GESCHIENIS INTERBELLUM


Boerinnegilde Wambeek - opleglessen, 24 febr. 1931 : groepsfoto na de opleg Archief KADOC 

In Lombeek werd in 1924 door onderpastoor Robberechts een groep Kajotters opgestart. De katholieke arbeidersjeugdbeweging kwam er onder impuls van kardinaal Cardijn. Uit het boek van Frans Cornelis. 

Uit het boek De Koekedoees van Robert Van der Cruys

POLITIEK

NA WO I worden de politieke kaarten door elkaar geschud. Uit de Frontbeweging ontstaat de Frontpartij, die ook in Ternat en Wambeek volgelingen kent.  In 1923 zullen ze samengaan met de Daensisten.


Op donderdag 24 april 1919 werden ‘de Vlaamschgezinde Hoogstudenten van het Payottenland” opgeroepen om deel te nemen aan de stichtingsvergadering van het Katholiek Vlaamsch Studentenverbond.[1] (De Standaard, 23 april 1919). De oproep in Ternat had wel succes (afgaand op de bespreking van die bijeenkomst in De Standaard van 28 april 1919), maar lijkt toch niet de stichtingsvergadering te zijn geweest van een afdeling Payottenland van het Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond.


[1] Dat Verbond werd in het leven geroepen toen het ‘Vlaams Verbond’ (opgericht in 1902) door de KULeuven verboden werd. Het Vlaams Verbond zelf was de Vlaamse afgesplitste koepel van de unitaire overkoepelende studentenvereniging te Leuven, de ‘Société Générale des Etudiants'. https://nl.wikipedia.org/wiki/Katholiek_Vlaams_Hoogstudentenverbond (rdpl. 29 jan. 2019).


Arthur Poodt van zijn kant wilde in Ternat een Vlaamsch Verbond oprichten. Op zondag 1 juni 1919 verzamelden zich in het Sint Jozefsinstituut een tweehonderdtal Vlamingen om dit Verbond op te richten. De bedoeling was ook hier om in verzet te komen tegen de overheersing van de Franstaligen in de Belgische politiek[2] (De Standaard, 4 juni 1919). Dat Verbond organiseerde op 9 november 1919 een betoging waarop ‘al de Vlaamsche groeperingen van heel het arrondissement Brussel’ werden uitgenodigd[3] (De Standaard, 13 oktober 1919).


[2] Arthur Poodt werd tot voorzitter gekozen; Florent Timmermans werd ondervoorzitter en Victor Van Dievoet werd secretaris.

 

[3] Met de wat merkwaardige slogan: ‘Ternath, middenpunt van het Payottenland, luidt de stormklok’.



Op 30 maart 1919 kondigde Ons Vaderland aan, dat waarschijnlijk reeds de volgende week een bestendig, voorlopig sekretariaat van het Vlaamse Front zou geopend worden. Dit was inderdaad het geval. Op 14 april had dan de officiële stichting plaats. Toen op zondag 4 mei een algemene vergadering plaats vond en er een motie werd aangenomen tegen de willekeurige afzetting van tal van ambtenaren en bedienden, luidde de aanhef ervan: ‘de Vlaamse soldaten deel uitmakend van het Vlaamse Front...’. Een eerste meeting werd gehouden op zondag 1 juni 1919 in de zaal Apollo, met als sprekers, onder voorzitterschap van Herman Van Puymbrouck, Staf De Clercq, de houthakker Pol Davidts en Ir. Marc. Steenbrugghe die aangekondigd werd als voorzitter van het Vlaams-Belgisch Verbond in Sheffield tijdens de oorlog. Wij zien hoe sterk in dit alles het oud-strijderselement werd op de voorgrond geschoven. Dit gebeurde ook nog op andere plaatsen. Wij vinden, parallel met de ontwikkeling in Antwerpen, het hele land door voorbereidende- of stichtingsvergaderingen. Te Aalst sprak, op 27 maart, oud-strijder Jef De Winter, op een vergadering van een Kristen Vlaams Verbond, over de eis tot zelfbestuur. In het Pajottenland had einde april een bijeenkomst plaats te Ternat, waar Staf De Clercq en H. Borginon optraden als redenaars en beslist werd, dat er een Vlaamse frontvereniging zou worden gesticht.


Bert Willems

Wambekenaar Hubert Willems deed zijn Middelbaar onderwijs in het Klein Seminarie te Mechelen en studeerde geneeskunde aan de KU Leuven. In januari 1916 werd hij sergeant aan het front in het 17e Linieregiment.  Hij maakte er deel uit van de Vlaamse Frontbeweging, was medewerker van "Ons vaderland" en schreef bijdragen in "De payot der taalgrens". "Berten" Willems sneuvelde op 29 september 1918 nabij Moorslede. Lode en Frans Willems gingen na de oorlog op zoek naar hun gesneuveld familielid. In 1932 werd zijn stoffelijk overschot bijgezet in de crypte onder de Ijzertoren. Over Bert Willems en het leven aan het Ijzerfront lees je meer in dit boek.


Lode Willems en de partij der Vrije Mannen van Wambeek Overdorp

Op het einde van de 19de eeuw is de tijd van de Unionistische lijsten bij de gemeenteraadsverkiezingen voorbij. Conservatief-katholieke lijsten staan tegenover progressievere allianties van liberalen, socialisten, daensisten en vlaams-nationalisten. In Wambeek is Egidius Huyghens uit de Dronkenborre in Overdorp (vader van de latere socialistische politicus Juliaan), van 1847 tot 1878 de laatste unionistische burgemeester. Vanaf 1899 is brouwer Louis De Troch uit het centrum van Wambeek burgemeester. Zijn conservatief-katholieke partij haalt steeds 5 van de 9 zetels. Maar dan loopt het mis. De Troch voert een economische oorlog tegen andere brouwerijen en melkerijen. De concurrerende melkerij wordt onder politieke druk afgekeurd door de inspectie. En zo komt het dat in 1932 de partij der Vrije Mannen, die vooral in het ver van de kerk verwijderde Overdorp heel sterk stond, maar nu ook in het centrum van Wambeek meer aanhangers krijgt - met o.a..kandidaat VANDERMAUTEN - onder leiding van volksvriend Lode Willems, de overwinning behaalt. Willems wordt voorgedragen als burgemeester maar sterft voor hij kan benoemd worden, reeds vele maanden na de verkiezingen, in mei 1933. Aanhangers vertelden later, op café dat hij zou vergiftigd zijn. Van der Mauten, tweede verkozene van de partij, wordt dan burgemeester.

LODE WILLEMS WORDT VOORGEDRAGEN ALS BURGEMEESTER IN 1932

In 1923 was de in 1893 opgerichte sociaal- en Vlaamsgezinde Christene Volkspartij van priester Adolf en zijn broer drukker-uitgever Pieter Daens (die pleitten voor een Christelijke socialisme) samengesmolten met het in 1919 opgerichte Vlaamsche Front, beter bekend als de Frontpartij. In dat jaar was er ook in Ternat een afdeling opgericht van deze nieuwe partij, waarbij De Clercq en Borginon als sprekers optraden.  De partij ontstond uit de frontbeweging,  een beweging van Vlaamse intellectuelen die ontstond tijdens de Eerste Wereldoorlog aan het IJzerfront, en waarin ook Wambekenaar Bert Willems, zoon van de dorpsonderwijzer en student geneeskunde, een belangrijke rol speelde. De fronters verzetten zich tegen het Franstalige taalbeleid van het Belgisch leger en de onderdrukking van de Vlamingen door de Franstalige bourgoisie.

De partij van Fronters en Daensisten trad in het parlement niet alleen op als een taalpartij: de verkozenen kwamen vaak tussenbeide voor sociaal-economische aangelegenheden, waarbij de aandacht voornamelijk uitging naar de eigen streek of het eigen beroep. Zo hadden De Clercq en Butaye veel aandacht voor de belangen van de onderwijzers, en Borginon voor juridische zaken. Inhoudelijk wijzen de interventies van de Vlaams-nationalisten in de richting van een progressieve democratische ingesteldheid. Zij kozen systematisch partij voor de werknemers tegen het ‘grootkapitaal’ dat vereenzelvigd werd met de ‘franskiljonse klasse’. Zij ijverden voor de gelijkberechtiging van man en vrouw, voor het recht op pensioen voor iedereen, voor een statuut voor het rijkspersoneel, voor kosteloos onderwijs. De Clercqs voorstel inzake de pachtwetgeving was gericht op een verbetering van de situatie van de pachters. Picard en De Clercq protesteerden heftig toen bij de woelige spoorwegstaking van mei 1923 het leger tegen de stakers werd ingezet. De Clercq stelde voor de zitting te schorsen om de één meidag te vieren. Op 23 juli 1925 sprak hij zich namens zijn groep uit voor het stemrecht van de vrouw, ‘omdat wij het aanzien als een rechtvaardige zaak’. Op 29 juli 1925 steunde hij een amendement van de Brusselse communist Joseph Jacquemotte dat voorzag in een krediet van 10 miljoen frank ter ondersteuning van stakende metaalarbeiders. In zijn motivatie zei De Clercq dat zijn partij de eis steunde ‘om reden van menselijkheid tegenover de slachtoffers van die staking en om het bewijs te leveren dat wij aan de kant staan van de werklieden die hun waardigheid als arbeiders willen hoog houden’. Opvallend zijn de talrijke interventies met het oog op de goede werking van het parlement, niet alleen inzake taalgebruik (gebrekkige vertalingen e.d.), maar ook in verband met het democratisch functioneren ervan (absenteïsme, uitschakeling van de volksvertegenwoordiging door het laattijdig overhandigen van teksten, beperking van de spreektijd, de poging om de naamafroeping af te schaffen, schending van de rechten van de minderheid...).

Lode Willems

Na de oorlog ging Lode Willems, samen met zijn neef Frans, op zoek naar het graf van de aan het front gesneuvelde Hubert of Bert Willems. Bert bleek ook een politieke inspiratiebron voor Lode.

Lode huwt met Louisa, van de vooral in Overdorp vertakte familie Servranckx, waar de progressieve partij der Vrije Mannen haar uitvalsbasis heeft. Lode begint een brouwerij in de Weverstraat en komt daardoor ook economisch in concurrentie met de heersende Conservatief-katholieke burgemeester De Troch. Diens conservatief-katholieke partij haalt bij de Wambeekse gemeenteraadsverkiezingen steeds 5 van de 9 zetels. Maar dan loopt het mis. De Troch voert een economische oorlog tegen andere brouwerijen en melkerijen. De concurrerende melkerij werd onder politieke druk afgekeurd door de inspectie, zegt een nazaat van een kandidaat van de lijst der Vrije Mannen.  En in 1932 haalt de partij der Vrije Mannen, die vooral in het ver van de kerk verwijderde Overdorp heel sterk stond, onder leiding van volksvriend Lode Willems, de overwinning. Willems wordt voorgedragen als burgemeester maar is in mei 1933 nog steeds niet benoemd als burgemeester door minister van Binnenlandse Zaken Prosper Poullet van de Katholieke Partij. Willems  sterft daardoor nog voor hij kan benoemd worden. Aanhangers vertelden later, op café dat hij zou vergiftigd zijn. Van der Mauten, tweede verkozene van de partij, wordt uiteindelijk dat jaar tot burgemeester benoemd.

In de gemeenteraad wilde Lode Willems hulde brengen aan de in Wambeek geboren vrijzinnige letterkundige Pol De Mont, wat de conservatief-katholieken verhinderden omdat het tegen hun geloof was.

Willems was contactpersoon voor de Christelijke Volkspartij-Vlaamse Frontpartij van Vlaamse Nationalisten, lezen we in een brief van Staf De Clercq aan August Servranckx.

Provincieraadslid voor de Christelijke Volkspartij-Vlaamse Frontpartij van Vlaamse Nationalisten

Hij werd in 1932 ook verkozen tot provincieraadslid. Willems behaalt in zijn district  het quorum (een soort kiesdrempel) waardoor ook in de andere districten kandidaten verkozen geraken. Er komen ineens 4 verkozenen in de provincieraad. De verkiezingsuitslag voor de provincie is een enorme vooruitgang tegenover de veertien dagen ervoor gehouden parlementsverkiezingen, wat het enorme politieke belang van deze Wambeekse politicus bewijst, schreef componist en dirigent van de Overdorpse fanfare, Henri Van Lierde in een huldeschrift aan de gestorven leider.

Het graf van Willems word door politieke tegenstanders zwaar beschadigd. Zie ook artikel in internetkrant EDITIEPAJOT met meer foto's.




De Eerste Wereldoorlog gaf ook nieuwe impulsen aan de socialistische beweging: op plaatselijk vlak werden coöperatieven en andere sociale organisaties geïntegreerd in de werking van het Nationaal Hulp- en Voedingscomité. In de eerste naoorlogse regering van nationale eenheid werd Anseele opgenomen als Minister van Openbare Werken en Wederopbouw (1918-1919). Bij de verkiezingen van 1919 (algemeen enkelvoudig stemrecht voor mannen) kende de BWP met 25,5 % der stemmen in Vlaanderen haar doorbraak.

Na vier jaar oppositie haalde de BWP in 1925 30,1 % der stemmen in Vlaanderen, meteen haar hoogste score in de geschiedenis. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 1926 steeg haar aantal verkozenen tot 565. Tussen 1925 en 1927 maakten de Vlaamse socialisten Anseele en Camille Huysmans (1871-1968) deel uit van een nieuwe regering van nationale eenheid. In 1921 werden de eerste Vlaamse socialistische burgemeesters door de Koning benoemd, in Ledeberg en Menen.

Later volgden andere gemeenten als Gentbrugge, Zelzate, Geraardsbergen, Ronse, Aalst, Sint-Gillis-bij-Dendermonde, Hoboken, Willebroek. In 1933 werd Camille Huysmans burgemeester van Antwerpen: het was meteen ook de bekroning van de opgang die Antwerpen had gekend als socialistische metropool in Vlaanderen, ten koste van Gent. De electorale score van de BWP in Vlaanderen schommelde tijdens het Interbellum rond de 26,5 % der stemmen (laagste score in 1921: 24,9 %; hoogste in 1925: 30,1 %).

 

Na acht jaar van oppositie werd de BWP in 1935 opnieuw in de regering opgenomen, met aan Vlaamse kant Hendrik de Man (1885-1953) als minister van Openbare Werken en Opslorping van de Werkloosheid. De Man was de ontwerper van het Plan van de Arbeid waarrond in die jaren intens campagne werd gevoerd. In 1934 had echter de socialistische coöperatieve beweging een serieuze klap gehad met de val van de Bank van de Arbeid. van 1936 verloor de BWP een 3 % van de stemmen, vooral aan de kleine verloor de BWP een 3 % van de stemmen, vooral aan de kleine Communistische Partij.

 

De socialisten bleven echter tot aan het uitbreken van de oorlog - mits een korte onderbreking in 1939 - deel uitmaken van de regering, met naast de Man, Desiré Bouchery (1888-1944), Eugène Soudan (1880-1960) en August Balthazar (1893-1952) als ministers. Hendrik De Man werd in 1939 de eerste Vlaamse voorzitter van de BWP: hij oriënteerde de BWP in Vlaanderen naar een meer uitgesproken Vlaams profiel, wars van het "vertaalde socialisme" van weleer. In 1937 werd het eerste Vlaams socialistisch congres georganiseerd. Het nieuwe profiel leidde op concrete momenten tot een tijdelijke breuk met de Franstalige socialisten, wat ondermeer bleek bij de stemming rond de erkenning van het Spaanse Burgos-regime in 1938.


De socialistische werkersbonden van Ternat en Sint-Katherina-Lombeek

 

Omstreeks 1920 werd in Ternat voor het eerst een Werkersbond (afdeling van de Belgische Werkliedenpartij Partij) opgericht.

De bond startte met 18 leden. Het lidgeld bedroeg 1 frank. In 1921, 1922 en 1923 had men 25 leden. In 1923 spreekt men van de Werkersbond van Ternat en Sint-Katherina-Lombeek.

 

In 1924 sluit de Werkersbond van Sint-Katherina-Lombeek zich officieel aan bij de BWP. J.-B. Pollet is secretaris in 1926 en 1927. Alle zondagen van 5 tot 6 kan men terecht in het inlichtingsbureel.

 

Jan Baptist Pollet werd geboren te Liedekerke op 20 juli 1887 en huwde met Joanna Maria Van Rampelberg, geboren te Sint-Katherina-Lombeek op 3 juni 1888. Ze woonden in de Meersstraat en verhuisden later naar Liedekerke, waar Paul-Henri Spaak een regelmatige gast was, waarmee Jan Baptist op stap ging in de streek. Ook de dochters, Maria en …. hebben ooit heel wat pamfletten verdeeld.

 

Tot de leden van deze Socialistische Werkersbond behoorden ook Jan Vanderborght (gehuwd met Eudoxie Janssens, vader van Henriette, grootvader van Jean Trembloy, OCMW-raadslid SP) en Lodewijk De Vos (oom van de vader van Rik?, SP-kandidaat in ’82), van het café “Bij Joes” op de Assesteenweg (twee huizen voor het huidige agentschap van de Fortis Bank). Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 1926 behalen de Lombeekse socialisten 17 stemmen.

 

In Ternat is het lokaal in 1926 bij P. Dekock (vader van Frieda Dekock? Haar vader werd "de rooie" genoemd). Secretaris is dan P. De Ridder. In 1927 en 1933 is het lokaal bij Frans Seghels op de Steenstraat (hoek van de huidige Hopstakenkaai, voordien het café van Celmus De Neef, waar in 1898 reeds een meeting van de socialisten paats vond, zie hiervoor)), dicht bij het station.

 

In 1928 waren de socialisten van Ternat en Sint-Katherina-Lombeek blijkbaar opnieuw verenigd in de Socialistische Werkersbond van Sint-Katherina-Lombeek en Ternat. Een vlag uit dat jaar is in het bezit van de SP-afdeling Ternat.

 



Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 1932 dienden de socialisten in Ternat een volledige lijst in en behaalden zij 70 stemmen[1]. (Herman Herpelinck, Geschiedenis van Ternat, deel 4, bron: G.A., Gemeente Ternath: Uitslag der Verkiezingen van 9 oktober 1932.). Lijsttrekker was Frans Leempoels, (van de Steenstraat 74,) die vanaf 1933 ook secretaris was van de afdeling (Hij sterft in 1938). Leempoels was “nen echten socialist, zijn kinderen waren niet gedoopt,” weet Pelagie Van de Gucht ons te vertellen. Ook haar vader, Petrus, “Pie zonder gat”, kleermaker en herbergier op de hoek van de Borredam en het straatje naar de Kerk, was kandidaat op de lijst van de socialistische werkersbond. Op een dag kwamen Graaf de Lichtervelde en Burgemeester Poodt[2] bij hem om hem te overhalen niet op te komen met de socialisten. Ze moeten hem behoorlijk bang gemaakt hebben. Hij stond nog wel op de lijst maar durfde niet meer voor zichzelf stemmen. Toch had hij nog één stem achter zijn naam.

De volledige kandidaten en de stemmen der kandidaten:

1. Leempoels                   0/7

2. Nevens                         6/4

3. De Ridder                     2/4

4. Van Schuerbeek        15/5

5. Seghels                        5/3

6. Lagart                            1/3

7. Zerck                             2/2

8. Hoste                            0/2

9. Wathelet                       4/4

10Van de Gucht              1/3

11. Toussaint                   2/2

 

De socialisten haalden geen zetel. De liberalen haalden met 477 stemmen 5 zetels (Cantillon Léon, Roesems Maurice, Van Durme Victor, De Kock Petrus en Gorlier Petrus werden verkozen) en de Katholieken 6 zetels (Poodt Theofiel, Gyssens Louis, De Neve Leon, De Voghel Frans, D'Hoe Alfred en De Roms Maurice werden verkozen. Lijstduwer, Graaf de Lichtervelde werd niet verkozen

 

Andere socialisten uit deze periode waren: Coppens Hendrik uit de Molenstraat (vader van Emiel), …

Andere leden: (winkelier-herbergier François?) Evenepoel (Statiestraat 28) ??? 

 

In 1936, 1937 en 1938 heeft de Ternatse Werkersbond 25 leden. Georgette Leempoels wordt in 1936 afgevaardigde van de werkersbond van Ternat in de Federatie der Socialistische Vrouwen.

 

In 1938 komen de socialisten op de witte lijst die 2 zetels haalt. De liberalen komen apart op en behalen 3 zetels. De katholieken behalen 6 zetels dankzij het kiessysteem dat de grote lijsten bevoordeelt (witten en liberalen hadden samen 120 stemmen meer dan de katholieken).

 

In 1936 is het lokaal in Lombeek bij Th. Stichelmans op de Bosstraat. Secretaris is Lodewijk De Vos. In 1937 en 1938 heeft de Lombeekse werkersbond 10 betalende leden. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 1938 behalen de Lombeekse socialisten 64 stemmen. Tot de aanhangers van de Lombeekse socialisten behoorde onder meer Petrus De Wever van de Bosstraat (vader van René, Vinkenlaan 62) en Max Van der Slaghmolen, van de Meersstraat, gewezen poelier, afkomstig van de gemeentehuisstraat Ternat. Hij ging samen met de werkersbond van Leempoels op reis.

 

Bij Fong van Clara aan het station van Essene-Lombeek

 

Aan het station van Essene-Lombeek, op de hoek van de Spoorwegbaan en de huidige Sluisvijverstraat baatte Alfons Buggenhout, bijgenaamd Fong van Clara, een herberg uit. (Alfons was de vader van Antoinette en grootvader van Franky De Neef, SP-kandidaat in 1982 en was de broer van Daniël, grootvader van Ferdi Buggenhout, SP-kandidaat in 1994). Alfons en zijn vriend Victor Van Vaerenbergh (grootvader van Guido Van Cauwelaert, gemeenteraadslid SP) hadden socialistische sympathieën en ze lazen de Volksgazet[3]. Rosa Vanvaerenbergh, dochter van Victor, herinnert zich nog dat er omstreeks 1932 een socialistische jeugdgroep op het stationsplein voor de herberg van Fong kwam  optreden: marcheren en dansen. Deze jongens en meisjes waren gekleed in een blauw pak met rode das: Socialistische Jonge Wachten die naar het platteland werden gestuurd om er de plaatselijke werking te ondersteunen.

Op gemeentelijk vlak waren zij aanhangers van de Oude Partij, De Eendracht of L’Union, bijgenaamd De Geiten, de tegenhangers van de Nieuwe Partij, bijgenaamd De Bokken (volgens sommigen een Volksethymologische verbastering van “de boeken” omdat zij hun aanhangers hadden opgetekend in een boekje de eerste keer dat zij deelnamen aan de verkiezingen in 1876?).

Na de oorlog kwam er in de herberg van Fong ook een zitdag van de Socialistische Mutualiteit (verplichte ziekteverzekering).

 



[1]       De witte partij behaalde 5 zetels, de zwarte partij 6 (Julien Van der Veken).

[2]       Poodt was oorspronkelijk van de "witte partij" maar liep over naar de partij van de graaf (Julien Van der Veken)

[3]       Socialistische krant ontstaan in 1913.

 

Bakker Eduard DHoe koopt bloem bij Cantillon

VLAAMSE KERMIS IN PARK KRUIKENBURG IN 1927

Victor Vanvaerenbergh laat in 1928 een huis metsen op de Nieuwbaan door Dhoe uit Liedekerke

Victor krijgt in 1930 dan een premie van 2400 frank voor het bouwen van een goekoope woning

Openingstaks voor het cafe van Vanvaerenbergh-De Vos in 1932

Van Vaerenbergh-Schelfhout betalen de Nationale Crisisbelasting in 1938.

https://stacks.stanford.edu/file/druid:bh082zh0439/Belgium_1938%20-%20Loi%20du%2017%20juin%201938.PDF

Dc Karners hebben aangcnornen en Wti belirachl,igen hcÍgeen volgt, : 

Artikel 1. Er wordt, uitsluitend ten bate van den Staat, a1s nationale cr;sisbelasting, een bijzondere en progÍessieve belasting ingevoerd op het bedrag van alle bezoldigingen, vergo.edingen, pensioenen, bijverdiensten, renten en om 't even welke Íoegewezen sommen, batel van vrije beroepen, ambten, posten en ell 

De chef of muziekmeester Victor Jacobs 

Jan-Jozef De Geest, pastoor van Ternat, stierf in 1936 

Uit tijdschrift " De Stad " 1936 en 1937 : wielerkoers Ternath - Wielerwedstrijd Grote prijs Frans Bonduel in Ternat. Genoemd naar Frans Bonduel, bijgenaamd Monsieur Paris-Bruxelles, een Belgisch wielrenner geboren in Dendermonde, actief als beroepsrenner van 1928 tot 1947. Bonduel won ruim 40 wedstrijden als beroepsrenner. Parijs-Brussel was zijn speciale koers. Hij won die 2 keer en werd drie keer tweede en één keer derde in deze wedstrijd. Wikipedia 

Boer met ossen die de kar trekken. In de omgeving van Ternat. Volgens het weekblad " De Zondagsvriend " in 1938. Of zijn het koeien?

In de eerste helft van de vorige eeuw is het paard nog niet algemeen in gebruik als trekdier, zeker niet bij de armere en kleine Brabantse boeren (in Nederland). Een paard is kostbaar en duur in onderhoud. Daarom werden toen vaak koeien gebruikt als trekdier. Nog sterker dan een koe is een gecastreerde stier, een os. Maar dat trekdier was alleen een optie voor de boeren die zich die luxe konden permitteren. Produceerde de koe tenminste ook nog melk, een os bracht niks voort, behalve vlees nadat hij geslacht was. https://brabantsdorpsleven.nl/verhalen/een-rund-als-trekdier

Het paard werd in onze contreien eeuwenlang als trekdier gebruikt. Ossen-, koeien- en niet te vergeten menselijke trekkracht vormden voor kleine bedrijven tot halverwege vorige eeuw de oplossing. In de 19de eeuw werden bij ons en in enkele andere streken trekhonden ingespannen. Ezels en muildieren, hier niet inheems, werden in meer zuidelijke gebieden ingezet.

https://vdt.ugent.be/sites/default/files/art06.pdf Minder weergeven 

Heilig Hartfeesten, Ternat, 15 mei 1938 : zicht op de massa op de Marktplaats

Herken nog de mannen vooraan en met de vlag van de VERBROEDERING, PIËE KUJL. 


Heilig Hartfeesten in 1938 (onder impuls van pastoor Bosteels). Foto Heemkring Ternat. 

Het Hoogfeest van het Heilig Hart is een hoogfeest in de liturgische kalender van de Katholieke Kerk. Het wordt op de derde vrijdag na Pinksteren gevierd en valt meestal in de maand juni. Daarom wordt de maand juni soms wel de 'Maand van het Heilig Hart' genoemd.

(maar gevierd op zondag)

Het Heilig-Hartfeest ontstond in Frankrijk: in 1672 gaf de bisschop van Rennes aan de religieuze congregaties van de H. Johannes Eudes (1601-1680) voor het eerst verlof om een feest ter ere van het Heilig Hart van Jezus te vieren. In 1765 erkende Paus Clemens XIII deze dag officieel als een plaatselijk feest. Paus Pius IX schreef het feest in 1856 voor heel de Kerk voor.


Gemeentehuis Ternath met op de pomp een propaganda voor het Het Vlaamsch Nationaal Verbond of VNV

Nadat Staf Declercq, een Vlaams-nationaal Kamerlid van de Frontpartij uit het Pajottenland, in november 1932 niet herkozen werd, probeerde hij in 1933 tot een concentratie te komen van de verschillende Vlaams-nationalistische groeperingen die Vlaanderen op dat moment rijk was. Uiteindelijk slaagde hij in zijn opzet; hij moest daarbij evenwel rekening houden met zeer uiteenlopende vleugels, gaande van gematigd tot uiterst rechts. Het programma, dat gepubliceerd werd op 8 oktober 1933, was een compromis dat lichtjes in het voordeel van de radicalen uitviel en waarin vooral de nadruk lag op de hereniging met alle Nederlanden in een Groot-Nederlands staatsverband.  Onder de naam Vlaams Nationaal Blok nam het VNV op 24 mei 1936 voor het eerst deel aan de verkiezingen. Het succes bleef niet uit: het VNV haalde zestien zetels binnen. Ook Rex haalde 21 Kamerzetels binnen (naast twaalf zetels in de Senaat), wat de socialistische Belgische Werkliedenpartij overhaalde om van antifascisme een kernpunt van hun programma te maken. Op 6 oktober 1936 wordt met REX-Vlaanderen een akkoord gesloten waarin beide partijen ijveren voor een gefederaliseerd België onder de troon van Leopold III

In 1937 slaagde het VNV erin, mede door tussenkomst van de bekende orangist en Groot-Nederlandpromotor Pieter Geyl en Carel Gerretson die de intriges binnen de Vlaamse Beweging van dat moment niet doorgrondden, de Frontpartij, een sociaal-Vlaamsgezinde partij, in te lijven. Herman Vos, boegbeeld van de Frontpartij, stapte daarop over naar de BWP. Het is tevens vanaf april 1937 dat het VNV van het Duits ministerie van Propaganda een maandelijkse toelage begint te ontvangen van omgerekend zo'n 5.000 euro. 

Bij de verkiezingen van april 1939 behaalde het VNV 1 zetel winst in Antwerpen, maar bleef status quo in de rest van Vlaanderen. 

archive.ugent.be:CAE823A6-9F84-11DF-9C24-5133C2C209CF 

http://creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0/ 

Kruikenburg, de winter van 1938

Lombeek

Sint-Rochusgilde

De Kajotters in Lombeek

Het hoveniershuisje bevindt zich in de Tserclaesstraat

Architectuur : Art Deco en vroeg Modernisme

Het valt niet mee om art deco als architectuurstroming te definiëren. Er zijn auteurs die de term aanvaarden om er de veelheid aan versierende stijlen mee te benoemen die in de jaren tussen de twee wereldoorlogen bloeiden. Maar die definitie is veel te ruim, dan zouden ook neoclassicistische herenhuizen, Anglo-Normandische cottages en villa’s in Vlaamse bak- en zandsteen het predicaat ‘art deco’ kunnen meekrijgen.

“Waar ik aan denk als ik me art deco en ook wel het min of meer chronologisch daarop volgend en aanverwant modernisme voor ogen hou: heidekleurige of gelige baksteen, afgeronde lijnen, stilering, glas-in-lood, erkerramen, balkonnetjes, smeedijzeren balustrades, ornamenten in natuursteen, kubisme, stukjes bepleisterde of betegelde gevel, buisleuningen en patrijspoorten uit de scheepsarchitectuur”, zegt schrijver Bart Plouvier in Uit https://weekend.knack.be/.../art-decoroute-wandelen.../

Die vind je ook in Ternat...

Woning Dokter Van Keymolen

Eclectische villa op de Asbaan

In Liedekerke ontwerpt archict Huib HOSTE de woning van dokter Heremans. Hij is de belangrijkste Vlaamse vertegenwoordiger van de Moderne Beweging in België. Met zijn realisaties en zijn talrijke geschriften leverde hij een verbeten strijd voor een progressieve architecturale cultuur. Vanaf de tweede helft van de jaren 1920 legde Hoste zich, zoals de meeste modernisten, noodgedwongen toe op de bouw van particuliere woningen voor een verlicht burgerpubliek. Het elementarisme van de dokterswoonst in Knokke maakt geleidelijk plaats voor een complexe volumetrische aanpak. Hoste, Huib | Inventaris Onroerend Erfgoed 

Een carré werkmanshuisjes

In de Statiestraat werden niet alleen statige villa's gebouwd. "De burgers hadden personeel nodig en lieten er een carré werkmanshuizen bouwen", zegt Bob Van Mulders. De huur werd deels in natura betaald. 

"In het huis met de rode steentjes woonde" Gustje de beenhouwer". Zijn familienaam was: Onverwacht. Zijn zoon heette Francis en zijn dochter Marie-Jeanne", vertelt Bob Van Mulders.

"De groene gevel was van Marieke Schoen. De blauwe van Adeleken, met haar kruidenierswinkel. Haar man was Louis Roesems en hun zoon Willy studeerde voor geneesheer en vestigde zich in Pepingen, waar hij op 68-jarige leeftijd overleden is (1943- 2012). Hij was de schoonbroer van Jos Asselman, de apotheker. Willy had ook nog een zus Godelieve. Die was van mijn jaar, van 1947", vervolgt Bob. "Ik heb daar tot mijn 6 jaar gewoond, naast schoenmaker "de Witten" een paar huizen verder dan de winkels met de gekleurde steentjes", besluit Bob..

"Hier woonde de familie Verbeeck", weet Greta Cieters.

Verderop de huisjes "van Agneesens, gebouwd op de plaats waar vroeger het magazijn van handelaar Agneessens stond. De twee eerste hebben nog de boogramen. Het derde is verbouwd. Je ziet nog de aanzet van de boogramen.


Omdat de ene zijde van de straat al ingenomen was door villa's werden er aan de andere zijde ook enkele burgerhuizen gebouwd met 4 verdiepingen.

Op nr 136 en 138 vinden we zo twee typische herenhuizen.

Het kelderraam of venster van de kelderkeuken, getuige van vervlogen tijden toen kelders nog keukens waren, is een zeer typisch gevelelement van het herenhuis van het einde van de 19e en het begin van de 20e eeuw. Een traliewerk in siersmeedwerk beschermt het venster en versterkt nog het effect van de gevelvoeting in steen.  ( Uit Kelderraam Brussel)

Huispersoneel in souterrain en op zolder

"De twee riante middelste verdiepingen met achteraan nog een serre en een een tuin die tot aan de spoorweg kwam (met een brugje over de Kasteelbeek die daar toen nog liep), werden bewoond door de rijke burgers. In het souterrain woonde en op de mansarde sliep het huispersoneel. Bob van Mulders werd op 6/1/1947 geboren in nr 138, woning  van mevrouw Agneessens. Zijn moeder verzorgde haar, kookte, poetste...tot haar dood. "Moeder herstelde ook kleren en kousen voor de 12 broeders en hun logees uit de Congo die er op vakantie kwamen. Vader onderhield de tuin en de serre met druiven. In de zomer was het snikheet op zolder , in de winter bar koud. In de kelder was soms overstroming. Op Sinksendag 1947 was er een wolkbreuk die de beek en de kasteelvijver deden overlopen. In de kelderkeukens stond het water 15 cm boven het schouwtablet, met enorm veel schade voor de arme mensen", zegt Bob.

De werkmanshuisjes kwamen in de plaats van de zaak van scheikundige meststoffen van Frans Agneessens. In de verte Institut Saint-Joseph naast het station.

Frans Van Vaerenbergh uit de Bollestraat was een neef van Willy (gemeentekrediet). Hij werd in 1940 opgeroepen, waarschijnlijk mobilisatie. Bij het binnenkomen in het Belgische leger krijgt de man een reeks inspuitingen tegen tyfus,tetanos e.a. Hij heeft op een van die inspuitingen allergisch gereageerd en is overleden. Het gebeurde nog voor de oorlog effectief uitbrak en daarom wordt hij niet aangezien als oud-strijder.