Sint Gertrudis

De Bedevaart naar de H. Gertrudis van Ternat

Jozef De Ridder


Ternat is begonnen met Onze-Lieve-Vrouw als patrones. In de 16de eeuw is het plots overgeschakeld naar de H. Gertrudis. Of zo’n over schakeling dikwijls voorkomt weet ik niet. Waarom het gebeurd is ook niet.


Feit is zeker dat Ternat via Wambeek afhing van de abdij van Nijvel. En deze was gesticht door de H. Gertrudis in de 7de eeuw.


De H. Gertrudis werd aanroepen tegen ratten en muizen. Dat was gekomen als volgt: de jaarlijkse processie te Nijvel ging over dik en dun, langs en over de velden en door de boerderijen. Op een keer was er een boer die de doorgang verbood en dat jaar werd die boerderij overwoekerd door muizen zodanig dat de boer smeekte om het jaar daarop weer door zijn boerderij te trekken met de processie.

De H. Gertrudis kreeg haar beeld in de kerk. Het staat er trouwens nog. Het is gemaakt in de 16de eeuw en toont Mechelsemerken, vermoedelijk van Thomas Hazart, een jood. Het steltde H. Gertrudis voor rechtstaande met muizen op de staf, die ze in de hand houdt. In de andere hand draagt ze een boek. Haar feestdag was op 17 maart en rond die dag kwamen er vele mensen op bedevaart. Gertrudis werd destijds erg geëerd op allerlei manieren. Daar willen we verder op ingaan.



Kapelanie

Een kapelanie is een fonds dat blijvend de celebratie van een mis voor een bepaald doel verzekert. Diegene die de mis celebreert noemt men rector, of capellanus of sacellanus, soms vicepastor op proprietarius.

Deze kan de mis zelf lezen of iemand delegeren. Deze noemt men

dan deservitor of de mercenarius. Sommige priesters waren deservitor van verschillende kapelanieën, zo hadden zij een verzekerd inkomen.

We hebben niet kunnen achterhalen wanneer de kapelanie van de H. Gertrudis in Ternat werd opgericht. In de Pouillé van het bisdom Kamerijk - (E)Stimation Omnium benefi ciorum… ‘ R.A., Mons) -

uit het begin van de 14de eeuw en uit het derde kwartaal van diezelfde eeuw ( 1363?) vinden we onder de benaming Nath( in het oudste zelfs Noath): Er is een capellanie t.e.v. de H. Gertrudis onder het personaat van Wambeek met een taxatie aan het bisdom van XL. (livres) In de schepengriffi es van Brabant uit het jaar 1432 (A.R. nr 9644) lezen we dat Gilles Van den Alboeme een halve mudde “ gortspacht” erfelijk gaf en dit ten profi jte der cappelrie van Sinte Gheertrude autare in der kerk vander Nath, ende om den dienst gods en de die zelighe missen te doen doene…

Zo schrijft pastoor Lascabanne in zijn Geschiekundige schetsen over een inkomst goedgekeurd door het hof van Kamerijk. Dat moet dan voor 1559 geweest zijn, aangezien onze parochie maar tot dan deel uitgemaakt heeft van dat bisdom. De deservitor zou geweest zijn een heer Leclerc, een oratoriaan uit Mechelen en begever van het metropolitaan kapittel van Sint- Rombouts te Mechelen.

In de dekanale verslagen van de dekenij Sint-Pieters-Leeuw, gemaakt tussen 1572 en 1795 vonden we volgende gegevens:

proprietarius deservitor opdracht

1572 Henricus Van Snick

1614 –1628 Michael De Pape

broer van Guillemus 2 missen

1663 –1673 N. De Vadder 1663 = 1 mis

1673: 2 missen

1 of 2 missen

1719 Cornelius Rudolphus 1 mis

Johannes Heylemans

Arnoldus Adrianus De Clerck

Petrus Franciscus De Vos

E.H. Fr. De Vos, onderpastoor, kreeg ½ bunder en 26 roeden die hem

27 gulden opbrachten.2

---------

2 RENSON, G., Nota’s over de parochies van het dekanaat St.-Pieters-Leeuw in

--------

In het archief der kerken in het Rijksarchief onder het nummer 3951

wordt gesproken over de materiële toestand van de kapelanie van

Sint-Gertrudis in 1786. De bezitter was toen Franciscus Gilles, de

onderpastoor. Maar toen zou de kapelanie reeds versmolten zijn met de andere bestaande kapelanieën in onze parochie.3

Een woning op de hoek van de Markt en de Donkerhoekstraat zou aan de kapelanie hebben toebehoord.

De bedevaart

In de kerkrekeningen vinden we vele gegevens terug die staven dat er op Sint- Gertrudisdag een drukke begankenis was.

Het luiden van de klok rekening van 1775: item voor de klok te kleppen 2 guldens ende voor het bedevaert volkc te bestellen 6 guldens maeckende tsaemen jaer-

lijkcs 8 gulden.

Speciale predikanten

Op die dag werden speciale predikanten uitgenodigd om de sermoenen

te verzorgen: o.a. de Dominicanen van Brussel

Er was uitdeling van wit brood

In de rekeningen van de huisarme der 17de en 18de eeuw o.a. in die

van 1775 lezen wij onder de rubriek uytgeef ordinaire: item voor ’t

Sparyck oft crombroodt op St.gertrudedach: 7 gulden 12st.” en op de

zijkant van de rekening staat vermeld: sy in toekomende in wittebroodt

uitgedeeld bruynbroodt.

Er was veel volk

rekening van 1679: 131 gulden ontvangen aan 10 centiemen de man:

2376 personen

rekening van 1681: stoelen gaan huren in Bijgaarden om het volk te

kunnen zetten.

3 LACABANNE, E., Geschiedkundige Schetsen der kerk en gemeente,Ternath,

----

Men vereerde de relikwie

Onze parochie bezit een relikwie van de heilige Gertrudis. Wanneer is

deze relikwie hier gekomen? In het dekanaal verslag van 1689 lezen

wij: “nulla sunt reliquia” (er zijn geen relikwieën)Het is pas in het

verslag van 1727 dat er voor de eerste maal wordt gezegd dat er een

relikwie van de H. Gertrudis aanwezig is. Deze wordt bewaard in een

zilveren relikwie houder.

Om de bedevaarders te helpen in hun devotie was er een litanie. Ons

archief heeft alleen een litanie uit 1843 gedrukt te Ternat bij J. Hart-

Chavée

Sommigen beweren dat er een bedevaartvaantje geweest is….. maar

tot nog toe konden we daar geen spoor van terugvinden.

Vele meisjes droegen haar naam.

Hoe dikwijls komt de naam Gertrudis, Geertrui, Trude, Trui voor in

onze doopregister:

De eerste vermelding van een Gertrudis gebeurt op 4 februari 1601 (

onze doopboeken dateren van juli 1590) en dan volgen de Gertrudis-

sen regelmatig:

tussen 1600 – 1610: 8

1611 – 1620: 5

1621 – 1630: 9

1631 – 1640: 6

1641 – 1650: 1

1651 – 1660: 5

1661 – 1670: 1

1671 – 1680: 3

1681 – 1690: 2

1691 – 1700: 7

1701 – 1750: 7

1751 – 1799: 11

Echt populair – zoals Catharina, Anna, Josyna en wat later Marie- is

de naam bij ons nooit geweest.

We vinden de naam terug bij de moeders in 1601. 1604.1605.1607(3x)

1645.1619, enz….. De naamgeving is zeker vroeger begonnen.

-------

De bedevaart heeft in de 20ste eeuw een zware concurrent gekregen

in de vorm van rattenvergif. Mensen grepen eerder naar het probate

middel tegen ratten en muizen dan op bedevaart te komen bij de H.

Gertrudis.

Toen vanuit Rome dan nog het bevel kwam om de feestdag van 17

maart te verschuiven naar 12 februari was de verering helemaal gedaan.

Toch is de verering van de H. Gertrudis niet helemaal uit het geheugen.

In de kerk zijn er noveenkaarsen met haar beeltenis.

De cultuur- en heemkring draagt haar naam en gaf enkele jaren geleden

een bedevaartvaartje uit.

In de kerk hangt een schilderij met afbeeldingen uit haar leven.

In 1989 kregen we langs de parochie van Meldert ( Brabant) een nieuwe

relikwie die in een zilveren schrijn wordt bewaard.

En in 2009 schonken de Broeders van de Christelijke Scholen ons hun

relikwie met certifi caat uit hun klooster in Groot Bijgaarden.

De verering is niet meer wat ze geweest is. Ze draait op een laag pitje,

-----