De Paye of Pede in Wambeek

In het gebied dat door Verbesselt de Paye of Pede wordt genoemd werden overblijfselen van een Gallo-Romeinse villa gevonden. Op de Langestraat (aan de spoorweg) werden overblijfselen van een Romeinse ijzeroven gevonden.

DE PAYE of PEDE en D'HOEF 

Volgens historicus Jan Verbesselt was het groot blok, gelegen tussen de Schapenbaan, de Langestraat en de grens van Lennik en Bodegem, de Paye (1604. 1720), vroeger gekend als Pede (1229. 1362), steeds een van de voornaamste tiendenwijken van Wambeek. De oudste vermelding van Pede komt voor in de oorkonde van Arnoud van Wezemaal ten voordele van de abdij Ninove in 1229. Symon de Pede was toen meier van Arnoud. Pede behoorde toen tot de voornaamste wijken van Wambeek. In 1362 is Pede een hoofdwijk van de tienden. Honsem sluit hierbij aan als een aanpalende tiendewijk. Hiermede belanden wij te Bodegem. Honsem blijkt evenwel ook door te lopen onder Wambeek volgens de oudst gekende tiendenwijken (1362). Weten wij niet juist waar de Pede-Paye te situeren, uit volgende citaten blijkt dat ze langs de Herwech is gelegen, d.i. de Schapenbaan: de Paye tegen de Corte strate; de Opperste Paye tegen t Personaetsgoet; de Onderste Paye tegen den Lennickschen wech; de Opperste Paye Iancx den Herwech tegen d Onderste Paye (1604). Daarom vermoedt Verbesselt dat de Pede moet worden gesitueerd naast de Hoeve enerzijds en Honsem anderzijds. Ook hier hebben wij een strookindeling door kouterwegen. Ze verschilt enigszins van de andere. Het gaat er meer om rechthoekige blokken, vooral zichtbaar langs de Lange straat (percelen nrs la, Ib, 7, b, 9 a-b, 102, 103). Noteren wij ook dat de Pede-Paye eenzelfde indeling in Opperste en Onderste heeft als de Steenberg en de Hoeve en aldus aansluit bij het oudste kouterareaal. Het gaat er om een open strook land tussen Wambeek en Bodegem, zonder enige behuizing, gelegen op een lange heuvelflank, waarvan de rechterflank langs de Sierenbeek als grens werd gekozen. De Pede of Paye komt ons ook voor als één van die typische veldengebieden tussen twee dorpen, besluit Verbesselt.

'Alhoewel wij niet zeker zijn dat de twee grote blokken, gelegen tussen de Massestraal en Schapenbaan de Hoeve vertegenwoordigen (het toponiem 'de hoeve' wordt volgens de Wegenkaart aldaar gesitueerd), stellen wij toch vast dat wij ook hier met een klassieke kouterindeling te doen hebben. Wij hebben er niet de lange strookindeling; maar toch een blok-indeling door oude rechte veldwegen. Het centraal gelegen blok nr 518 is er een markant voorbeeld van: vier rechte veldwegen omlijnen het. Soortgelijke blokken zijn nr 587 en nrs 586 b-f. Ook hier hebben wij een Onderste en Opperste Hoeve; t Hoeveblock (1604, 1720). Beide vertegen-woordigen o.i. vier mansi. Met de Hoeve staan wij bij de tenure, het uitgegeven deel tegenover de réserve, die wij eerder in de Steenberg zouden situeren', zegt Verbesselt.

In de feodale middeleeuwen werd een landgoed of domein georganiseerd rond een centrale hof (een curtis of vroonhof). Daaromheen lagen de boerderijen (mansi) van de horige boeren (laten). Elke boer had een stuk 'eigen' grond, een mansus met een standaardoppervlakte van tien à vijftien hectare, hoeve genaamd. De domeinheer liet het bouwland voor een deel direct bewerken door de onvrijen op de hof; dit bouwland werd de terra indominicata genoemd. Het tweeledig domein bestond uit het 'saalland' (terra salica of terra dominicalis) dat voor de eigen exploitatie van de heer was, en het terra mansionaria, het hoevenland dat uitgegeven was aan de horige boeren.


De Payelos ligt in het verlengde van de Potgieter en wordt in Wambeek de Po-e genoemd. Toch wel een eind van waar Verbesselt de Paye situeert, tussen Schapenbaan en Bodegem?

De straat D’Hoef ligt tussen Massestraat en Schapenbaan.