Melkerijen

Vroeger stond er een dubbele trap voor de hoog geplaatste deur van de melkerij in de Notestraat. Daar leverde men de melk op een platform voor de deur. 

MELKERIJEN

Er ontstaan honderden melkfabriekjes waar melk wordt verwerkt tot boter.

Voor de oorlog waren diverse coöperatieve melkerijen actief. Na het uitbreken van de oorlog stokte het aantal melkleveringen. Vooreerst omdat het aantal melkkoeien drastisch daalde. De Duitse bezetter eiste heel wat vee op. Tussen 1913 en 1919 nam het aantal runderen met liefst één derde af. 

 https://cagnet.be/page/voedingsindustrie-wo1-zuivelindustrie

Na 1945 zullen enkel de grote professionele bedrijven overleven. De melkfabriek

Ondanks de massaproductie van handontromers kunnen vele boeren een dergelijke investering niet aan. Zij bundelen dus de krachten. Zo ontstaan, niet in het minst onder de impuls van de Boerenbond, gemeenschappelijke melkerijen.

Hun aantal stijgt pijlsnel en tegen 1910 worden er meer dan 500 geteld. Het gaat hier zowel om handmelkerijen als om bedrijven die gebruik maken van stoomaandrijving. Vele ervan zijn coöperatieve melkerijen, dus volledig in handen van de landbouwers-oprichters. Daarnaast zijn er ook zuiver privé ondernemingen.

Reclame voor een coöperatieve stoommelkerij, 1880 - 1940, KADOC - KU Leuven.

Vele kleine fabriekjes

De inrichting van zo'n melkerij is vaak heel elementair. Het principe is dat de melkleverancier zelf de melk ontroomt en de ondermelk weer mee naar huis neemt.

Het boteren en (later) de bereiding van andere afgeleide producten gebeurt door de werknemers van de melkerij. Pas later worden dergelijke inrichtingen professioneler en krijgen aspecten als hygiëne, bewaring en distributie meer aandacht. De herstructurering

De grote en weinig geplande spreiding van melkerijen en melkbedrijfjes wordt steeds meer economisch onrendabel geacht. De opgelegde 'herstructurering' tijdens de Tweede Wereldoorlog - in eerste instantie een oorlogsmaatregel - vormt niettemin in de daaropvolgende decennia de basis voor een meer planmatige aanpak.


IN LOMBEEK


De melkerij Sinte Catharina in de Notestraat 

In de Notestraat staat de oude melkerij (foto) al jaren verlaten nadat omstreeks 1990 (?) de buitenkant werd gerenoveerd. Aan de Luyshoek (luys is riet) bevond zich van 1902 tot 1942 de melkerij Sinte Catharina, vertelt Frans Du Mong in zijn boek over de straatnamen. Zeker tot in 1964 kon men er schapenmelk kopen, vertelt Marie-Lou Vierendeels.

De samenwerkende maatschappij „Melkerij St.-Catharina” werd gesticht op 1 april 1902 voor een duur van vijf jaar, eventueel verlengbaar ('). Tol de stichtende leden behoorden: J. Schelfthoudt, J. De Meuter, H. Platteau, P. De Smedt, F. De Valck, J. De Leener, W. Hoffman, E. Chrisliaens, L. Van Slichel, J. De Wever, E. De Meersman, P.J. De Wever, B. Schelflhoul, Ph. De Wever, F. Bernard, L. Meyts, F. DTIoe, P.J. Vanderheyden, E. Platteau, C. Eylen- bosch, C. Van Stichel, I). Van Stichel, M. Roesems, Wed Schelfthout, D. Van Stichel. L. De Neef, J. De Vos, J. Van Laer.

In 1942 legde de bezetter de melkerij stil. De boeren dienden voortaan de melk te laten bezorgen aan de melkerij Wambacq te Essene - EMI -, zegt Herman Herpelinck.

Zie ook beneden Herman Herpelinck over de Lombeekse melkerijen Sinte Catharina, Sint Rochus en de melkerij van Prosper Steppe aan de Dries/Processiestraat. En Pierre Van der Borght over de melkerij in de Kerkstraat

We vroegen ook enkele Lombekenaren om commentaar,

Guido Broucke Melkerij, naam mij bekend sinds 1972 als inwijkeling. Melkerijbaan leidt er naar toe, vanaf Rodestraat Dennenlaan.... Huidige eigenaar opsporen lijkt mij efficiënt hierbij. Grondig gerenoveerd ( buitenkant) meer dan 20 jaar geleden, nu aan het verkommeren, wagen opzij bevestigt dit. Marie-Lou zou er op haar 13de nog geweest zijn om Schapenmelk te kopen, dat was dus in 1964.... als er melk tekort was kon men aldaar Geitenmelk verkrijgen... uitzonderlijk.

Bruno Eylenbosch Ik heb het zelf nooit in bedrijf gezien.

Pascal Meyskens Ik heb de melkerij nooit  in werking gezien, alleen van horen vertellen van mijn ouders en grootouders. Vroeger waren er veel kleine melkerijen, deels door nabijheid (weinig transport) en ook onderlinge concurrentie. Er was er ook een in Overdorp en de laatste in werking was in Borchtlombeek waar ikzelf nog geweest ben.

Wat betreft de foto: de reden waarom de voordeur zo hoog staat is dat er vroeger een dubbele trap stond om de melkkannen vanop de kar makkelijk te leveren. Na de verbouwingen is naar mijn weten het huis nauwelijks of nooit bewoond geweest.

Sonja De Meuter Ja dat was de melkerij. Ik denk mij nog vaag te herinneren dat ik als heel klein kind er melk ging halen ? Maar dat moet dan al zeker 65 jaar geleden zijn Wat ik wel nog met zekerheid weet is dat het gebouw jaren lang leeg en verwaarloosd gestaan heeft. De grote kelders stonden onder water en de tuin was overwoekerd. Een gedroomde speelplaats voor ons, de kinderen in de buurt. Het gebouw was eigenaar van de mensen in het huis op de kop van de Notestraat. Ik herinner mij hun naam niet direct meer. Waren mensen die nogal op hun eigen waren en waar we als kind altijd verjaagd werden. De "restauratie" gebeurde denk ik in de jaren 70. Nadien werd het nog niet bewoond. Weet niet of het nu wel bewoond is?

Sven De Paepe Restauratie gebeurde eind jaren 90 maar ik heb er nooit iemand weten wonen. Ik weet zelfs niet of het als woning beschouwd wordt op de gemeente want bvb de ingang lijkt me nog steeds een moeilijke. 

Sonja De Meuter Ik dent dat de restauratie vroeger gebeurde want mijn vader is overleden in 1994 en dacht dat het toen al gerestaureerd was. En idd de toegang langs de voorkant lijkt mij moeilijk maar vroeger kon je binnen langs de tuin achteraan Jozef Christiaens Het is al twee keer verkocht, niet bewoond


De melkerij St.-Rochus

De samenwerkende maatschappij „Melkerij St. - Rochus” werd gesticht op 4 mei 1906 voor een duur van tien jaar (  ), eventueel verlengbaar.

Tot de stichtende leden behoorden: P. De Vuyst, L. Meyts, F. Bernard, J. Par- mentier, J.-F. De Vos, L. De Backer, J. D’FIoe, P. Coppens, L. Van Stichel, P.-J. Van Stichel, J. De Wever, J. De Wever, J.-Fr. Schoup, A. De Bisschop, D. De Wolf, L. Sneppe, Egidius De Vos, L. De Vos, allen landbouwers wonende te St.-Katherina Lombeek. Emiel De Backer, P. De Smedt, A. De Backer, J.-B. Eylenbosch, A. De Mesmaeker, V. Vandenborre, P. Verbestel, allen landbouwers wonende te Wambeek.

Na de moeilijke oorlogsjaren werd de handmelkerij St.-Rochus, aan de Meersstraat, op 1 mei 1922 terug opgericht voor een duur van vijftien jaar, eventueelverlengbaar (:i). Tweeëntwintig boeren, allen wonende te St.-Katharina Lombeek waren bij de oprichting aanwezig.


De melkerij van Prosper Steppe aan de Dries


Volledigheidshalve vermelden wij nog een kleine melkerij, die zich bevond aan de Dries en het einde van de Processiestraat (gelegen in de omgeving van de huidige spoorwegovergang). Zij werd door Prosper Steppe opgericht (’) omstreeks 1925-1930. De melkerij bleef werken tijdens de oorlogsjaren 1940-1944, maar werd daarna openbaar verkocht. Zij was een tiental jaren de tegenhanger van de melkerij St.-Rochus aan de Meersstraat.

De KEIZERAU in de KERKSTRAAT 

De KEIZERAU in de Kerkstraat 31-33 was een kleine kaasfabriek.en melkerij Het gebouw werd daarna gekocht door Johannes van der Borght en Francisca De Vos. Die familie werd daarom Dei van de keizerau genoemd, vertelt Robert van der Cruys in WAUZZE JOENG ZEDDE GAU.  (zie ook onderaan deze pagina)

DE GESCHIEDENIS VAN DE "KEIZERAA   door Pierre Van derborght

Het gebouw in de "Kerkstraat" was eigendom van Jan De Wever, wonende in Ternat.

Hij verkocht het de 21ste december 1916 aan Theophiel Borremans. Hij baatte er de melkerij en kaasmakerij Sint-Antonius uit. Hij verkocht het goed aan Robert Pulinckx de 9de juli 1924.

(zie hieronder: Openbare verkoop Kaasmakerij Sint-Antonius, toestand op 25 juni 1924).

Deze laatste verkocht het goed opnieuw de 31*6 oktober 1927 aan het handelaarsechtpaar Theophiel Roesems-Anna Huygens.

Op 15 november 1936 werden de gebouwen verkocht aan de heer Robert Monsieur, onderwijzer, en zijn echtgenote Maria Celestina Van Roy, die taterde watermolen Ten Berge hebben gekocht (vandaar "de mélen van Stinneken").

Deze verkochten het goed de 30516 november 1950 aan de twee echtparen: Albert Van derborght- Leonie Verbeiren en Romain Van derborght-Maria De Bolle, broer van eerstgenoemde.

Langstlevende Leonie Verbeiren verkocht haar woonhuis en bijhorigheden op 21 augustus 2014 aan Teek & Partners BVBA. Na sloop werd er een duo-gezinswoning opgetrokken in vrij nieuwe bouwelementen.

Momenteel wordt het andere deel van het oorspronkelijk goed bewoond door de dochter van wijlen Romain en Maria Van derborght-De Bolle.

Openbare verkoop KAASMAKERIJ SiNT-ANTONIUS :

"Een grooten Eigendom zijnde de Melkerij en Kaasmakerij "St-Antonius" gestaan en gelegen te Ste-Catharina-Lombeek, Kerkstraat 61, dicht bij de Statie van Ternath, bevattende:

1. Eene goede woning hebbende te gelijkvloers: gang met trap en schuilplaats, eetzaal en achterzaal, keuken, waschhuis en twee kamers.

2. Een belangrijk gebouw dienstig voor de nijverheid bevattende: breede gang, kaasmakerij, droogplaats, plaats der machienen, groote plaats met waterbak, plaats waar het stoommachien staat, plaats der accumulateurs.

Verschillende bijhoorigheden bevattende: bergplaats, stal met verkenskoten en gemak. Boomgaard en groenselhof beplant met versierboomen en fruitbomen in volle opbrengst. Groote broeikas (serre)

1. Koeren, putten waarbij een artesische put, en pompen.

De eigendom is voorzien van electrieke verlichting en van eene centrale verwarming bij middel van stoomdamp. De eigendom houdt in 34 aren 25 centiaren.

De Machienen en materialen zich in gemelden eigendom bevindende, bestaan in:

1. Een stoomketel, merk "Brouhon", Luik, met inspuiter "Blanke" gestempeld op 7 dampkring (atmosphères).

2. Een rechtstaande stoommachien van 12 HP.

3. Een stoompomp merk "Robyns".

4. Een afroomer "Mélotte" (600 liters per uur).

5. Een machien om de boter te reinigen.

6. Een dynamo en eene nieuwe batterij van accumulateurs, 110 volts.

7. Botervat, tafels, kuipen, 2000 vormen voor Camembertkaas, 125 vormen voor Briekaas,

400 planken, 50 vormen voor Port-salut, kruiken, riemen, bascule, enz."

EIGEN BEVINDINGEN:

Er is nergens een spoor gevonden naar de oorsprong van de gebouwen. Op het kadasterpian van 1866 staan een deel der gebouwen al vermeid. (nvdr Volgens het kadaster van Popp  1842-1879 was het gebouw met kadasternummer C958 toen van De Wever Johannes-Baptistus, een landbouwer,  het gebouw ervoor met nr C963 van De Wever Egidius, de koster van Lombeek. Het land ertussen van De Wever Anna-Maria.)


Vermoedelijk werd de kaasmakerij het laatst uitgebaat tussen 1927 en 1936 door het echtpaar Roesems-Huygens, die handelaars waren. In de jaren '30 ontstonden grote zuivelfabrieken, die de doodsteek waren voor veel kleine melkbedrijven.

Met zekerheid mogen we aannemen dat er ooit koeien gestald waren in de ruimte "kaasmakerij". Er bevonden zich in 1950 voederkribben en urine-aflopen.

In het hele gebouw bevond zich woning- en bedrijvenruimten benedenvloers.

De zolder met plankenvloer werd blijkbaar niet gebruikt. In de inkomhal was een houten trap die toegang gaf tot de zolderruimten.

Het voorste deel van de woning was onderkelderd met een gewelfd plafond. Vanop de binnenkoer was er een trap met hangpoort naar de kelder, wellicht voor het bewaren van groenten.

In de stalling-koetshuis bevond zich een bakoven.

Naar oren zeggen bevonden zich op de twee pilasters van de toegangspoort een beeld van Sint-Antonius en een leeuw. Die waren er niet meer in 1950 toen mijn ouders het gebouw aankochten.

Ik heb het steeds eigenaardig gevonden dat er in geschriften over Sint-Katherina- Lombeek: "Sint-Katherina-Lombeek" door Frans Cornelis in 1992, de uitgaven van Flobert Van Der Cruys, "Ternat, de drie gemeenten" door HJ. Herpelinck in 1999, nooit iets vermeld werd over de Kaasmakerij ("keizeraa" in de volksmond) St-Antonius, terwijl wel alle melkerijen van de drie gemeenten staan vernoemd.

Is hiermee een hiaat opgevuld ?

Opgemaakt door Pierre Van derborght, e-mail piet.vdborRht@telenet.be. 0494/570411

(nvdr Volgens het kadaster van Popp  1842-1879 was het gebouw toen van De Wever Johannes-Baptistus, een landbouwer,  het gebouw ervoor van De Wever Egidius, de koster van Lombeek. Het land wat verder erachter met nr C965 van De Wever Anna-Maria.)

Pierre Van der Borght, die in de oude kaasfabriek zijn jeugd doorbracht, heeft nog deze 100 jaar oude affiche van de openbare verkoop van de kaasfabriek. Daarop staat beschreven hoe ze eruit zag en welke machines erin stonden.



Een melkafromer of ontromer is een toestel om de room te karnen. Met een karn of boterstande of stootkarn duurde dit proces ongeveer 3 uur. De melkafromer Melotte was veel sneller en ook de capaciteit lag een stuk hoger, nl. 50 tot 600 liter per uur. 

In de loop van de twintigste eeuw gaan de verschillende landbouwsectoren zich sterk specialiseren. Zo groeit ook de behoefte aan technische middelen voor de verwerking van de zuivel.

Een groot deel van de melk wordt omgezet in boter en de heel traditionele manier van boter maken (het natuurlijke karnproces) kan alsmaar moeilijker toegepast worden op de groeiende hoeveelheid melk.




In de Kerkstraat : Robert Roesems ging er met paard en kar de melk ophalen bij de boeren in 1938

Foto uit De Koekedoees van Robert Van der Cruys.

Onder : Een oude vrouw die boter karnt in een vat voor de deur van de boerderij 

Daaronder een instructieve tekening i.v.m. de boterbereiding, deze tekening werd waarschijnlijk voor schoolse doeleinden gebruikt. 

In Wambeek waren er heel wat melkerijen

lezen we in het boek met Bijdragen over de Geschiedenis van Wambeek uitgegeven door het Davidsfonds.

.

De strijd om de verwerking van de Wambeekse melk leidde zelfs tot de val van burgemeester De Troch, die door machtsmisbruik en gekonkel met katholieke politici de concurrentie van zijn eigen bedrijf tegengewerkt zou hebben. Een gedeelte van de Wambekenaren sloot zich toen bij de verkiezingen aan bij de Vrije Mannen van Overdorp en brouwer Willems uit de Weverstraat won de verkiezingen en werd voorgedragen als burgemeester. De katholieke minister rekte zijn aanstelling meer dan een jaar en Willems overleed nog voor hij kon aangesteld worden. Volgens sommige aanhangers werd hij vergiftigd. Lees meer in het hoofdstuk over het Interbellum ...

De oude melkerij van Schepeneyssel nu. Aan het eerste zijwegje van de Bosstraat, dat doorloopt naar de oude boswachterswoning, nu Aarde Oase, aan de rand van Liedekerkebos. Ook hier staat de deur een stuk boven de begane grond. Vroeger werd daar de melk aangevoerd.

In Ternat waren ook twee melkerijen

De melkerij Sint Gertrudis van Emile De Vos-Anneessens

Deze melkerij bevond zich in de Gemeentehuisstraat, achter het gemeentehuis, en werd gehouden door E. De Vos. In de weide achteraan bevond zich de staande wip van de maatschappij „Willem Teil”.

De handmelkerij St.-Rochus

De samenwerkende maatschappij St. - Rochus, aan de Steenstraat, werd gesticht op 11 augustus 1913, voor een duur van vijftien jaar, eventueel verlengbaar (3).

Tot de stichtende leden behoorden: Frans Van der Heyden, Prosper De Neef, Louis Schelfthout, Petrus Delplace, Frans De Voghel, Felix Gallens, Philemon Van Vaerenbergh,  Ambrosius De Koker, Arthur Van Overstraeten, Domien Marissens, allen landbouwers wonende te Ternat. 

Deze melkerij bevond zich aan de overzijde van de huidige afrit van de autosnelweg Brussel)-Oostende.

Bron Herman Herpelinck

Herpelick vermeldt ook de Laiterie Saint-Anne maar dat was een milkbar en pension aan de vijver. Het is niet uitgesloten dat ze ook zelf hun melkproducten maakten natuurlijk.

Botervat  -  

Handmelkerij

De melkerij van de Bellemolen : “De recentere aanbouw heeft een pannen dak. Hierop staat de tekst “Melkerij” in witte letters.” Je ziet een platform met zijwaartse trap voor een deur, waar de melk geleverd werd.

Foto met zicht op de Bellemolen te Essene in Affligem tijdens het begin van de 20ste eeuw. Vooraan poseert een jager met zijn twee honden voor de foto. Achter hem staat een afrastering waarachter struiken en andere planten tot tegen het water groeien. In het water zoekt een paard met veulen verkoeling. Op het paard zit een man. De stenen bovenslag watermolen heeft een leien dak. Een deel van het gebouw is gewit. Het rad draait. De recentere aanbouw heeft een pannen dak. Hierop staat de tekst “Melkerij” in witte letters. Voor deze aanbouw ligt grasland tot tegen de stenen muur. Hierop grazen enkele koeien en schapen met lammetjes. Achter de watermolen staat en boomgaard. Enkele bomen staan in bloei. Hier staan drie mensen.

CENTRUM AGRARISCHE GESCHIEDENIS

https://cagnet.be/item/B00006482  

Een LATERIE was een Milkbar


In het Brusselse was een laiterie een plaats waar je melkproducten maar ook bier en andere dranken kon drinken. In Ternat was er de Laiterie des etangs Ste-Anne of het Sint Anneken.

En Belgique, principalement à Bruxelles et en Brabant flamand, ainsi que dans la périphérie liégeoise, une laiterie ou café-laiterie est un débit de boissons où sont servies, à l'origine, principalement des boissons lactées, mais aussi des bières et de la petite restauration. En France, sous l'Ancien Régime, ce type d'établissement était installé dans des domaines royaux. En Belgique, au xixe siècle, les laiteries sont souvent établies dans d'anciennes fermes.


Boven prentkaart Schaillee Laiterie des etangs de Ste Anne

Hieronder uit WAUZZE JOENG ZEDDE GAU van Robert van der Cruys

boterrolvat. Door aan de metalen zwengel rechts te draaien kantelt de houten ton om haar as. Door het gekluts karnt de melk binnenin tot boter.