Voor WO I

Sint-Anneke, een pretpark avant la lettre

Bij de aanleg van de spoorweg in het midden van de 19de eeuw moest de beek (die toen voorbij de huidige Reukenstraat lag) worden verlegd en werd de molenvijver drooggelegd. Omstreeks 1900 werd de vijver door Theofiel Verbrugghen heraangelegd en werd Cafe-Laiterie Ste-Anne een pretpark “ avant la lettre “ voor de Brusselse bourgeoisie, die er kwam bootje varen, enz. Op de prentkaart uit 1903 zie je dat er bij het heraanlegeng, met de uitgehaalde grond, een eilandje werd aangelegd. De Vlaamse Milieumaatschappij, legde onlangs in het kader van de slibruiming ook het eilandje weer aan. De cirkel is rond. 

Toeristen uit Seraing stuurden deze prentkaart naar hun vrienden in Parijs.

De naam Sint Anneke in Ternat lijkt een verwijzing naar het pretdorp annex strand van Antwerpen dat ontstond met de wereldtentoonstellingen https://www.kas.be/geschiedenis/

Dankzij de wereldtentoonstellingen van 1885 en 1894 oefende het toenmalige Oost-Vlaamse gehucht een grote aantrekkingskracht uit op de Antwerpenaars. Die wereldtentoonstellingen waren namelijk de aanleiding om Sint-Anneke uit te bouwen tot een oord van vermaak. Twee ondernemers stampten er een paar ontspanningsgelegenheden uit de grond voor de betere burgerij. Het Royal Kursaal beschikte over een casino, een houten pier en een speeltuin. De chique Trocadero was een imitatie van het gelijknamige Parijse etablissement. Iets verderop lagen de jachthavens Cirque Nautique en Royal Yachtclub. Achter het fort, met zicht op de polders, openden een paar democratische eetgelegenheden de deuren, zoals het Veerhuis. Hier konden dagtrippers een roeibootje huren en Mosselen eten.

Antwerpse pretmakers en smulpapen zakten met de veerboot graag naar Sint-Anneke af. Het werd een echt (pret)dorp. De Plage herinnert nu nog altijd aan het verdwenen (pret)dorp Sint-Anna.

Lascabanne en De Bast publiceren Geschiedenis van Ternath

In 1902 publiceren pastoor Lascabanne en schrijver-archivist Jozef De Bast, het eerste deel van hun Geschiedkundige schetsen. Dat deel begint met een beschrijving van een wandeling doorheen de gemeente die vertrekt aan de grens met Sint-Martens-Bodegem op ’s Heerenstraat ( nu Bodegemstraat) en die verder door alle gehuchten loopt. Daarbij worden de prachtige natuur, de kastelen, hoeven en herenhuizen uitvoerig beschreven. Op de oude kadasterkaart van landmeter Popp kun je de wandeling goed volgen, zie historische kaarten op http://www.geopunt.be/

“Laat ons een wandeling maken en de parochie overzien”, zeggen de auteurs. “Vertrekkende van den Ijzerenweg aan de grens van St-Martens-Bodeghem komt men, na eenige minuten de 's Heerenstraat gevolgd te hebben, op het gehucht Terlinden, aan de grens van Schepdael ; dáár, den Monnikberg, het hoogste punt van Ternath (50 meters boven den zeespiegel) geniet men een allerliefste zicht; dit gehucht bevat eenige oude wegen en velden : Lindeveldstraat, Terlindestraat, Pangaardestraat, Predikheerenstraat, enz.; aldaar bevinden zich het oud pachthof der kinderen Rossel met zijnen prachtigen boomgaard van eene hectare en half uitgestrektheid, een echt paradijs waarin de gevederde zangers zich verlustigen ; verder treft men het verrukkend buitengoed aan, bekend als adellijk goed onder den naam van 't hof te Buzenzijpe, bewoond door den heer Alexander Stuckens schoone vijvers, levendige gewassen, bomen, bloemen, kronkelende lustdreven om-ringen het fraaie kasteel.

Langs de Breemboschstraat vervolgen wij onze reis, en, na de vertakkingen van de Opperste breemboschstraat en de Knuddelendrieschstraat overschreden te zijn komen wij in het gehucht Sempst waar de windmolen der pachthoeve van Cortvriendt zijne wieken in de lucht verheft; het gehucht Sempst is ene wederkaatsing der echte Vrije natuur (golvende en wegen loopen er doorheen ; aan dien windmolen bevindt men zich op een hoogte van 45 meter boven den zeespiegel en door ene schielijke helling daalt men schier, op eenige honderden stappen na, tot 20 meters slechts boven den zeespiegel alwaar de wateren van de Klein- of Meerschbeek murmelend op een bed van zachte keitjes, tusschen mos en grasbloemekens door het gehucht hunne geheimzinnige en rusteloze bestemming volvoeren. Men ontmoet aldaar een vrij groot groot tal zindelijke boerenhoven, zooals dit van Edward De Paepe, van Felix Mergan enz. alsook de groote en rijkbevolkte hoeven van Leemans, Jozef Van de Gucht, enz.

Na de Ziekhuizenstraat' de Langewilgbergstraat en andere doorgetrokken te zijn slaan wij de Koeystraat in om uit te komen op de kasseide van Edingen naar Assche, Romeinschebaan of Steenstraat genaamd; die baan is langs weerskanten met pachthofjes en handelshuizen wel bezet en geeft het aanzien van een Vlaandersch dorp alwaar meestendeels eene lange straat met huizen bezet het dorp of de voornaamste plaats der parochie uitmaakt ; men vindt alhier onder andere : de aloud bekende herbero.n La belle .Alliance » bewoond door Edmond Evenepoel, koopman in steenkolen, alsook het groot handelshuis van Robert De Ro. Talrijke huizen zijn sinds korten tijd aldaar gebouwd en het is te voorzien, door de gunstige ligging nabij de ijze-renwegstatie, dat die kasseidebaan op dit punt weldra zal vol gebouwd worden. Rechts deze baan staat de statie van den ijzerenweg Brussel op Gent.

Thans treden wij de spoorbaan over en vervolgen onze wandeling op de Steenstraat; eerst nu over-schrijden wij de brug der Kleine- of Meerschbeek en eenige meters verder deze der Molen- of Steenvoordebeek; rechts laten wij de Nattestraat liggen vóór de sierlijke hoeve van pachteres weduwe Dominique De Croes ; wij verlaten links af de Steenstraat en aan het schoon buitengoed van Petrus Jozef De Croes slaan wij den steenweg in naar Esschene langs waar wij op het gehucht Overnellen komen.

Eerst ontmoet men de plaats Steenvoorde genaamd, alwaar de hoeve der kinderen De lom gelegen is; dáár vindt men nog den alouden watermolen, een overblijfsel van het daar vroeger staande kasteel van zekeren ridder Eggloy : kelders en vele andere kenteekens van dit oud feodaal slot zijn er nog zichtbaar. Rechts opgaande betreden wij het gehucht Over-nellen dat in het laagste deel van Ternath ligt • (15 meters boven den zeespiegel) het gehucht schiet met eenen punt naar Esschene en wordt op eene groote lengte tusschen de gemeenten St.-Catharina-Lombeek en Ass.che ingesloten. De  werkmanshuisjes en boerenwoonsten zijn er onregelmatig verspreid als waren zij door eenes grilligen wind gestrooid geweest. Op de grens tusschen Esschene en Ternath loopt de Overnellebeek alwaar de watermolen van dien naam, als laatste overblijfsel van het vroegere kasteel aldaar, de wen-teling der eeuwen blijft trots'eeren.

Wij trekken thans uit die valleie langs de Overnellebaan tot op den Morettenberg waar nog eenige boschjes als spo-ren van dit vroeger boschachtig gewest overblijven ; op dien berg treden wij terug de Steenstraat over en wij bevinden ons op eene ontzaglijke verhevenheid (50 meters boven den zeespiegel). Gansch de parochie Ternath, een heerlijk landschap, rolt vóór onze voeten ; talrijke troppels huizen en hofsteden ; van vruchten zwellende akkers ; heuvelen ; weiden; hoplochtingen ; vertoonen zich dáár alsof ze door een rijk vernuft aangelegd waren ; daar ook midden uit die bekoorlijke vallei ziet men de reusachtige kerktoren zich verheffen evenals een fieren arend die Zijne vlerken openspreidt en de vlakte beheerscht.

Nu stappen wij de Vitseroeldreef in en komen midden het gehucht Vitseroel alwaar reeds volgens akten uit de Mae eeuw de feodale heeren de tienden hieven op het Nederveld « Vischeroulle-veld » waar in 1771 zekere prins de Hornes een kasteel en speelgoed betrok waarvan men over een vijftigtal jaren nog sporen ontwaarde ; thans is dit slot door eene schoone hof-stede vervangen alwaar eene groote levendigheid heerscht.

Van hier begeven wij ons over de brug der Ysbeek, aan de weduwe Van Overstraeten, en cloorloopen de Vitseroel-straat, de Konijnaardestraat de Gravenstraat en komen in het volkrijk gehucht Opalphen; wij doorloopen er de Dob-beleerstraat, de Kromstraat en komen zijlings op de Brus-selhaan, dicht bij de schilderachtigeen hoog gelegene ge_meente St Ulrich-Ca pelle van waar wij afdalen door schoone weiden en velden in liet hart van OpalphenI t punt op le waar de Gravenstraat, de Brusselbaan, den Dobbeleersweg, de Heyrbaan en de Boterstraat samenvloeien, dicht bij de St Josefskapel. Het gehucht Opalphen wel bevolkt, met talrijke huizen bezet, geven er het aanzicht van een dorp ; talrijke straten en voetpaden geven er eene gemaklalijke gemeenschap. Aan den alouden molen van Opalphen is dit gehucht bekoorlijk, de molen aldaar is een der oudste ge-denkbouwen d,-ir parochie want hij wordt in akten van 1378, 1400, enz. vermeld. Wij dalen nu langs de groote Brusselbaan en komen tegen het dorp der parochie.

Op het punt, waar den IJzerenweg de Brusselbaan doorsnijdt, staat de watermolen « Ten Berg een overblijfsel van het aloud goed u 't Hof ten Berg » ge-naamd ; wij treden de brug van de Molenbeek over en lan-den weldra op liet gehucht Neeraiphen dat door de Donker-straat Noordwaarts met het gehucht Vitseroel verbonden is ; wij gaan nogmaals, aan de Nattestraat, eene brug over op de Molenbeek ; na eenige stappen treden wij de spoor-baan over en wij bevinden ons voor de pastorij, eene prachtige erve waarvan wij hierna breedvoerig zullen spreken ; wij gaan verder die straat op, laten de schoone gotische kerk op de rechterhand staan en komen op den Dries of het Dorp. Die plaats, Dries of marktplaats genaamd, is het middenpunt, of liever, het hart der gemeente waar de pa-rochianen zich meest véreenigen en de maatschappelijke bedrijvigheden geschieden, want dáár grijpt de markt-plaats en dichtbij bevindt zich de kerk : die plaats is ruim en driehoekig ; aan het hoofd bevindt zich het gemeente-huis, een zeer bevallig gebouw in Renaissance stijl of we-dergeboorte der antieke kunst ; dit schoon gebouw draagt op den voorgevel het jaartal 1714, het bevat twee verdie-pen waarin negen kruisvensters die in lood gezette ruiten houden; de ingangdeur is met arduin rondbogig afgelijst waarop het wapenschild der gemeente gehouwen is : de H. Geertruid met het hoofd in stralenkrans ; het dak met schaliën gedoken bevat eenige spitsch uitspringende ven-stertjes en is door een lief torentje met klokvormigen dom bekroond; de plaats is rondom met sehoone huizen bezet waarvan er menige de sporen van ouden trant dragen. Wij draaien links de plaats af en bevinden ons op de Brussel-baan ; edoch, op de linkerkant ligt de Doelstraat, die om baat zoo te zeggen van het dorp deelmaakt, evenals de Natte-straat, het hof ten Bergstraat en de Kerkstraat die insere-lijks op den Dries of het dorp uitkomen ; dáár op den hoek der Doelstraat is de groote brouwerij van den heer Hendrik De Timmerman gevestigd, verder in de Keizerstraat, ver-volg van de Doelstraat, vindt men de aloude brouwerij De Keizer betrokken door den brouwer De Neef. Thans stappen wij verder de Brusselbaan op : reeds op eenige stappen van het dorp prijkt het allerliefst en lachend kasteeltje van den heer notaris Crabbe, een pareltje van Vlaamschen bouwtrant dat zijne bevallige torentjes uit de boomen en allerlei gewassen verlieft; verder ontmoet men talrijke en zindelijke huizen waaronder er zich bevinden die van zeer vroege jaren dagteekenen ; men ziet er ook twee meldenswaardige gebouwen : het klooster der Ursu-linnen, waarnevens als aanhangsel het oud kasteeltje c, het boeren zweet » genaamd ; alsook liet ernstig gebouw of huis van onzen achtbaren Burgemeester J. B. Verbrucruhen.

Hier nu, bevinden wij ons voor het oud feodaal burgslot, het kasteel Kruikenburg, bewoond door de gravin weduwe de Lichtervelde de Fourneau ; dit burgslot wordt onder de schoonste ligging van den omtrek Brussel geteld en niet zonder reden : het beluik van het overheerlijk park beslaat eene oppervlakte van 15 hectaren 78 aren 60 centiaren ; honderdjarige boomen verheffen zich trots in de lucht planten, gewassen, boomgaarden, lusthoven lustvijvers, vermaakdreven wisselen zich af; midden die sierlijkeen in-drukwekkende warande praalt het edel slot met zijne toren-tjes. Recht véér het kasteel ligt eens prachtio-e dreef reusachtige boomen dew van elke naar de kerk leidt ; die schoon° dreef is langs weêrskanten met schoone huizen bezet, onder andere, deze der hoeren Louis Linthout, Petrus De Cnop en doktoor Theofiel Poodt mogen volmondig heerlijke gebou-wen genoemd worden. Na eenige stappen liet indrukwekkend slot Kruikenburg voorbij getreden te zijn, komen wij op het punt der Brus-selbaan c, het Ster » genaamd, dáát staat midden in eenen tuil van boompjes, bloemen en kunstgewassen liet lachend buitengoed van Mevrouw Weduwe Verbrugghen, het « Villa des brises » genaamd, « Lustverblijf der koele windjes » of liever « Villa der Zefiren ». Inderdaad, dit domein draagt te recht die benaming : midden in de vallei, op een heuvel-tje prijkt dit kasteeltje, waar 's zomers de gevederde zan-gers hun bekoorlijk gekweel vermengen met het zoet gesuis der windjes die in planten en gewassen spelen ; en waar ook des winters op de met sneeuwbeladen struikjes en takjes het winterkoningje huppelt en danst... Eenige stappen verder op de Brusselbaan ziet men de kostschool St Jozef; een groot en allergeschikst gebouw.

Eindelijk betreden wij de Statieplaats die ongeveer 250 meters lengte en 15 meters breedte beslaat. Zij is op eene zijde met schoone gebouwen bezet. Jammer ! Betreurens-waardig is liet dat hier, onder opzicht van bouwkunde, niet eene kunstrijke en doelmatige statie geplaatst is, dewelke het Aesthetisch of schoonheidsgevoel zou opwekken en reeds den vreemdelingen eenen voorsmaak zou geven van wat Ternath al puiks in bouwkunde bezit ; onze statie is, onder dit oogpunt erbarmelijk : Romaansche- Gotische-Bijzantische- wedergeboorte- Barokstijl, kortom, het lee-lijkste mengelmoes van bouworden die op Gods lieve aarde te vinden is ! En, ware het gebouw dan nog doelmatig : de spreuk « het gemak voor de eer zou dan nog ietwat als verzachtende omstandigheid in acht kunnen genomen wor-den, maar, helaas ! dit voordeel lijdt weéral schipbreuk. Waarlijk men zou geneigd zijn ten spoedigste een tikei te nemen en vaarwel te roepen ware het niet dat buiten de statie zoovele aantrekkelijkheden in Ternath het gevoelen $treelen en de zinnen verrukken.

Ziedaar onze wandeling ten einde. Tochthans, Wij zoude, vermeenen eene verwaarloozing te begaan indien wij geen: melding maakten van de edele familie de Lichtervelde heden het aloud kasteel Kruikenburg bewoond, waarvan' wij daareven spraken, en tevens, het hoofd des hulzen niet herdachten, wijlen graaf Kamiel, Emmanuel, Karel lenus de Lichtervelde, die, ofschoon ons door den dood in 1901 ontrukt, toch als verdienstelijken tijdgenoot hier Zijne plaats vergt.

De hedendaagsche bewoners van het burgslot Kruikenburg. Het doorluchtig geslacht de Lichtervelde behoort tot den alouden adeldom van Vlaanderen ; volgens de vroegere kronijken schaarden Pieter en Lodewijk de Lichtervelde zich  reeds tijdens den Guldensporen slag (1302) rond de abdij van Groeningen om, met een deel van den Vlaamschen adel, den goeden dag (i) in de hand, Vlaanderens Graaf, Gewijde van Dampierre te wreken en het Vaderland van het uitheemsch geweld te verlossen... Onze graaf K. E. K. G. de Lichtervelde (2) was geboren te Gent, den 24 Maart 1824 trad in eerste huwelijk te Gent den 16 Februari 184(), met Elfrida-Justina-Hendrika de Vaernewijck d'Angest, waarvan twee afstammelingen 1° Ida-Maria4osephina-Ghislena geboren te Gent den 25 April 1847 en overleden te Berlaere den 26 November 1849; 2° Graaf Gontron-Ernest-Desiderius-Aloïsius-Maria-Ghisle-nus geboren te Gent den 17 December 1849. die de belangrijke zending van Belgisch afgezant, eerst te Rome vervulde en ze heden te Washington (Amerika) volbrengt. Op 1" Mei 1866 huwde onzen Graaf, uit het oud stamhuis de Fourneau van Kruikenburg, de gravin de Fourneau,• Paulina-Albertina-Maria-Ghislena, geboren te Brussel, den 12 Januari 1831. Door dit huwelijk werd hij, bij verkaveling, in 't bezit gesteld van het Domein Kruikenburg dat hij in 't jaar 189 t kwam bewonen om er rustig zijne dagen te slijten toen, in 't jaar 1901 de hemel hem riep vanwaar hij scheen ge-daald. De edele graaf was het geestelijk en wereldlijk beheer der gemeente Ternath met eerre onbegrensde verkleefdheid toegedaan, getuige zijne belangrijke geldelijke giften die hij onder andere als “ blijde inkomst » den pastoor en den Voorzitter van het Weldadigheidsbureel schonk. Het was een eerbiedwaarde edelman in den vollen zin des woords . rechtschapen, liefderijk, steeds ernstig, nauwkeu rig van gedragsregel, stil van gemoed, een van die zinne-beeldige stamvaders uit edelen bloede. Hij liet hier zijne verdienstelijke gade gravin Paulina-Al-bertina-Maria-Ghislena de Fourneau van Kruikenburg met have drie kinderen : de graven Theobald en Albrecht'en de gravin Maria die thans het kasteel Kruikenburg bewonen en geelre gelegenheid laten voorbij gaan om den volke van Ternath blijken hunner hooge genegenheid te gunnen.

---

(1) Goedendag ». Een wapen bestaande in éénen zwaren knod-s-t-o-k met ijzer beladen. (2) De wapens van Lichtervelde zijn : hemelsblauw met hermelijnen boven-deel; twee gouden buffelhoornen of gekroonde helm. Helteeken : een zwanenkop, en hals in zilVer keel of rood gebekt, doorsneden vlucht beurtelings van groen en zilver. Schildhouders twee herten naar natuur. (Een tak deze familie draagt in het wapenveld, eene zilveren duif met uitgebreide vlucht. Helmteeken :.eene duif met geslotene vlucht).

---

Zie de kaart van Popp onder historische kaarten op http://www.geopunt.be/

In de afgelopen jaren verschenen er onder de noemer "Ternat in de vorige eeuwen" verscheidene artikels over de geschiedenis van de gemeente. Die werden nu door de auteur gebundeld in een pdf die online staat.De artikels gaan van de tijd van Nerviërs en Romeinen tot de meer recente geschiedenis. Zie link onder dit artikel in www.editiepajot.com



120 jaar geleden huwde mijn doopmeter Irène D’Hoe uit Ternat met Evarist De Paduwa uit Wambeek. Zijn neef D. Schoonjans schreef een mooi toespraak die ik bewaar.

Foto van het paar in 1929 voor hun woning villa Roodkapje in de Statiestraat.

Op het einde van de 19de eeuw was de Statiestraat in volle expansie en werden er riante villa's gebouwd. Zo ook de Villa Sans souci, even voor de Neerveldlaan. Later werd de vroegere villa opgedeeld in twee helften en werd er een woning aangebouwd zodat je nu rijhuizen ziet.

"De villa werd in 1900 gebouwd door E.T. van Dorselaer en zijn echtgenote M.C.J Poodt", zegt Ternats geschiedkundige Herman Herpelinck. "Tot 1928 heeft het rechter gedeelte dienst gedaan als ontvangerij en werden er de 'ouderdomspensioenen' uitbetaald voor Sint-Martens-Bodegem, Sint-Ulriks-Kapelle, Liedekerke, Teralfene en Ternat", weet Herman ook te vertellen. https://editiepajot.com/regios/19/articles/49699 

Heb je zelf oude foto's en verhalen uit het Ternatse verleden die je met ons wil delen? Stuur ze ons vancauwelaertguido@gmail.com

120 jaar geleden huwde mijn doopmeter Irène D’Hoe uit Ternat met Evarist De Paduwa uit Wambeek. Zijn neef D. Schoonjans schreef een mooi toespraak die ik bewaar.

Foto van het paar in 1929 voor hun woning villa Roodkapje in de Statiestraat.

https://sites.google.com/view/erfgoedternat/home/historische-plaatsen-en-gebouwen/tannerie-leimbach

In 1917 werd de beek langs de Verkensmeerstraat rechtgetrokken. Uittreksel in de Atlas er Onbevaarbare Waterlopen van Ternat.

Jan Meert 1909 

Een penning uit 1907 ter gelegenheid van het Vaandelfeest Katholieke Gilde Ternath

Zaal Euterpe

Deze feestzaal was gelegen in een herberg, uitgebaat door P. Gorlia-Biesemans. De zaal was rond 1900 ook de ontmoetingsplaats van de gelijknamige muziekmaatschappij en lokale kiesvereniging. Ik denk in de Molenstraat (vroeger Hof ten Bergstraat)

Eind 19de eeuw ontstonden in Ternat de twee muziekverenigingen, verbonden met de witte en de zwarte partij: de Koninklijke muziekvereniging Euterpe begon in 1867 als zangkoor. Na een jaar ontstond hieruit een fanfare en nog tien jaar later werd een heuse muziekvereniging in het leven geroepen. 

De Koninklijke harmonie De Verbroedering werd in 1878 door Graaf de Lichtervelde gesticht. In het begin van de jaren 1880 werd Dr. Theofiel De Poodt (jawel, die van de hoger genoemde straat) de leider van deze maatschappij, waaruit later De Katholieke Gilde ontstond. Uit die verenigingen ontstonden ook operettegezelschappen, begeleid door muzikanten van harmonie en symfonie, soms ook door violisten”, vertelt Jean-Piere Van Cauwelaert in Editiepajot in 2016.. “Begin jaren 50 werd er gespeeld in de zaal van Laiz’n aan het station.

Boven : Spelers van de operette Windekind met Van Cauwelaert Romain(één van de soldaten links), Bert Van Pros, Frans Pletinckx, Celine Mattens, Blondine Van de Gucht, Ward van Kaizen, Roger Mattens, Celine Mattens, Dokter Poodt, Jeanne Van Cauwelaert, Eugene Van Cauwelaert. http://erfgoedternat.webs.com/mensen 


Rechts : Jean-Pierre Van Cauwelaert voor het voormalige repetitielokaal van Club 68, het café van zijn moeder Irma in de Burgemeester Dokter Theophiel Poodtstraat 

Boven de operettegezelschappen. Daaronder rechts Melodia en links Club 68 

Pastoor Dassen wordt ingehuldigd in Lombeek in 1909

AU BON MARCHE - AD. DELHAIZE & Cie aan de kerk 1914-1918 IRPA KIK 

Sinksenkermis 1914 zou een groot feest worden in Ternat, zo meldde De Volksstem van 31 mei 1914.. 's Maandags Longchamps fleuri of bloemenstoet. De Jaarmarkt volgde de donderdag erna. Uit boek D. Lindemans

Dit gebouw in de Winterweg was in het begin van de vorige eeuw een atelier waar kammen en diademen werden bewerkt. Het bedrijf verhuisde later naar Sint-Jans-Molenbeek op de Gentsesteenweg. Van het gebouw in de Winterweg werden dan drie woningen gemaakt.