meer te achterhalen bij gebrek aan archiefmateriaal. Wellicht bevat het bodemarchief nog restanten van deze hoeve en kan archeologie voor opheldering zorgen. Hofstad Het domein ontplooide zich gedeeltelijk op de vruchtbare maar natte, alluviale gronden van het Molenbeekdal en gedeeltelijk op de drogere noord georiënteerde fl ank van een leemheuvel. Deze noordfl ank met matig droge zandleembodem werd door bemesting geschikt voor intensieve akkerbouw, terwijl op de lager gelegen matig natte leembodem vruchtbaar slib werd afgezet wanneer de Molenbeek uit haar oevers trad. Het Molenbeekdal (+25 m) ligt ingebed tussen de noordelijke Moretteberg (+75 m) waarop Asse zich vestigde en de zuidelijke heuvel waarop Wambeek zich ontwikkelde (+50 m) en hogerop Schepdaal (+90 m). Door haar hoogteligging op vijfentwintig meter boven de zeespiegel (TAW) combineerde het terrein beide voordelen. Met de opgeworpen grond uit de hofgracht werd een kunstmatig verhoogde inplantingplaats gecreëerd om het gebouw voor overstroming te behoeden. Deze hofgracht had een 009_91_117_DeMotteTernat_Vermeulen_Bleys_1_2011.indd 99 24/02/2011 9:07:13 100 Leo Vermeulen en Jan Bleys drainerende functie die werd uitgebreid met een ontwateringsgracht rond de boomgaard, waardoor deze als groeiplaats geschikt werd. Bij normaal debiet had de lager gelegen Molenbeek geen voedende functie. De hofgracht ontving kwelwater (grondwater) uit de heuvel dat in de gracht dagzoomde. Zo werd ze permanent met voedselarm acht graden helder grondwater gevoed, wat een rijke waterplantenvegetatie opleverde waardoor het een stabiel habitat voor de visgemeenschap van snoek, zeelt, rietvoorn en paling vormde. Voor de kweek van een roofvis zoals snoek was een aparte vijver nodig zoals de Ferrariskaart [zie afbeelding 3] aantoont. Het maximum waterpeil werd bepaald door een sluis en een gracht die uitmondde in de Molenbeek14. De bodemtextuur heeft een typische overgangsituatie van alluviaal valleigebied met kleibodem naar droge zandleembodem op de heuvel. De bodemkaart geeft antropogene bodem weer, maar door extrapolatie mogen we aannemen dat de site op het raakvlak van matig natte leembodem met matig droge zandleembodem lag en van nature een gradiënt in bodemtextuur en vochtigheid vertoonde. De hofgracht heeft deze gradiënt gedeeltelijk geneutraliseerd door vergraving van de gronden en door de drainerende werking. Eigenaars Het bombardement van Brussel door Louis XIV in 1695 legde er vele gebouwen in de as, ook dit waar het archief van Ternat in ‘veiligheid’ gebracht was, zoals het archief zelf getuigt: ‘Register inhoudende goedenisse ende wethelijcke passeringen onder den graefschappe van Cruquenbourg, Wambeke, Lombeke ende Ternath ’t sedert de groote ruine gebeurt door de Fransche tiranike bombarderinghe der stadt brussele op de 13 augusti 1695. Alwaer den geheelen comptoire deser bancke gevlucht sijnde is verbrandt, dus confuselijck geënregistreert’15. Hierdoor komt het dat van de vroegere geschiedenis van Ternat en bijgevolg ook van de eigenaars van de Motte omzeggens geen archief meer terug te vinden is. Vanaf de tweede helft van de 17de eeuw is er weer archiefmateriaal 14 Hoewel er geen directe verbinding meer bestaat leiden we dit af uit de Atlas der Water, Lennik, Wambeek, Gooik, Brussel, wegen, 1960, gemeentearchief Ternat. 15 Schepengriffi e N° 3094 (1694-1699) begint met het gegeven citaat 009_91_117_DeMotteTernat_Vermeulen_Bleys_1_2011.indd 100 24/02/2011 9:07:13 De Motte te Ternat 101 in het Rijksarchief Beveren voorhanden. Kopieën van de verkoopaktes (vanaf 1770) worden in het gemeentearchief bewaard en zijn algemeen gekend. Jan Van Cutsem - Maria van de Voorde (?-1673) De oudst bekende eigenaar van de hofstad is de Brusselaar, Jan Van Cutsem. Hij was gehuwd met Maria van de Voorde. Uit hun huwelijk werden vier kinderen geboren: Carolus; Charlotte die begijn werd; Maria; Catharina in de echt verbonden met Nicolas Reverseur. Hun nalatenschap werd in 1673 verdeeld. Zowel Charlotte als Maria en Catharina verkochten grond te Ternat uit de erfenis van hun ouders. Charlotte Van Cutsem (1673-1676) Charlotte (Carolina) Van Cutsem, begijn, werd eigenaar van de Motte bij verdeling van de erfenis van haar ouders op 2 september 1673. Zij erfde waarschijnlijk alle bezittingen te Ternat. Gezien de verwoestingen die de Franse legerbendes aanrichtten, deed zij wellicht haar meest kwetsbare erfdeel, de site met uitbatingsgebouwen, van de hand. Aangezien zij stierf in 1678 en de hofstad niet in haar testament van 19 april 1677 voor notaris Kerckhoven vermeld wordt, gebeurde de verkoop ervan aan Jan Biesemans nog voor deze datum16. Jan Biesmans - Suzane Daye (1676-1717) Charlotte van Cutsem verkocht de hofstad tussen 1673 en 1676. De nieuwe eigenaar, Jan Biesemans, was brouwer in ‘den Rooden Hoet’ in de Sint-Peeterstraat, daarna in ‘Den Bril’ nabij de Karpelbrug te Brussel. Hij bewoonde de hofstad samen met zijn vrouw Josyne alias Susanne Daye, dochter van Jan en Marie Van Hofstadt en hun zes kinderen17: 16 Rijksarchief Beveren Schepengriffi e Ternat no 3095 (1700-1708) fol. 273verso –274 verso. 17 L. LINDEMANS, in ESDB, 88 (198.), p. 382. Verder in P. LINDEMANS, ‘Brouwerijen en brouwers in oud-Brussel’, in ESDB, 1958, p. 131. 009_91_117_DeMotteTernat_Vermeulen_Bleys_1_2011.indd 101 24/02/2011 9:07:13 102 Leo Vermeulen en Jan Bleys Jacques; Joanna gehuwd met Jan De Keersmaecker, zoon van Joos, bakker te Brussel, en Anne Van der Linden, kruidenier te Brussel; Maria, gehuwd met Jan Claessens; Maria Theresia die op 13 september 1698 huwde met, Peeter Franchois van Nuffel, zoon van Franchois, Heer van Drootbeke te Laken en Barbara Bosch; Anna, gehuwd met Jan De Peuter; Joanna Maria die in het huwelijk trad met Willem Vereycken. Zij bezaten het plantrecht van laanbomen langs de gracht van de Brusselbaan en betaalden hiervoor een cijns aan de heer van Kruikenburg18. Na het overlijden van Jan Biesemans (voor 1698) verkochten de kinderen Biesmans hun erfdeel aan drossaard Sebastianus De Heze. Sebastianus De Heze - Carolina de Fourneau (1717-1770) Hoewel het zo in de literatuur19 vermeld wordt, was Martinus Placidus De Heze niet de bouwheer van het kasteel. Martinus Placidus De Heze werd te Ternat geboren op 1 juni 1677 als vijfde van de twaalf kinderen van Renatus De Heze, drossaard20 van het graafschap Kruikenburg sinds 1690, en Anna Maria de Coninck. Hij nam het ambt van drossaard van Kruikenburg waar en trad daarmee in het voetspoor van zijn vader. Zijn zoon zal hem in deze functie opvolgen. Martinus Placidus huwde zijn nicht Antonia Valleyn, dochter van Antonius Valleyn en Catharina de Coninck. Hij overleed te Ternat op 19 april 1732, zij op 21 februari 1748. Zij lieten twee kinderen na. Hij kocht: Op 2 april 1715 van François De Koster een hoeve en een blok land van 1 dagwant op Sempst, tussen het Sempstvelt en het Papenveld; Op 27/10/1715 van de erfgenamen Draylants (fol. 137v-139v) 25 roeden land op de Busop, 1) Peeter De Cuyper, 2) Jan Lieckens, waar de heirweg door loopt; 25 roeden land op de Busup 1) Jan Plas, 2) Nicolaes Van Herzeele, nu de koper, waar ook de heirweg door loopt. Van de abdis van Terkameren 0,5 bunder weide te Sempst (fol. 139v en volgende); 18 Volgens een nota voor een betaling van cijns voor plantrecht. Schepengriffi e Ternat, N° 9894, cijnsboek 1741, Rijksarchief Beveren. Dit zou ook moeten terug te vinden zijn in het cijnsboek van 1679 N° 9893. 19 J. DE RIDDER, ‘Over de bewoners van het kasteel De Mot te Ternat’, in Ascania, 1994, p. 106, voetnoot 11. 20 Deze nam het ambt over van zijn schoonvader. 009_91_117_DeMotteTernat_Vermeulen_Bleys_1_2011.indd 102 24/02/2011 9:07:13 De Motte te Ternat 103 Afbeelding 4: foto, Akte, 17 september 1719, Rijksarchief Beveren, Schepengriffi e Cruyckenburg, nr. 3099 fol 240v-242r. Op 11/03/1716 van Jan Leemans een hofstede van 2 dagwant 60 roeden op Sempst (fol. 148v ev.). Hetzelfde jaar ruilt hij land tegenover de Linde op Sempstvelt met Carolus Van de Gucht (fol. 150r). Hij had eigendom op Neeralphene aan de Doelgracht (1714 fol. 48) waar hij vermeld wordt als aanpalende eigenaar; Op 24/04/1717 van Karel de Cocq, Gilliszone, 1 dagwant 38 roeden land te Ternat achter 1) de Vijverkens, 2) sieur Huybrechts, 3) Peeter Mattheys, 4) de cure en bovendien nog 110 roeden land op de Busup 1) de Beemdekens, 2) de Bogaerden, 3) De Heze zelf, 4) Jan Denijs21. 21 Rijksarchief Beveren, Schepengriffi e Cruyckenburg, Nr. 3091, 3097. 009_91_117_DeMotteTernat_Vermeulen_Bleys_1_2011.indd 103 24/02/2011 9:07:13 104 Leo Vermeulen en Jan Bleys Martinus verwierf het kasteel niet 22, wel zijn jongste broer Sebastianus (zie afbeelding 4). Verkoop van een hofstad met huis, stal en motte nabij de grote plaats, met opstalrecht van plantage op de straat te Ternat, door de erfgenamen van Jan Biesmans aan Sebastianus De Heze en zijn echtgenote juffrouw Antonia de Fourneau. Hij kocht op 17 september 1717 samen met zijn echtgenote juffrouw Carolina Antonia de Fourneau van de erfgenamen van Jan Biesmans23, ‘een hofstad met huis en stal daarop staande groot 3 dagwant 92 roeden [10184 m2 ]24 gelegen te Ternat omtrent de grote plaatse, met een motte, komende 1) ’s herenstraat, 2) het straatken aldaar, 3) den Breembosch, 4) het godshuis van Groot Bijgaarden de goederen van Gillis De Cock en de goederen van de erfgenamen Terrier, op de kommer van 2 stuiver 1 blank aan de heer van kruikenborg voor het recht “over de plantagie van den opstal staande op de strate’. Deze openbare verkoop geschiedde bij het uitgaan van de brandende kaars in de kamer van Ukkel, voor de som van 1000 gulden. Het goed was door de ouders van de verkopers verkregen bij denominatie van juffrouw Carolina Van Cutsem, geestelijke bejaarde dochter, dochter van meester Jan van Cutsem gehuwd met juffrouw Maria van de Voorde25. Met Sebastianus De Heze zijn we in een nieuwe maatschappelijke periode, de Barok, aanbeland. Hij zag het levenslicht in Ternat op 5 december 1689 als jongste zoon van drossaard Renier De Heze en Anna Maria De Conick. Als griffi er ambieerde hij het ambt van drossaard 22 Rijksarchief Beveren, Schepengriffi e Cruyckenburg, Nr. 10931 / 36. Akte met betrekking tot de aankoop van een goed te Ternat door Martin De Heze en zijn echtgenote, 2 april 1715 23 namelijk: Juffrouw Joanna Biesmans (gehuwd met Joannes De Keersmaecker), Juffrouw Anna Biesmans (gehuwd met Joannes De Peutter) en Juffrouw Joanna Maria Biesmans (gehuwd met Guilielmus Vereijcken), ieder voor één derde. 24 Omrekening volgens Néel: Anciennes mesures Belges avec leur valeur actuelle. 1881, pag. 5. 25 Rijksarchief Beveren, Schepengriffi e Cruyckenburg, Nr 3099 fol 240v-242r 009_91_117_DeMotteTernat_Vermeulen_Bleys_1_2011.indd 104 24/02/2011 9:07:13 De Motte te Ternat 105 van het graafschap Kruikenburg26 dat echter aan Judocus De Kegel27 uit Pamel werd toevertrouwd28. Hij trad in de echt met Carolina Antonia de Fourneau, een buitenechtelijke dochter van graaf Karel Antoon de Fourneau29, heer van Cruyckenborg30. Wanneer dit huwelijk plaats vond, is ons niet bekend maar het eerste kind uit hun huwelijk werd in september 1720 geboren31. Sebastianus was toen éénendertig jaar en het kasteel één jaar voltooid32. Het zou niet verwonderlijk zijn dat Sebastianus De Heze voor zijn bruid een gemoderniseerd nieuw kasteel als huwelijksgift bouwde. Zo verzekerde hij de dochter van de graaf en zichzelf een huisvesting met standing. De bouwwerken hebben volgens de balkankers in de voorgevel hun voltooiing rond 1719 bereikt. Bouwplannen noch rekeningen bleven bewaard maar het is duidelijk dat De Heze het middeleeuws huis liet slopen om op de bestaande mottestructuur een dubbelhuis in traditionele Vlaamse zand- en baksteenarchitectuur te bouwen. Het kasteel met steil schilddak, typisch vanaf het midden van de zeventiende eeuw, oriënteerde zich duidelijk met de gevel naar de kerk, en dus naar de geestelijke macht. De bouwtrant was voor die periode zeker niet vernieuwend en toont aan dat De Heze in volle barokperiode conservatief de oude waarden bleef eerbiedigen. Hij bleef trouw aan de Renaissance die zich sinds 1505 via het Mechelse Hof over de Zuidelijke Nederlanden had verspreid. De meer dan twee eeuwen oudere paleisgevel (1517) van de residentie van Margaretha van Oostenrijk,33 wordt als een 26 In 1662 werd Kruikenburg onder de familie de Fourneau tot graafschap verheven. Het bevatte Cruyckenbourh, Wambeke, Lombeke en Ternath. 27 Zijn zoon zal de latere bezitter worden van het kasteel. 28 J. DE RIDDER, ‘Over de bewoners van het kasteel De Mot te Ternat’, p. 106. 29 De familie De Fourneau verbleef van de 16de tot de 19de eeuw op Kruikenburg. 30 J. DE RIDDER, art; cit., p. 106. En ook Rijksarchief Beveren, Parochieregisters Ternat. 31 Rijksarchief Beveren, Parochieregisters Ternat. 32 Het datumanker op de voorgevel vermeldt 1719. 33 Margaretha van Oostenrijk (Brussel 10 januari 1480 – Mechelen 1 december 1530) hertogin van Savoye, landvoogdes van de Nederlanden vestigde zich in 1507 te Mechelen. Zij beschermde de kunst en de letteren en baande aldus de weg voor de doorbraak van de renaissance in de Nederlanden. De paleisgevel van het Hof Van Savoye in de Keizerstraat werd in 1517 gebouwd onder leiding van Antoon I Keldermans en Rombout II Keldermans die het werk van zijn vader verder zette. Beeldhouwer Guyot de Beaugrant zou het idee voor de gevelcompositie gegeven hebben. Met de bouwleiding van het Hof Van Savoye (huidig gerechtsgebouw) werd hij opperbouwmeester van de Nederlanden en persoonlijk architect van Karel V. 009_91_117_DeMotteTernat_Vermeulen_Bleys_1_2011.indd 105 24/02/2011 9:07:13 106 Leo Vermeulen en Jan Bleys van de oudste voorbeelden van de Renaissancearchitectuur in de Nederlanden beschouwd. De eerste iconografi sche bron die het domein weergeeft is de welbekende ets34 van A. Leucke uit 1751. Dit primitief grondplan in halfperspectief toont de site vierendertig jaar na realisatie, wellicht in zijn initiële vorm. Op het Y snijpunt vormt zich een voorplein. Dit voorplein geeft via een axiaal opgestelde monumentale klassieke toegangspoort op de buitenoever toegang tot het vrijstaande renaissance kasteel. Het kasteel met rechthoekig grondplan telt twee verdiepingen onder een steil en hoog leien schilddak met drie dakkapellen. De voorgevel heeft vijf traveeën. Het dubbelhuis heeft vier kruisvensters aan beide zijden van de geprononceerde toegangsdeur. De circulaire omwalling neigt qua vorm naar een gelijkbenige driehoeksvorm die tot stand kwam tussen een Y-vormig verlaand wegenpatroon gevormd door de oeroude Brusselbaan en een korte veldweg die ervan aftakt en rechtstreeks de landerijen van ‘Klein Beuken’ ontsluit. Ter hoogte van het hof heeft de Brusselbaan (huidige Gemeentehuisstraat) op de buitenwal één bomenrij. Voor dit plantrecht werden cijnzen betaald aan de heer van Kruikenburg. De veldweg op eigen terrein was verlaand tot een dreef. Een ontwateringsgracht verbonden met de hofgracht optimaliseerde de groeicondities van de hoogstamboomgaard die in traditioneel cuinqunx plantverband het terrein ten volle benutte. Traditioneel stonden boomgaarden onder graasbeheer waardoor ze tegelijkertijd huisweiden waren wat er kan op wijzen dat het gebouw naast de boomgaard de oude hoeve van het neerhof was, die zelfstandig werd of het op dat ogenblik al was. Dit vermoeden wordt gestaafd door haar voorkomen op de ets. De latere aanhorigheden die via de veldweg ontsloten werden gaf A. Leucke dus niet weer. Deze ‘losweg’ is weergegeven op de Atlas der Voetwegen (1844) als voetweg nr. 53 en op de kaart van Philip Christiaen Popp uit 1860 [zie afbeelding 5]. De latere discordante verlenging vormt een latere verbinding met voetweg nr. 53. Ook deze voetweg en de Elsstraat, die beide discordant de middeleeuwse veldpercelering doorsnijden, zijn jonger te dateren en noodzakelijk om steeds kleiner wordende percelen te ontsluiten. 34 ARA, kaarten en plans, nr. 1313. 009_91_117_DeMotteTernat_Vermeulen_Bleys_1_2011.indd 106 24/02/2011 9:07:13 De Motte te Ternat 107 Afbeelding 5: Atlas Cadastral parcelaire de la Belgique, kaartblad Ternat, Philip Christiaen Popp, 1860, detail. De kadastrale legger geeft huis, tuin en vijver van het ‘Campagne’ van Jan Baptist De Wolf uit Aalst weer. Het huis op perceel 403 verdween, trouwens ook op de primitieve kadasterkaart. De kwartieren zijn vergevorderd opgedeeld in bezitspercelen en discordant met wegen doorsneden. Het echtpaar De Heze bewoonde het kasteel samen met hun vijf kinderen: Angelina (°18/12/1720 - †8/2/1721); Carolus Antonius (°09/05/1722); Maria Angelina (°13/02/1726, overleden als kind); Joannes (°23/06/1727); Anna Cornelia Cecilia (°23/11/1731). Sebastianus De Heze overleed als drieënzestig jarige man te Ternat op 23 december 1752. Zijn echtgenote overleefde hem veertien jaar en stierf op 28 november 1766 nadat zij bijna een halve eeuw het hof bewoonde. Haar jongste dochter Anna Cornelia Cecilia was met haar gezin bij haar op het kasteel komen wonen. Zij huwde op 7 februari 1763 Bernardus Josephus Verbrugghen. Hij werd geboren te Erembodegem op 25 juli 1735 en was koopman op “De Motte”, waarschijnlijk tot aan de verkoop van het domein in 1770. Zij overleed te Ternat op 009_91_117_DeMotteTernat_Vermeulen_Bleys_1_2011.indd 107 24/02/2011 9:07:13 108 Leo Vermeulen en Jan Bleys 15 september 1778, hij op 19 april 182735. Van hun acht kinderen werden er vier op het kasteel geboren36: Carolina (°06/12/1764) huwde Jan Baptist van der Gucht, brouwer te Ternat; Maria (°11/04/1766), kloosterzuster in Dendermonde; Carolus Philippus (°08/04/1768) burgemeester van Ternat; Isabella Joanna (°05/11/1769 †Wemmel, 22/01/1861) huwde rond 1799 Jan Baptist Moens, geneesheer, en in tweede huwelijk Louis Adriaen De Schrijver, ook geneesheer; Fransciscus Joannes (°18/03/1771), waarvan afstammelingen in Asse; Philippus Angelus (°19/10/1772); Anna Theresia (°26/05/1774), † 1 jaar oud; Joanna Josina (°20/01/1776), die huwde met Martinus de Bue ‘cabaretier’ in Brussel. De drie op dat ogenblik nog in leven zijnde kinderen van Sebastianus De Heze verkochten het kasteel drie jaar na de dood van hun moeder. Petrus Cludts (1770 – 1772) Petrus Cludts uit Brussel kocht het kasteel op 21 augustus 1770 voor de schepenen van Kruikenburg. De reden voor zijn aankoop blijft onduidelijk. Hij verkocht het al na twee jaar aan Franciscus De Keghel37. Franciscus De Keghel - Anna Maria Lindemans (1772 – 1817) Op 31 november 1772, een maand na hun huwelijk, kochten Franciscus De Keghel en Anna Maria Lindemans van Petrus Cludts het kasteel “De Motte”. Hij werd geboren te Ternat op 11/06/1747 als zoon van Judocus De Keghel en Carolina Schoonjans, en overleed er 35J. OCKELEY, ‘De familie Verbrugghen, een oud geslacht uit het Land van Aalst’, in Het Land van Aalst, 32 (1980), p. 103 e.v. 36 Rijksarchief Beveren, Parochieregisters Ternat en F. VERDOODT, ‘De Ternatse bevolking in 1772’, in ESDB, 1981, p. 215-219. 37 Gemeentehuis Ternat, Gemeentearchief nr. 571.11 (Gemeentehuis – aankoop 1845). 009_91_117_DeMotteTernat_Vermeulen_Bleys_1_2011.indd 108 24/02/2011 9:07:14 De Motte te Ternat 109 op 27/03/1794. Hij was, zoals zijn vader, drossaard van de heerlijkheid Kruikenburg en notaris te Ternat. Zij werd geboren te Brussel in de St.-Kathelijneparochie op 28 april 1743 en overleed aldaar op 24/01/1818. Zij huwden op 26/10/1772 in de Sint-Kathelijnekerk te Brussel. Hun zeven kinderen zagen in Ternat het levenslicht38: Maria Petronilla (°25/02/1774) huwde Cornelius Lejeune, kleermaker; Frans Ignatius (°29/09/1775, †19/04/1800); Petrus Jozef (°08/12/1777), huwde op 19/04/1800 Anna Maria Roggeman (°1777) uit Kester en was herbergier; Anna Catharina (°01/03/1780), huwde op 28/02/1800 Joos Gillis Pieter Van der Straeten, notaris te Ternat (1785-1820), adjunct-maire 1803, 2e assessor 1816; Jozef (°05/09/1782 †11/12/1805) was ongehuwd; Joanna Catharina (°04/02/1786) huwde Jacobus Joannes Groeninckx; Jan Baptist (°17/10/1789). De kabinetskaart van Ferraris (1771-77) toont duidelijk het landgebruik. Het landschap is gecultiveerd en bezit slecht beekbegeleidend bos in de dalen. De site ligt net binnen de grens van de dorpsbebouwing. Het domein wordt ontsloten via de straat die uitgeeft op het marktplein waarop centraal de wip staat. Vergelijking van deze achttiende eeuwse kaart met negentiende eeuwse topografi sche- en kadasterkaarten toont opvallende afwijkingen. Wegen zijn herkenbaar maar wijken van het tracé af. Gedetailleerde percelering ontbreekt. Het verloop van de weg heeft proportioneel een afwijking volgens het oorspronkelijk primitief kadasterplan en de twintigste eeuwse orthofoto’s die een beeld van de werkelijkheid geven. De bebouwing is goed weergegeven. Rond de kerk en de invalswegen is de dorpskom al goed ontwikkeld. Concentrisch er rond liggen de tuinbouwpercelen en het akkerland in een tweede gordel. De site ligt binnen de gordel van de tuinbouwpercelen en is door bomenrijen omzoomd op de perceelsgrens. De laanbomen langs de Brusselbaan zijn verdwenen. Er wordt binnen de wal achter de woning met nog steeds een rechthoekig grondplan een parterre 38 J. LINDEMANS, ‘Oude Brabantse geslachten’: Lindemans’, in ESDB, 1950, p. 366, L. LINDEMANS, ‘Aanvullingen genealogie Evenepoel’, in ESDB, 1989, p. 453. 009_91_117_DeMotteTernat_Vermeulen_Bleys_1_2011.indd 109 24/02/2011 9:07:14 110 Leo Vermeulen en Jan Bleys weergegeven die het toen vigerend woonmodel ‘vivre entre court et jardin’ aantoont. De perken zijn schematisch zonder perkornamentiek aangeduid. Achter de wal wordt de boomgaard afgebeeld. Gezien de zuidelijke, ovale vijver, vermoedelijk een snoekvijver en privatieve veedrinkpoel bij het neerhof, nog voorkomt op de kaart van Ferraris, is het Fransiscus de Keghel die de kleine vijver liet dempen en het geheel samen met de oostelijke (nuts?)tuinen omvormde tot bos, zoals zijn verkoopakte vermeldt. Reden hiervoor kan de aanleg van het toen gegeerde schaduwrijke bosket zijn, waar eigenaars en bezoekers konden fl aneren zonder hun blanke tint te verliezen. Buiten de wal komen twee gebouwen voor, vermoedelijk de aanhorigheden die in de zeventiende eeuw vermeld werden. Een verkoopakte uit 1818 vermeldt stenen en andere gebouwen buiten de wal en een koetshuis. Het blijft onduidelijk of het noordelijke gebouw tot het domein behoorde. De familie De Keghel zal de grote omwenteling van de Boerenkrijg beleven waarmee de heersende normen en waarden drastisch kenterden. Onder het Franse bestuur werd heel het maatschappelijk bestel grondig herschikt. De opkomst van de gemechaniseerde katoenindustrie in het begin van de 19de eeuw betekende het doodvonnis voor de traditionele Vlaamse plattelandsindustrie39. Algemeen braken er sombere tijden aan. Eigenaars zagen hun landbouwinkomsten dalen en voor de pachters was het armoe troef. In hun ‘fi n de carrière’ zal de verlichting, die zij op het einde van hun leven meemaakten, slechts weinig invloed uitgeoefend hebben. Zij verkochten het kasteel na vijfenveertig jaar bezit op 27 augustus 1817 aan Egidius Plas. Vijf maanden later overleed weduwe De Keghel te Brussel. Egidius Plas – Joanna Maria Van Den Guchte (1817 – 1825) Egidius Plas (°01/08/1772 †03/10/1819) was brouwer te Ternat en huwde op 9 mei 1805 met dispensatie van verwantschap in de 2e graad, met Joanna Maria Van den Gucht. Zij kochten het hof bij akte verleden voor notaris Egidius Guilielmus Crick te Asse op 23 juni 181840. De verkoopakte beschrijft het huis als ‘… een schoon 39 P. LINDEMANS, Geschiedenis van de landbouw in België, tweede uitgave, 1994, uitg. Genootschap voor Geschiedenis en Volkskunde v.z.w., cover. 40 Sint-Gertrudiskring Sint-Katharina-Lombeek, Ternat, Wambeek, 1988, ‘Ternat, van kasteel de mot, gemeentehuis en gemeenteschool’, p. 7. 009_91_117_DeMotteTernat_Vermeulen_Bleys_1_2011.indd 110 24/02/2011 9:07:14 De Motte te Ternat 111 gemetst steenen huys van twee stagien met remisien en stallingen rondsomme in sijne wallen benevens alsnog eenige voordere gemetste steene en andere gebouwen buyten zo van huysinge als andersints buyten dezelve wallen staende ende voorts de erve waarop alle die gebaewen zijn gestigt met den boomgaert hoppelochtinge en klijn vijverken nu verkeert in bosch, al aen malkanderen gelegen onder de gemelde gemeynte van Ternath, groot in gronden één hectar drijentwintig aren en ses honderd vijf en seventig milliaren of één bunder vijfentachtig roeden oude maet der plaetze, paelende ter eendere sheerenstraete, ter tweedere het straetjen of losgat van den ondersten breembosch, ter derde d’heer Aegidius Guilielmus Crick, en ter vierdere d’erfgenaemen Dominicus Luyckx…’.De aaneengesloten grondpercelen van het domein hadden een gezamenlijke oppervlakte van 1 ha 23a 66 ca. Binnen de wal stonden een schoon gemetst stenen huis van twee verdiepingen, koetshuis en stallen. Buiten de wal op het erf stonden nog drie gebouwen in steen en leem of hout. Het landgoed bevatte bos, een boomgaard en een hoptuin. De hoptuin duidt op de aanwezigheid van een huisbrouwerij. Het domein lag aan de straat, de ontsluitingsweg van het braambos, het eigendom van G. Crickx en het eigendom van Luyckx. Egidius Plas stierf te Ternat op 3 oktober 1819. Op 16 mei 1825 verkochten de weduwe en haar dochter Joanna Catharina het goed aan haar schoonzuster resp. tante Catharina Plas, gehuwd met Jan Baptist De Wolf41. Jan Baptist De Wolf – Joanna Catharina Plas (1825 – 1845) Jan Baptist De Wolf, herbergier en woonachtig te Aalst in het gehucht Schaerbeke, kocht het hof bij acte van notaris Egidius Guilielmus Crick te Asse op 16 mei 1825 als ‘le bien de campagne dit De Motte, située en cette commune …’42. Van een eventuele parkaanleg bij het buitengoed vonden we geen aanwijzingen. Het uittreksel van de kadastrale legger van de gemeente Ternat geeft voor de eigendommen van Jan Baptist De Wolf uit Aalst: 41 Gemeentehuis Ternat Gemeentearchief nr 571.11 (Gemeentehuis – aankoop 1845). 42 Gemeentehuis Ternat Gemeentearchief nr. 571.11 (Gemeentehuis – aankoop 1845). 009_91_117_DeMotteTernat_Vermeulen_Bleys_1_2011.indd 111 24/02/2011 9:07:14 112 Leo Vermeulen en Jan Bleys vijver (sectie e, perceelnr 393) 8 are 40 centiare huis (sectie e, perceelnr 394) 1 are 80 centiare tuin (sectie e, perceelnr 395) 12 are 40 centiare totaal 22 are 60 centiare Ook bezat hij de aanpalende hoeve die door de voetweg gescheiden was van zijn kasteel. De Atlas der Buurtwegen (1844) ingetekend op een kopie van het ‘Primitieve kadasterplan’ (ca 1830) geeft duidelijk de perceelsvorm van de site weer [zie afbeelding 6]. De perceelsnummers zijn nog initiëel, zonder letters, en vertonen geen opsplitsing. Het huis op perceel 165 is afgebroken. Jan Baptist De Wolf maakte de Belgische omwenteling mee. Afbeelding 6: Atlas der Buurtwegen Ternat op basis van Primitief kadasterplan, 1844, gemeentearchief, digitaal detail. Projectie van de Ferrariskaart op het primitief kadasterplan geeft op basis van accurate opmeting een getrouwe weergave van de structuur. Het domein strekte zich uit tot tegen voetweg nr. 53. 009_91_117_DeMotteTernat_Vermeulen_Bleys_1_2011.indd 112 24/02/2011 9:07:14 De Motte te Ternat 113 Na het overlijden van zijn vrouw verkocht hij het hof aan de gemeente Ternat43. Hij verkocht het met ‘één bunder 20 roeden tuinboomgaardenland voor de som van 1800 Gulden ten jare 1829, misgaders 2743 Gulden rent dragende intrest aan 3,5 % waarmee deze eigendom belast was’44. In het schattingsverslag door Schepenen Jean Henri Poodt en secretaris Egied Ferdinant Van de Gucht voor de aankoop op 2 mei 1844 werd het omschreven als ‘… la maison de Campagne, dit De Motte à un étage, construit en briques et couvert en Ardoises, composée de deux caves, d’une cuisine, remise [vermoedelijke achterbouw of annex in aanbouw], 4 chambres au rez-de-chaussée, 4 à l’étage et d’ un grenier … Le jardin et la pièce d’eau ayant une contenance de vingt ares quarte vingt centiares…’45. Gemeente Ternat (1845 – heden) Na het overlijden van burgemeester Petrus Franciscus Poodt werd Joannes Baptista Verbrugghen met meerderheid van stemmen in de zitting van 17 december 1831 aangesteld als burgemeester. Hij was geboren te Ternat op 16 ventose, an 9 (7 maart 1801) als zoon van Carolus Phillipus, handelaar, en Anna Francisca Hermans. Op 27 augustus 1834 trad hij in de echt met Joanna Catherina Leemans (°Ternat, 17/07/1809 †Ternat,1882), pachteres te Ternat. Kort na zijn laatste benoeming als burgemeester (K.B. 29 augustus 1872) overleed hij op 7 september 1872. Onder zijn bewind, op de gemeenteraad van 2 mei 1844, werd voorgenomen om het kasteel aan te schaffen op vraag van De Wolf. ‘… À l’effet de délibérer sur le projet de suppression du sentier traversant le bien de campagne dit De Motte, située en cette commune …46. Diezelfde dag werd in opdracht van de gemeenteraad de eigendom deskundig onderzocht. Bij koninklijk besluit van 13 september 1844 werd toelating gegeven tot de aankoop. Bij akte van 19 november 1845 voor notaris 43 Sint-Gertrudiskring Sint-Katharina-Lombeek, Ternat, Wambeek, 1988, ‘Ternat, van kasteel de mot tot gemeentehuis en gemeenteschool’, driedelig 1989, 1990, 1991, p. 7-9. 44 Th. POODT, Geschiedenis van Ternat, 2e uitg. Ternat, 1986, p. 65. 45 Gemeentehuis Ternat, archief bundel aankoop gemeentehuis. 46 Gemeentehuis Ternat Gemeentearchief nr. 571.11 (Gemeentehuis – aankoop 1845). 009_91_117_DeMotteTernat_Vermeulen_Bleys_1_2011.indd 113 24/02/2011 9:07:14 114 Leo Vermeulen en Jan Bleys H. A. Broyet te Opwijk werd het gemeentelijk bezit. De gemeente schafte hierbij de voetweg af. Hij werd gedeeltelijk (70 meter bij 82,5 cm breed) bij de eigendom geïncorporeerd. Het resterende deel werd bij de eigendom gevoegd die de heer De Wolf behield47. Tussen 1860-1870 werd de hofgracht gedempt om er klaslokalen op te richten (zie afbeelding 7). Afbeelding 7: prentkaart Gemeentehuis Ternat, Victor Schaillée, na 1940. Foto na de gevelrestauratie door ar. Callebout (1936) en de aanleg van de kasseien (1940). Het kasteel is ingesloten door de gemeenteschool die op de gedempte gracht werd opgetrokken. De aanleg van de voortuin is in uitvoering. Met de aanbouw werd aan beide zijden een schoolmuur opgetrokken met toegangspoort. De rechterzijmuur is oorspronkelijk, het linker deel werd later verbouwd. Hieraan werd de woning van de huisbewaarder gebouwd. De muur werd voorzien van drie kleine ramen en 47 Sint-Gertrudiskring Sint-Katharina-Lombeek, Ternat, Wambeek, 1988, ‘Ternat, van kasteel de mot, gemeentehuis en gemeenteschool’ pag. 8 en 9. 009_91_117_DeMotteTernat_Vermeulen_Bleys_1_2011.indd 114 24/02/2011 9:07:14 De Motte te Ternat 115 een ingangsdeur48. Hierover drukte Theofi el Poodt, als nazaat, zijn teleurstelling uit in zijn ‘geschiedenis van Ternat’ “Wij kunnen ons niet weerhouden over de bouwkundige ketterij te klagen, welke men over eenigen tijd aan dat pareltje van Vlaamschen renaissance stijl begaan heeft, namelijk: nevens het gebouw twee naakte muren te plakken met twee deuren erin, voor opschrift dragende –tot toppunt der afgrijselijke moderne neiging– Préau des Filles, Préau des Garçons, en het zij vermeld op eene plaat in zink of blik uitgesneden!”49. Gedurende de 165 jaar dat de gemeente Ternat eigenaar is van het kasteel onderging het tal van aanpassingen. Een eerste globale restauratie vatte aan in 1936 onder leiding van architect Jan Callebout, een tweede in 1971 onder leiding van architect Paul Doms. Op basis van Gemeentelijke raadsverslagen en restauratieplannen werd de geschiedenis van het gemeentehuis vakkundig gebundeld in het driedelig werk van heemkundige kring ‘Sint-Getrudiskring St-Katharina-Lombeek, Ternat, Wambeek’, gepubliceerd in 1988. Besluit Het huidig gemeentehuis heeft een feodaal verleden en een agrarische herkomst. Aan haar archetypische mottestructuur met opperhof en neerhof ontleende het huidige kasteel zijn naam. Als omwalde hofstad was het een voorname herenhoeve voor de ontginning van laatmiddeleeuws bouwland. Via een veldweg had het onmiddellijk toegang tot het bouwland en via de Brusselbaan tot de dries, de oudste woonkern van Ternat. Na de sloop van het middeleeuwse herenhuis werd in 1719 een renaissancekasteel opgetrokken. Sebastianus De Heze behield als bouwheer de mottestructuur en liet op de plaats van het middeleeuwse huis een eigentijds dubbelhuis in Vlaamse zand- en baksteenarchitectuur optrekken wat voor die periode niet echt vernieuwend meer was en de behoudsgezindheid van deze drossaard weergeeft. De geometrische renaissancetuinen werden in de tweede helft van de 18e eeuw Barok getransformeerd volgens het vigerend model ‘vivre entre cour et jardin’. Binnen de limieten van de dwingende middeleeuwse hofstructuur was van echte 48 Sint-Gertrudiskring Sint-Katharina-Lombeek, Ternat, Wambeek, 1988, ‘Ternat, van kasteel de mot, gemeentehuis en gemeenteschool’ pag.4 en 5. 49 Theofi el Poodt, ‘Geschiedenis van Ternat’, Davidsfonds Ternat, 1896, heruitgave 1986, pag. 65. 009_91_117_DeMotteTernat_Vermeulen_Bleys_1_2011.indd 115 24/02/2011 9:07:14 116 Eigen Schoon en De Brabander, jg. 94, 2011 barokexpansie geen sprake. Tijdens de industriële revolutie verviel de inkomstenbron van het neerhof en werd het hof een buitenverblijf, doch de site werd niet tot landschapspark getransformeerd. Medio 19de eeuw werd het landgoed opgesplitst in kasteel en neerhof. De eigenaar behield het neerhof en verkocht het kasteel aan de gemeente omdat het gemeentebestuur na de Belgische Omwenteling (1830) nood had aan een waardig monumentaal gebouw in nationale stijl dat de burgerlijke macht uitstraalde. In 1850, vijf jaar na aankoop, werd het kasteel omgebouwd tot gemeentehuis, waarbij de stoffering van de interieurs teniet ging. Er volgden tal van uitbreidingen en aanpassingen. Een eerste globale restauratie vatte aan in 1936 onder leiding van architect Jan Callebout, een tweede in 1971 onder leiding van architect Paul Doms. Het dempen van de hofgracht tussen 1860 en 1870 bood ruimte om tegen de achtergevel een gemeenteschool op te richten. Schooluitbreidingen, omwille van de groei van het aantal leerlingen, verliepen moeizaam en gefragmenteerd wegens gebrek aan fi nanciële middelen. De motte en het neerhof verstedelijkten samen met de omgeving. De oorspronkelijke omgevingscontext ging teloor en de domeinevolutie werd onleesbaar waardoor het rijke verleden van deze gemeenschapsplek uit het geheugen van Ternat werd gewist. De verhuis van de gemeenteschool naar een campus werd door het gemeentebestuur aangegrepen als een kans tot herstructurering en centralisatie van haar dienstverlening in de dorpskern. Het monument overleefde tijdens zijn bijna acht eeuwen oude bestaan meerdere gemeenschappen waardoor het met een rijk verleden beladen werd. Het gemeentebestuur vervult hiermee ten volle haar morele plicht om als ‘tijdelijke passant en huisvader’ haar erfgoed ongeschonden voor het nageslacht te bewaren. 009_91_117_DeMotteTer 

In dit in 2024 uitgegeven boek schets auteur Ronald Parys de geschiedenis van de gemeentepolitiek in Ternat sinds de fusie met Sint-Katherina-Lombeek en Wambeek, die inging  in 1977 maar waar een woelig verkiezingsjaar 1976 aan voorafgaan. Die verkiezingen werden een nederlaag voor de CVP, die strandde op 9 van de 21 zetels. Het kartel BSP-VU haalde 5 zetels en de Centrumlijst 7 . Genoeg om samen een mooie meerderheid te vormen met Gerard Platteau als burgemeester.  

Vanaf 1988 haalde de Lijst van de Burgemeester de absolute meerderheid. In 2000 werd auteur Ronald Parys zelf burgemeester. In  2013 moest hij een beroep doen op de lijst spagroen+ (nu VooruitGroenXL) voor een meerderheid in de gemeenteraad. In 2017 gaf hij de fakkel door aan Luc Wachtelaer.  

De lijst van de burgemeester ontplofte in 2018. Een deel stapte over naar de nieuwe lijst Voor Ternat onder leiding van Luc Wachtelaer, een deel naar de lijst Open VLD+ , een deel Volks, dat een kartel vormde met CD&V.

Schepen Rutger Belsack vormde samen met socialisten en groenen de lijst spagroenXL, nu VooruitGroenXL, waarbij XL stond voor verruiming maar ook voor de sociaal -liberale overtuiging van Rutger.

Voor Ternat vormde een coalitie met CD&V-Volks maar werd na een "constructieve motie van wantrouwen" vervangen door N-VA en Open VLD.

Dochter Anna Parys was daardoor slechts kort schepen schepen en is nu gemeenteraadslid, 

De komende verkiezingen worden een strijd tussen Voor Ternat, VooruitgroenXL, N-VA-Open VLD, #volks (dat CD&V opslokte) en wellicht ook Vlaams Belang.

Meer daarover in het hoofdstuk "Na de fusie" van deze website

 https://sites.google.com/view/erfgoedternat/geschiedenis-van-ternat/na-de-fusie-van-gemeenten-in-1976