Franse revolutie en Napoleon

Franse republiek

In 1794 veroverden de Franse revolutielegers de zuidelijke Nederlanden. Op 1 oktober 1795 werden onze gewesten bij decreet een deel van de Franse Republiek. Er brak nu een tijd van grote veranderingen aan. De Fransen, trouw aan het gedachtegoed van hun revolutie van 1789, maakten snel komaf met het ancien régime. Gedaan was het met heerlijkheden, allerlei privileges, ouderwetse rechtspraak, inmenging van de kerk enzovoorts. Vrijheid, gelijkheid en broederlijkheid, dat waren de thema’s die voortaan het leven zouden moeten beheersen.

De drossaard verloor zijn job. Hij werd bij wijze van overgangsmaatregel nog enkele maanden aan het hoofd van de gemeente gelaten als ‘agent national’ totdat de nieuwe ordening effectief zou werken. Voortaan zou een municipaal bestuur, dat in principe door de inwoners zou worden verkozen, de leiding van de gemeente verzekeren. Ook de vrederechters moesten door de burgers worden verkozen. 


De gemeente heeft een dubbele opdracht: enerzijds de gemeentelijke belangen behartigen en anderzijds taken opgedragen door de bevoogdende overheden uitvoeren. Deze dubbele taak werd geformuleerd in het decreet van 14 december 1789 en via het besluit van 19 frimaire jaar iv in de Belgische departementen bekendgemaakt. Het decreet introduceerde municipalités, geleid door een maire en zijn gemeentebestuur (het kiessysteem komt aan bod bij de behandeling van de bronnen). De functies eigen aan het gemeentelijke bestuur hadden onder meer betrekking op het beheer van de gemeentelijke goederen, instellingen, inkomsten en uitgaven. Verder diende gezorgd voor orde, netheid, gezondheid en veiligheid in openbare plaatsen. Het decreet van 16-24 augustus 1790, via het besluit van 7 pluviôse jaar v in de Belgische provincies ingevoerd, gaf de gemeenten ook politionele bevoegdheden. Zij dienden op te treden als de veiligheid en openbare orde in het gedrang kwamen door volkstoeloop, vechtpartijen, brand, besmettelijke ziekten, krankzinnigen enz. 

De grondwet van het jaar iii beknotte de gemeentelijke autonomie. Gemeenten met minder dan 5000 inwoners, de meeste dus, werden verenigd tot municipalités de canton en gemeenten met meer dan 100.000 inwoners werden verdeeld in “arrondissementen”, niet te verwarren met de onderverdeling van een departement die pas onder het Consulaat werd geïntroduceerd. De leden van deze municipalités werden verkozen, wat niet meer het geval was na de wet van 28 pluviôse jaar viii: deze maakte de groepering van gemeenten weliswaar ongedaan en gaf elke gemeente haar eigen bestuur, doch de gemeentelijke gezagsdragers werden voortaan aangeduid onder de gemeentelijke notabelen en niet meer verkozen. Afhankelijk van de grootte van de gemeente wees het staatshoofd of de préfet, de maire en zijn adjoint(s) aan. De préfet benoemde de leden van de gemeenteraden. De uitoefening van de bevoegdheden van de gemeenten kwam vooral de burgemeester toe. Deze voerde de wetten uit en beheerde de goederen, de openbare werken en de financiën. Hij was ambtenaar van de burgerlijke stand en stond in voor de ordehandhaving. Vanaf het jaar x werden de leden van de gemeenteraden benoemd door het staatshoofd, op voorstel van de kantonale kiescolleges. 

Ternat en Sint-Katherina-Lombeek behoorden tot het Canton Asse. Wambeek viel onder Anderlecht. De definitieve afbakening van de kantons in het Dijledepartement had plaats bij besluit van 27 frimaire jaar IV 18 december 1795). Zie hierover ook uit een artkel van Jaak Ockeley in ESDB in 2010 Het grondgebied werd eerst ingedeeld in 6 arrondissementen, Brabant,...later werden er Luik en Luxemburg aan toegevoegd...

SOLDATEN VAN NAPOLEON TE TERNAT 

"In 1798 werd in onze gewesten door de Franse bezetters de diensplicht ingevoerd waardoor alle jongens tussen 20 en 25 jaar verplicht waren dienst te nemen in het Franse leger. Een groot aantal onder hen weigerde aan dit bevel gevolg te geven, zodat ze moesten onderduiken. Het bos van Ter Muilen op de grens van Liedekerke en Lombeek was één van deze plaatsen waar de dienstweigeraars zich verscholen. Daar moeten ook jongens van Ternat bij geweest zijn. Dat de Franse soldaten deze "brigands” deerlijk opjaagden bewijst ons het volgende", schreef Freddy Verdoodt in ESDB 1981. "Op 10 juni 1798 zond de commissaris van Londerzeel bericht dat dienstplichtigen uit Nederland ontvlucht waren en naar huis trokken. Hij vroeg de hulp van 25 gewapende mannen. Hij raadde tevens aan ruitersposten te plaatsen n de kantons Asse, Merchtem en Lennik en patrouilles te laten lopen in Essene, Lombeek en Ternat (Bron R. Mertens, Geschiedenis van Essene, 1971). Meestal werden de ouders van deze jongens bedreigd met zeer zware geldboeten zo hun zonen zich niet kwamen aangeven. Vele ondergedokenen kwamen dan toch maar te voorschijn om hun ouders te sparen.

Ook Sint-Katherina-Lombeek, Ternat en Wambeek hebben hun steentje bijgedragen tot het leveren van soldaten voor de oorlogen van Napoleon. Bij het nagaan van de overlijdensakten in deze drie gemeenten vonden we niet minder dan twaalf jongeren terug die sneuvelden tussen 1807 en 1814 (Bron Gemeentearchief van Ternat, overlijdensakten.)", zegt Verdoodt.

Zie ook : http://www.ethesis.net/escaut/escaut_hfst_5.htm over de rekrutering 

Sint-Katharina-Lombeek

— DE BACKER Petrus, zoon van Joannes Franciscus en van Catharina Guldemont, geboren alhier in 1782. Hij was dragonder van het 10e regiment en overleed in Spanje in 1810.

— DE WOLF Franciscus, zoon van Martinus en van Anna Maria De Ridder, geboren te Sint-Katharina-Lombeek in 1786.

Hij overleed in Hongarije in 1809.

— VAN DER SLAGMOLEN Petrus, zoon van Jan Baptist en van Elisabeth De W... (niet ingevuld), geboren alhier in 1787. Hij was fusilier in het 112e regiment en overleed in een hospitaal te Wenen in 1809

— SCHELFTHOUT Franciscus, zoon van Steven en van Elisabeth Segers, geboren alhier in 1784. Hij overleed als fusilier in het hospitaal van Castellazzo in 1807.

— LIEFFERICKX Jan-Baptist, zoon van Petrus en Petronella De Mey. Hij was grenadier en overleed te Sevilla in 1811.

— MEYTS Jan-Baptist overleed in het ”Hópital maritime du Port de Rochefort”, in 1813.

— VAN DER BORCHT Guillaume Antoine, geboren te

Lombeek in 1784. Hij was fusilier en overleed in 1813 in

het hospitaal te..... (niet leesbaar).

Ternat.

— CLEMENT Joannes Franciscus, geboren te Ternat in 1791. Hij overleed in een hospitaal te Rijsel in 1814. Het overlijdensbericht kwam te Ternat toe in 1816.

— VANDERSTRAETEN Jacobus, zoon van Pieter Joseph, geboren te Ternat en overleden op 31 oktober 1807, in

het militair hospitaal van Straatsburg. Hij was dragonder in het achtste regiment, vierde compagnie.

Wambeek.

— BAETENS Franciscus, geboren alhier in 1786 als zoon van Joannes-Franciscus en van Joanne Catherina Desamblanx. Hij diende in het 112e regiment van Napoleon en werd gedood te Baulzen op 21 mei 1813. Vijf jaar later kwam zijn overlijdensbericht te Wambeek aan.

— PLAS Petrus Antonius, zoon van Charles en Anna Borremans, geboren alhier in 1789. Hij was geen Frans soldaat, wel een Engels soldaat. Hij overleed in het hospitaal van Salamonici in Spanje op 30 december 1812. Het overlijdensbericht kwam te Wambeek pas in 1815 aan.

— TASSENOY Guillaume, zoon van Antoon en Jacqueline Blocknarije, geboren alhier in 1784. Hij was jager in het 10e jagersregiment en overleed in het hospitaal van Carcassonne op 19 april 1814 aan zijn verwondingen. Freddy VERDOODT.

Jacob Vanderstraeten, soldaat in het leger van Napoleon, overleden op 31 oktober 1807 in het militair hospitaal van Straatsburg. Hij was dragonder in het achtste regiment, vierde compagnie.

Lokaal historicus Herman Herpelinck zocht en vond tien jaar later de voltallige

MILITIELIJST VOOR DE VORMING VAN HET CONTINGENT

ANNO 1804. Gemeente Ternath: Moeten bijdragen tot de vorming van het contingent:

De Geyndt Jan-Baptiste. Mertens Josse. Weerspannige leidingen: Van Hurnbeeck Paul. Van Der Slagmolen Michel. Van Laethem Verhertbrugge Jean. Van Dunne Jean-Baptiste.

Gemeente Lombeek St.-Catherine: Moeten bijdragen tot de vorming van het contingent: Baten Jean-Baptiste. Coppen.' Guillaume. Ceuppens Jean-Jrrteph. De Mey Guillaume. De Wever Josse. 1h Wolf Jean-Haptiste. 1Veerspannige lotelingen: Platteau Antoine. Van De Velde Charles. Caymolen Chretien. Valider-herten Herman.

Gemeente Wambeek: Moeten bijdragen tot de vorming van het contingent: Anieryckx Jean-Baptiste. Neuborg Arnold. StichelMans Louis. Van Der Ebt Henri. Weerspannige lotelingen: Man Jean- Baptiste. Van Droogenbroctk Francois. Tassenoy Guillaume.

 

Militie anno 1805: 32 soldaten werden opgeroepen om aan de vermoeienis van de oorlog te weerstaan. 3 soldaten waren daartoe niet in staat en 9 soldaten deserteerden. 

Militie anno 1806: 16 lotelingen moesten aan de militiewetten voldoen. 8 deser-teerden en uiteindelijk werden er nog 35 miliciens tot de militaire dienst geroepen-

Militie anno 1807: 31 soldaten moesten dienst nemen in het Franse leger. 

Militie anno 1808: 31 soldaten moesten dienst nemen in het Franse leger. 

Militie anno 1809: 36 soldaten namen dienst in het Franse leger.

2. Aan onze soldaten die niet terugkeerden In de periode van 18(X1 tot 1815 namen ongeveer 515 jongelingen dienst in het leger van Napoleon Bonaparte. Ongeveer 50 jongens kwamen nooit meer terug. 111-3 brengen hulde aan onze TERNATSE soldaten (A.11.. 11. Nelis. 1nventaire des EXtraits mortuaires des soldats Relges morts aux armen 1759-1817. (2) Archives de la Prefecture de la Departement de la IMe. Registres. Lige allabi•tigee des conserits de ran') gevallen in het leger van Napoleon:

Gemeente Ternath

Beeckmans Jean-Bapliste: Geboren te Ternat op 21 april 1789. zoon van Joonnes Phi-lippus en Anna _Maria De Poept. Fuselier bij hel 1034' linieregiment infanterie. eg-bataljon. la' compagnie gelegen te 31e1z. Met avare verwondingen overgebracht naar het militair hospitaal te Wenen, alwaar hij op n oktober 1809 overleed. Borremans Jozef: Jager te paard. ingelijfd bij het 27ste regiment. Op 23 december 1'313 met :ware verwondingen overgebracht naar hel militair hospitaal van Orléans alwaar hij overleed op 4 februari 1314. 

Ceuppens Corneil: Geboren le Ternat op 7 december 1785, zoon van Gillis en Anna Maria De Bisschop. Hij diende bij het t regiment. Ia` bataljon in de hoedarzightiel van soldaat bij de artillerie. Hij overleed le La &ede op 21 november 1808 aan de ?rog-gen van chronische diarree. Clement Jaarmes Franeiscus: Geboren te Ternal op 20 september 1791. Fuselier Yfr compagnie. 14> bataljon, 130ste linieregiment der infanterie. Hij overleed in hel militair hospitaal van Rijsel op 11 juli 1.511 aan de gevolgen van chronische diarree. 

De Bondt André: Geboren te Tinval op 19 februari 1788, zoon van Cornelius en Clara De Ceuster. Op 7 augustus 1807 te Grenoble ingelijfd bij hel 112'fr linieregiment de infanterie. IN sneuvelde le .41essandria (Po-vlaklel op 29 januari 1808 0.

De Coster André: Geboren te Ternat in 1787. Kanonnier bij hel 5"fr regiment artillerie. Hij overleed in hel militair hospitaal van Met: op 22 januari 1814 aan de gevolgen van chronische diarree.

De Geyndt Josse: Geboren te Ternal op 11 augustus 1769. zoon van Jean-Baplislt en Catharina Van Rampeibergh. Hij maakte deel uil van hel e linieregiment der infan-terie en werd als loteling aangewezen bij de escorte van de Franse gendarmes. Hij over-leed in hel militair hospitaal van Kamerijk op 11 maart 1806 aan de gevolgen van chronische diarree.

De Koninek Jean-Baptiste: Geboren te Ternal in 1792. Hij was fuselier bij het 28" linieregiment.."`` bataljon. e compagnie. Hij overleed in hel militair hospitaal van Landau op 29 oktober ISIS aan de gevolgen van chronische diarree. Iklage -104: Geboren te Ternat in 1789. Hij diende in hel 21e regiment in de hoedanig-heid van „Volligeur de la Garde Imperiale—. Hij overleed in hel militair hospitaal van Valladolid (Spanje) op 20 november 1511 aan de gevolgen van chronische diarree. De Let, Jozef: hij is in dienst overleden riek 31 december 1812.

De Wever Jean-Baptiste: Geboren te Ternat op .31 januari 1785. zoon van Guilielmus en Catharina Dt Croes. hij werd le Grenoble op 7 juli 1807 ingelijfd bij hel 1124 li-nieregiment der infanterie. Hij werd :waar verminkt overgebracht naar het hospitaal van Petronella (bij Bruck-op-de-Lrilha) waar hij overleed. Hij werd van de militaire lijsten geschrapt in decembor 1810 (I). Fats Leonard: Soldaat bij het 21"' linieregiment. Overleden in het hospitaal van Troyau op 20 november 1813 ingevolge aanhoudende hoge koorts. A.R..Archives de la Priferture de la Departement de la Dyle. Registres, 124e alfabitique des conscrits de fan 1808.

Huybreeht Cornelis: Geboren le Ternat in 1790. Loteling aangewezen voor hei 1.311fr nieregiment. et bataljon. e compagnie. Overleden in het militair hospitaal van 3tid-*Mary op 24 juni 1.513 ingevolge aanhoudende hoge koorts. Ilugbrecht Jean-Itaplisle: Fuselier hij hel 34' bataljon. e compagnie. 36sle linieregi-ment der infanterie. Overleden in hel militair hospitaal van Calais op 2 mei 1812 inge-volge aanhoudende hoge koorts.

Leuckx Joos: Geboren te Ternal op 17 februari 17.56. zoon van Dominique en Vanden-(rug« Jeanne(t). Hij diende bij de „Artillerie ier :een. Hij overleed le Brussel op .5 november 1.508 9). Arehives dr la Prefeeture de la Departement de la Dyle, Registrea. leste definitieve des (rentrits de fan 1806.

Pauwels Karel: Geboren te Ternat op i juli 1758, :oon van Jeannes en De tenue N. Overleden in het militair hospitaal le Brussel op 2.5 mei 1799 ingevolge aanhoudende hoge koorts. Vanderstagmolen Michel: Zoon van Pierre en Jeanne Timmermans. Hij is overleden ia niet gekende omstandigheden. Vonder Smissen Cornelius: Geboren te Terra' op 7 oktober 1788. :oen van Antoniza eo Anna Catharina Van der Etst. Hij werd ingelijfd le Grenoble bij het 112" linieregiment der infanterie. Hij werd dodelijk aangetroffen op hel slagveld te Raab (Ggek in Haar-rijt) op 14 juni 1809. Vanderstraelen Jacquets: Geboren te Ternat op 28 december 1188. oon van Pierre-Jo-seph en Joanne Catharina Van Vaerenbergh. Hij was dragonder bij hel 8st" regiment dragonders. e compagnie. Hij overleed in hel militair hospitaal van Straatsburg ep 31 oktober 1807 aan de gevolgen van een venerische ziekte.

Van Humbeeck Paul: Zoon van Jean en Jeanne Marie Claescens, Hij overleed ta bet militair hospitaal van Rijsel op 23 maart 1806. Van Ros een Joseph: Fuselier bij hel PSB` linieregiment, e bataljon. 14` ~popt Hij overleed in hel hospitaal van brede op 26 september 181.3 aan de gevolgnz er een venerische Gekte.

Verhoeven André: Kanonnier e klas. e compagnie van hel 9e` regiment artillerie Se voel. Hij overleed in hel militair hospitaal van Danzig op 24 oktober nt 1 aan de nul-gen van een venerische :lekte. Wauters Franciscus: Geboren te Ternat op 23 juli 1786, neon van Egidius en Snit Van den Bergh. Men bestemde hem om te dienen in hef Sr linieregiment. In ha =ja detachement ontvlucht, werd hij op 26 januari 1807 veroordeeld tel _soldat refraelairf: Jiij overleed op 16 januari 1811.

Gemeente Lombeek St. - Catherine

De Coster Francois: Hij was fuselier bij hel 6.5sle linieregiment. In hei bospaaal Santerem binnengebracht op 21 november 1810 en aldaar overleden op 16 december deer-na. aan de gevolgen van chronische diarree (Extraits mortuaires des soldate Rages morts aux armers 1789-1817)

De Wolf Frans: In 1809 overleden in Hongarije.

De Wolf Frans: Hij overleed te Santarem op 16 december 1810.

Huybrecht Jean-Baptitk: Hij diende in hel linieregiment le Alexandrie en werd gevangen genomen (of gedood j le Katalonii op 21 januari 1810. Hij werd van de mili-taire lijsten geschrapt op 1 februari 1811.

Keymolen Jos: Fuselier bij hel 2r linieregiment der infanterie. Hij overleed in het burgerlijk hospitaal van Ath op 27 juli 1813 ingevolge aanhoudende hoge koorts O. (A.R.Extraits mortuaires des soldats Relges morts aux armées 1789.1817 I).

Liefferinckx Jean: Grenadier 1" bataljon. 103" linieregiment. Hij overleed te Sevilla op .5 juni 1811 aan zijn verwondingen. 3legts Jean-Baplisk: Overleden in 1813 in hel ..414pital marilime du Port de Roche-fort". Sehellhoul Frans: Hij diende bij hel 112' linieregiment en sneuvelde te Castellazo up 17 oktober 1807.

Van Der Borcht Willem-Antoon: Diende als fuselier hij hel 131"' linieregiment Hij overleed in het militair hospitaal van Verre op 3 september 1813 aan de gevolgen van een venerische :lekte.

Vanderhegden Armand: Hij was de won van Pierre en Cecile Verbeiren. Overleden in hel burgerlijk en militair hospitaal van Ponlorson op 22 oktober 1807 aan de gevolgen van een venerische :dekte.

Van (Der) Molen Pierre: Fuselier. overleden in hel militair hospitaal van St.-Omer op 6 maart 1814 ann de gevolgen van een venerische ziekte.

Van Der Slagmolen Jean-Ba:disk: Hij werd op 29 november 1809 zwaar gewond over-gebracht naar hel hospitaal van Udine. Hij werd in 1810 van de militaire lijden ge-schrapt Van Der Slagmolen Pelrus: Hij diende le Grenoble in hel 1124# linieregiment der in-fanterie. Hij overleed le Wenen op 6 september 1809 0). (2) .%.R.. Arehives de la Prefeetnre de la Departement de la Dyle. Registres. nr. 167.

Gemeente Wambeek

Barlens Franciscus: Hij diende bij het 1124' linieregiment der infanterie. Hij sneuvelde te Banken op 21 mei 1813.

 Borremans Jean-Baptisle: Geboren le Wambeek op 13 maart 1787. Hij werd ingelijfd in „L'Arsenal marilime d timers". Hij sneuvelde nabij Nancy op 1 maart 1812.

 

De Backer Pierre: Geboren le Wambeek op 17 maart 1766. Hij diende aanvankelijk in de e linie, werd dragonder bij hel ie linieregiment. Hij overleed in Spanje in 1810. 

De Schutter Jean: Fuselier bij hel 4" regiment der infanterie. Zoon van Pierre en Jeanne N. Hij overleed in hel militair hospitaal van Nancy op 31 oktober I809 ing& rolge aanhoudende hoge koorts. Detré Jacques: Poolier .24' compagnie. koloniaal bataljon. Hij overleed in hel militair hospitaal van Middelburg op 3 september 1808 aan de gevolgen van chronische diarree. 

Dewandeleer August: Hij sneuvelde op hel slagveld van tahouce (Bagonne) op 11 no-vember 1811.

Plas Pierre: Hij (rad binnen bij de Engelse milities. Hij overleed te Salarnonici (Spanje) op 30 december 1812. 

Schoonjans Frans: Kurassier bij hel 124 regiment kurassiers. Hij overleed in hel hos-pitaal van Hamburg op 3 april 1811 aan de gevolgen van een venerische :iekle. 

Tassenog Guillaume: Hij diende bij het Ir regiment jagers. Hij werd :waar gewond overgebracht naar hel hospitaal van Carcasonne, alwaar hij overleed op 19 april Mrt 

Van Den Hoof P.J.: In december 1808 werd hij :waar verminkt overgebracht naar hel hospitaal van Desaneon. Hij werd van de militaire lijsten geschrapt op 29 november 1809.

Vanderhegden Piel: Hij werd geboren le Wambeek op 10 september 178a Hij diende bij hel Giste linieregiment der infanterie. Hij overleed in hel burgerlijk hospitaal van Grog op 1 februari 1808 ingevolge aanhoudende hoge koorts (A.R.. Estmits ntortuaires des soldnts Elelges mores aux UTTICeS 1759.1817.).

Van Droogenbroeck Guillaume: Geboren te Wambeek in 1787. Jager bij hel regimml der infanterie. .7* bataljon. e compagnie. Hij overleed in hel militair hospitaal van Viloria op 23 augustus 1811 aan de gevolgen van een venerische :lekte. 

Van Vaerenbergh Jean-Baptisle: Voltigeur bij de 34. compagnie, 747 liniereg infanterie. Overleden in hel militair hospitaal van Brunei op 27 juli 1813 aan de gen van een venerische dekte.

 

Commentaar

 1. De „Uittreksels uit de registers van overlijden" geven ons nadere inlichtingen omtrent de identiteit van de soldaat (De gegevens omtrent de identiteit zijn meestal correct. Soms kent de soldaat alleen waarin hij geboren werd. soms is de geboortedatum volledig verkeerd., het soort hospitaal waarin hij verzorgd werd. de plaats en de oorzaak van overlijden. enz. )

De voornaamste oorzaken van overlijden kunnen als volgt geevalueerd worden: 

1i3 ten gevolge van allerhande infectie& 

1(4 ten gevolge van allerhande geslachtsziekten. 

1;10 wegens verwondingen in de strijd opgelopen. 

2. Soldaten die ingevolge een ontsteking van de verwondingen overleden, werden ingedeeld in het vakje -koorts". De geneeskunde was nog niet bij machte doeltreffend te helpen. 3. Meerdere van onze jongens dienden te Grenoble in het 1124` linieregiment der infanterie. Door de hoge militaire vereisten waaraan het regiment voldeed. werd het ingezet bij de meest moorddadige veldtochten in Spanje en omgeving. -1. Na jarenlange afwezigheid hadden onze soldaten hun ..Ternatse origine" verloren; Tekenend werden vooral hun analfabetisme. armoede en ontbering. verlorenheid en ontheemding. hun isolement, hun dronkenschap en verwildering (L.Danheux, Doorheen de nationale geschiedenis. Brussel 1981. p. 21. Publicatie van het Algemeen Rijksarchief)


Vandaag kan men de gesneuvelden vrij eenvoudig opzoeken in het Rijksarchief



TERNAT

Nom

Joseph Vanroussem

Lieu de naissance

Ternat

Profession

fusilier

Date de décès/Lieu

26-09-1813 à Dresde

Remarques

Lieu du décès: Hôpital des Peintres & du Manège n°7

Cause du décès: fièvre



Nom

Joseph Vanroussem

Lieu de naissance

Ternat

Profession

fusilier

Date de décès/Lieu

26-09-1813 à Dresde

Remarques

Lieu du décès: Hôpital des Peintres & du Manège n°7

Cause du décès: fièvre



Nom

Charles Pauwels

Lieu de naissance

Ternat

Profession

Prévenu de brigandage

Date de décès/Lieu

25-05-1799 à Bruxelles

Remarques

Lieu du décès: Hôpital militaire

Cause du décès: fièvre

Entré le 09/04/1799



Nom

Jean François Clement

Lieu de naissance

Ternat

Âge

23 ans

Profession

fusilier

Date de décès/Lieu

11-07-1814 à Lille

Remarques

Lieu du décès: Hôpital mil sédentaire

Cause du décès: diarrhée

Entré le 08/06/1814



Nom

Corneille Couppens

Lieu de naissance

Ternat

Profession

soldat

Date de décès/Lieu

21-11-1808 à Laréole

Remarques

Lieu du décès: Hospiceice

Cause du décès: non précisé

Entré le 24/09/1808



Nom

Léonard Faes

Lieu de naissance

Ternat

Profession

fusilier

Date de décès/Lieu

21-11-1813 à Torgau

Remarques

Lieu du décès: Hôpital

Cause du décès: fièvre



Nom

Koninck Jean Baptiste De

Lieu de naissance

Ternat

Profession

fusilier

Date de décès/Lieu

29-10-1813 à Landau

Remarques

Lieu du décès: Hôpital militaire

Cause du décès: fièvre putride

Entré le 28/10/1813



Nom

André Deboux

Lieu de naissance

Ternat

Profession

fusilier

Date de décès/Lieu

29-01-1808 à Alessandria

Remarques

Lieu du décès: Hôpital militaire

Cause du décès: fièvre

Entré le 18/01/1808



Nom

André Decostre

Lieu de naissance

Ternat

Âge

27 ans

Profession

canonnier

Date de décès/Lieu

22-01-1814 à Metz

Remarques

Lieu du décès: Hôpital mil sédentaire

Cause du décès: fièvre

Entré le 08/01/1814



Nom

Josse Degheynt

Lieu de naissance

Ternat

Profession

conscrit

Date de décès/Lieu

14-03-1806 à Cambrai

Remarques

Lieu du décès: Hôpital des malades

Cause du décès: non précisé

Entré le 22/02/1806



Nom

Joseph Delaye

Lieu de naissance

Ternat

Âge

22 ans

Profession

voltigeur

Date de décès/Lieu

20-11-1811 à Valladolid

Remarques

Lieu du décès: Hôpital des Philippines

Cause du décès: diarrhée chronique

Entré le 05/11/1811



Nom

Jean Baptiste Beckman

Lieu de naissance

Ternat

Profession

fusilier

Date de décès/Lieu

24-10-1809 à Vienne

Remarques

Lieu du décès: Hôpital mil de Gumpendorf

Cause du décès: fièvre

Entré le 27/09/1809



Nom

Joseph Bormans

Lieu de naissance

Ternat

Profession

fusilier

Date de décès/Lieu

04-02-1814 à Orléans

Remarques

Lieu du décès: Hospice civil

Cause du décès: blessure

Entré le 23/12/1813



Nom

Jacques Vanderstraeten

Lieu de naissance

Ternat

Profession

dragon

Date de décès/Lieu

31-10-1807 à Strasbourg

Remarques

Lieu du décès: Hôpital militaire

Cause du décès: fièvre

Entré le 12/09/1807



Nom

Jean Baptiste Huybrechts

Lieu de naissance

Ternat

Profession

fusilier

Date de décès/Lieu

02-05-1812 à Calais

Remarques

Lieu du décès: Hôpital mil n°1

Cause du décès: fièvre adynamique

Entré le 16/04/1812



WAMBEEK


Nom

Jean Baptiste Vanvoremberg

Lieu de naissance

Wambeek

Âge

22 ans

Profession

voltigeur

Date de décès/Lieu

27-07-1813 à Bruxelles

Remarques

Lieu du décès: Hôpital mil et sédentaire

Cause du décès: marasme

Entré le 09/05/1813


Nom

Pierre Wanderhey

Lieu de naissance

Wambeek

Âge

22 ans

Profession

conscrit

Date de décès/Lieu

01-02-1808 à Gray

Remarques

Lieu du décès: Hôpital civil

Cause du décès: fièvre

Entré le 28/01/1808


Nom

François Schoojean

Lieu de naissance

Wambeek

Profession

cuirassier

Date de décès/Lieu

03-04-1814 à Hambourg

Remarques

Lieu du décès: Hôpital mil n°1

Cause du décès: fièvre

Entré le 29/03/1814


Nom

Jacques Detré

Lieu de naissance

Wambeek

Profession

fusilier

Date de décès/Lieu

03-09-1808 à Middelbourg

Remarques

Lieu du décès: Hôpital mil et sédentaire

Cause du décès: fièvre ataxique

Entré le 05/08/1808


Nom

Jean Baptiste Borman

Lieu de naissance

Wambeek

Âge

24 ans

Profession

soldat

Date de décès/Lieu

01-03-1812 à Nancy

Remarques

Lieu du décès: Hôpital militaire

Cause du décès: fièvre

Entré le 11/02/1812


Nom

Guillaume Vandrogenbrouck

Lieu de naissance

Wambeek

Âge

24 ans

Profession

chasseur

Date de décès/Lieu

24-08-1811 à Vitoria

Remarques

Lieu du décès: Hôpital militaire

Cause du décès: fièvre

Entré le 29/07/1811


Nom

Jean Baptiste Vaniger

Lieu de naissance

Wambeek

Profession

fusilier

Date de décès/Lieu

13-10-1810 à Gironne

Remarques

Lieu du décès: Hôpital St-Cyprien

Cause du décès: fièvre

Entré le 03/09/1810


LOMBEEK


Nom

Pierre Vanmolen

Lieu de naissance

Sint-Katherina-Lombeek

Âge

21 ans

Profession

fusilier

Date de décès/Lieu

06-03-1814 à Saint-Omer

Remarques

Lieu du décès: Hôpital militaire

Cause du décès: fièvre


Nom

François Desots

Lieu de naissance

Sint-Katherina-Lombeek

Profession

fusilier

Date de décès/Lieu

16-12-1810 à Santarém

Remarques

Lieu du décès: Hôpital du Collège

Cause du décès: fièvre

Entré le 21/11/1810


Nom

Guillaume Antoine Vanderborght

Lieu de naissance

Sint-Katherina-Lombeek

Âge

21 ans

Profession

fusilier

Date de décès/Lieu

03-09-1813 à Veere

Remarques

Lieu du décès: Hôpital militaire

Cause du décès: fièvre hectique

Entré le 16/08/1813


Nom

Josse Keymolen

Lieu de naissance

Sint-Katherina-Lombeek

Profession

déserteur (46)

Date de décès/Lieu

27-07-1813 à Ath

Remarques

Lieu du décès: Hôpital civil

Cause du décès: fièvre

Entré le 22/07/1813


 Klaas Portier schreef in 2013 zijn masterscriptie over 

Soldaten van Napoleon. De gezondheidstoestand van militairen tussen 1799 en 1815

 zie de scriptie https://lib.ugent.be/nl/catalog/rug01:002060166  en/of lees hieronder enkele uittreksels


Klaas Portier vertrekt  van het werk van de Britse arts Martin Howard en de Nosographie Philosophique van dokter Philippe Pinel. J. R. L. De Kerckhove, een geneesheer in het leger van Napoleon, schreef over de campagnes in Rusland en Duitsland van 1812-1813 zijn bevindingen betreffende de ziekten neer.

Howard stelt in zijn grondige studie over de dokters in het leger van Napoleon dat ziekten destijds gecategoriseerd werden in vijf klassen, in navolging van Philippe Pinel (1745-1826). 3 Deze arts is vooral bekend in de psychiatrische wetenschappen, daar hij zich sterk inzette voor de behandeling van mentaal zieke personen. Velen werden destijds met kettingen vastgebonden, maar Pinel wou hier een einde aan brengen. Hij wou de levensomstandigheden van de mentaal zwakken verbeteren en bovenal de houding tegenover deze personen veranderen. 4 Daarnaast hield hij zich bezig met het beschrijven en benoemen van ziektes in zijn Nosographie Philosophique, voor het eerst gepubliceerd in 1798. In dit werk worden ziektes in verschillende categorieën ingedeeld. Pinel was niet de eerste die ziektes ging categoriseren, maar hij verschilde van eerdere pogingen doordat hij op een meer wetenschappelijke wijze de ziekten wou benaderen. Hij ging niet zozeer uit van losse, individuele gevallen, maar zocht naar een soort wetmatigheden binnen het voorkomen van ziekten.5 Bij het verklaren van de algemene principes die gehanteerd moeten worden in de medische wetenschappen schrijft hij dan ook: “Ce sont les mêmes principes à suivre pour la recherche de la vérité en médecine que pour les autres sciences naturelles.”6 Hij zag vijf klassen: koortsen, ontstekingen, bloedingen, neurologische aandoeningen/neurosen en organische letsels.

...

OVER KOORTS EN TYFUS..

Een (..) vrij algemene groep betreft de koorts (fièvre). Koorts treedt uiteraard op bij zeer veel aandoeningen, en bijgevolg lijkt het moeilijk om de groep bestaande uit fièvre te beschouwen als één ziekte. Toch zijn er zeer sterke aanwijzingen dat men met fièvre in feite tyfus bedoelde. Er zijn vandaag ook meerdere publicaties en overzichten van ziekten in het leger van Napoleon die tyfus als de grootste boosdoener beschouwen.46 We moeten anderzijds benadrukken dat dit een hypothese is, die slechts moeilijk gestaafd kan worden. De medische kennis was ten tijde van Napoleon nog ver verwijderd van de hedendaagse medische wetenschap. Het inzicht dat we vandaag hebben in de oorzaken van koorts en de achterliggende ziekten had men in die tijd nog niet, wat ons onderzoek sterk bemoeilijkt. Men besefte dit ook zelf. 

J. R. L. De Kerckhove, een geneesheer in het leger van Napoleon, schreef over de campagnes in Rusland en Duitsland van 1812-1813 zijn bevindingen betreffende de ziekten neer. Daarin vroeg hij zich ondermeer af wat koorts eigenlijk in essentie is: “Je n’en disconviens pas; mais qu’est-ce que c’est la fièvre? […] Y a-t-il des fièvres essentielles ou n’en existe-t-il pas? […] tout cela est encore tres obscure […].”47 Bij gebrek aan betere informatie zullen we er toch vanuit gaan dat met fièvre in de meeste gevallen tyfus wordt bedoeld. We zullen dit dan ook zo vertalen naar het Nederlands. Daarnaast zijn er nog andere doodsoorzaken die we hoogstwaarschijnlijk kunnen interpreteren als tyfus. Martin Howard haalt een tekstfragment van Larrey aan waaruit dit moet blijken.Larrey schrijft over tyfus: “an epidemic disease appeared […], which we recognised as a malignant, nervous and putrid hospital fever, (adynamico-ataxic) or contagious typhus of the old nosologists.”48 

Deze benamingen vinden we stuk voor stuk terug in de doodsoorzaken van de soldaten. Betekent dit dat het telkens om tyfus gaat? Dit is zeer moeilijk te zeggen. Snel werd in het onderzoek duidelijk dat er allerminst sprake was van een consequente manier waarop aandoeningen werden genoteerd. Vanuit het verslag van Larrey lijkt het echter wel telkens om tyfus te gaan. Een bijkomend argument voor dit laatste is dat vele médecins in de Grande Armée bijlange niet dezelfde medische kennis hadden als, bijvoorbeeld, Philippe Pinel, waardoor hun terminologie niet steeds accuraat was.49

 Een bron die ons een beperkte zekerheid kan bieden, is opnieuw het verslag van De Kerckhove. Hij geeft een opsomming van de benamingen die men aan tyfus gaf, tenminste, waar hij weet van had. Vooreerst maakt hij zelf een onderscheid tussen typhus en synochus. Synochus beschouwt hij als een variant van tyfus die gekenmerkt wordt door een hevige reactie van de patiënt. De oorzaak van die hevige reactie ligt volgens De Kerkchove in een natuurlijke aanleg waarover het slachtoffer beschikt.50 

De namen die aan tyfus werden gegeven zijn volgens De Kerckhove: “ […] fièvre maligne, fièvre des hôpitaux, des prisons, des vaisseaux, des camps et des armées. On l’a aussi nommée fièvre nerveuse, fièvre atactique et fièvre asthénique. Pinel lui a consacré le nom de fièvre ataxique.”51 

De verschillende namen voor synochus zijn: “[…] fièvre putride, synoque putride, fièvre pétéciale, fièvre inflammatoire nerveuse, etc. C’est la fièvre adynamique de Pinel.”52 

Met enig voorbehoud besluiten we dus dat een aantal typen fièvres het best vertaald worden als tyfus. Deze zijn: fièvre, fièvre maligne, fièvre putride, maladie fièvreuse, fièvre et rechutte, fièvre d’hôpital, fièvre ataxique, fièvre adynamique, typhus, fièvre nerveuse, adynamic et ataxique, fièvre continuel.

Een volgende type koorts is fièvre lente. Zowel Pinel als de Kerckhove vermelden niet expliciet dat het om een tyfus gaat. Maar in andere bronnen zijn daar wel aanwijzingen voor te vinden. In een medisch woordenboek van 1840 wordt fièvre lente als synoniem gegeven voor tyfus. Daarin wordt verwezen naar het werk van John Huxham (1672-1768). Deze Britse arts besprak in zijn Essay on Fevers (de versie die geraadpleegd werd was een uitgave uit 1782) ook de slow fever. Ook in een online medisch lexicon waarin oude medische termen staan verklaard wordt slow fever beschouwd als een tyfoïde koorts.53 

Om die reden en ook wegens gebrek aan een meer zekere vertaling, delen we fièvre lente in onder de intussen grote categorie van tyfus. Fièvre hectique werd toen vaak verward met fièvre lente. Sommige bronnen stellen duidelijk dat er een verschil is, maar benadrukken evenzeer dat fièvre hectique frequent foutief als synoniem werd gebruikt voor fièvre lente, 54  wat we ook bewezen zien in andere bronnen.55 

Dit bemoeilijkt sterk de interpretatie die we er aan moeten geven. Vanuit het standpunt van de ene bron mogen we dit niet indelen onder de tyfusgroep, maar als we redeneren vanuit de realiteit en de misverstanden die toen veelvuldig voorkwamen, bestaat er wel een mogelijkheid dat een tyfeuze koorts werd bedoeld. Wegens te grote onduidelijkheid en een gebrek aan een gefundeerd alternatief kiezen we ervoor de fièvre hectique toch in te delen onder de noemer “tyfus.”

Fièvre Bilieuse is nog een andere soort koorts. In dit geval moeten we opletten met de vertaling. Vandaag wordt immers nog steeds gesproken over Fièvre Bilieuse Hémoglobinurique. Dit is zwartwaterkoorts, wat een vorm van malaria is.56 We kunnen met relatieve zekerheid zeggen dat dit niet de ziekte was die men in de overlijdensakten bedoelde, temeer omdat zowel Pinel als De Kerckhove fièvre bilieuse als een synoniem gebruiken voor fièvre gastrique. Andere synoniemen die Pinel in een voetnoot vermeldt zijn: synochus bilieux en fièvre méningogastrique.57 Rekening houdend met wat Pinel verstond onder deze subklasse kunnen we dit het beste vertalen als gastro-enteritis, wat maag- en darmontstekingen zijn.58 In een medisch woordenboek van 1840 wordt echter reeds een onderscheid gemaakt tussen fièvre gastrique en bilieuse. Fièvre gastrique omvat koorts met maagklachten, terwijl fièvre bilieuse voornamelijk wijst op een ziekte die gepaard gaat met gal, wat dus eerder wijst op problemen aan de lever.59 Bilieux betekend dan ook “galachtig.”60 We trachten echter zo trouw mogelijk te blijven aan de medische kennis ten tijde van Napoleon. Om die reden zullen we fièvre bilieuse vertalen als gastro-enteritis. Wanneer we in…


5. Doodsoorzaken, medische kennis en achterliggende factoren 

5.1 Inleiding Na deze eigen categorisatie te hebben opgesteld, willen we dieper ingaan op de belangrijkste aandoeningen waaraan de soldaten overleden. De bedoeling is om te achterhalen waarom bijvoorbeeld bepaalde ziektes voorkwamen. Lag de oorzaak in de (foute) kennis die men destijds had? Lag het aan de concrete omstandigheden waarmee de Grande Armée werd geconfronteerd? Lag het aan materiële redenen of bevoorradingsproblemen? Lag het aan een laks beleid? Of moeten we de oorzaken zoeken in een combinatie van bovenstaande opsomming? 

....

5.17 Conclusie We besluiten dat de medische kennis in de tijd van Napoleon nog vele onvolledigheden en zelfs fouten vertoonde. Enerzijds begreep men nog niet hoe ziekten zoals tyfus, longontstekingen, enteritis,… ontstonden. Virussen en bacteriën waren onbekend. Men ging nog steeds sterk uit van de miasmentheorie en van ziekten ten gevolge van klimatologische omstandigheden. Toch benadrukken we dat men wel besefte dat ziekten besmettelijk konden zijn van persoon tot persoon, maar de kennis over het mechanisme daarachter ontbrak. Het besef van besmetting blijkt uit vele bronnen, zowel bij Pinel als De Kerckhove. Ook de brieven uit het Gentse bewijzen dat men besmettingen tussen personen als een mogelijk gevaar zag, zeker in de hospitalen. We herhalen dat het gebrek aan kennis over de oorzaken samenvalt met eigenaardige, nutteloze tot zelfs schadelijke behandelingswijzen. Het is inderdaad logisch dat men ziekten niet in de kern kan bestrijden indien men niet precies weet wat de aard van de ziekte is. Daarom blijkt dat de behandeling van vele ziekten in feite eerder een vorm van symptoombestrijding was dan een waar geneesproces. We besluiten bovendien dat meestal dezelfde medicijnen of behandelingen werden gebruikt. Wijn, melk, plantaardige afkooksels,… werden aan vele zieken gegeven. Bij ernstige ziekten werden aderlatingen veelvuldig toegepast, al onthouden we dat daarrond reeds vragen werden gesteld. We verwijzen ook naar bijlage 6 (uitgaveformulier waarop ook medicijnen en middeltjes staan vermeld). Foute opvattingen, het gebrek aan kennis en nutteloze behandelingen zullen met andere woorden zeker bijgedragen hebben aan een groot sterftecijfer. Soldaten die ziek werden konden veelal niet rekenen op een goede behandeling waardoor de dood voor velen een onafwendbaar lot werd. Anderzijds besluiten we dat ook de omstandigheden waarin de soldaten werden verzorgd een grote impact hadden op hun overlevingskansen. We bespraken enkele brieven en rapporten uit het Gentse hospitaalwezen en daaruit bleek duidelijk dat er zeer veel problemen waren. Deze waren, en we herhalen, nalatigheid en corruptie, gebrek aan manschappen en materiaal, ontoereikende accommodatie, verzorging en bevoorrading, en slechte hygiëne. De optelsom van het gebrek aan kennis over ziekte en verzorging en de slechte omstandigheden zullen de overlevingskansen van de zieke soldaat nog verder verkleind hebben. Helaas kunnen we geen uitspraken doen over de verhouding tussen ziekte en overlijden. We weten niet welk percentage van de zieken uiteindelijk ook overleed. Meer onderzoek is daarvoor nodig. De vraag is echter of dit mogelijk is, laat staan op een grootschalige, representatieve manier. We hebben geprobeerd om na te gaan bij welke ziekte men het meest kans had om te overlijden op basis van cijfers uit Gent, maar daarbij besloten we dat de situatie in de Gentse hospitalen moeilijk te vergelijken valt met de situatie van soldaten tijdens langdurige campagnes. Daarom willen we ons onthouden van sterke conclusies. 


Vergelijking met Gentse ziekenhuizen

Koorts was het sterkst vertegenwoordigd in de hospitalen met maar liefst 88,6%. Verwondingen volgden met 10,57%. Schurft omvatte 0,71%. Geslachtsziekten haalden amper 0,49%.

VICTORIA BUONAPARTE OVERLEDEN TE SINT KATHERINA LOMBEEK

Niettegenstaande zij hier niet gewoond heeft, moeten we toch vermelden dat op 19 juli 1797 te Lombeek komt te overlijden: VICTORIA BUONAPARTE, woonachtig te Brussel, vermeldt de pastoor. Uitgaande van het feit dat de beroemde Napoleon ook een Buonaparte was, moeten we besluiten dat Victoria een familielid was. Hoe zij in Lombeek terecht kwam, wordt niet vermeld, zegt Freddy Verdoodt


JAN-BAPTIST DE RIDDER, °T. 1788, landbouwersknecht te T., “Conscrit Reforme de la Commune de Ternath de l’an mil huit cent huit”; 

in 1818 was hij reeds veldwachter te T.; x (T. 1811) Rosa DE COCK(=), (“sijn woonhuys gestaen nevens de brouwerij genaemt den Kyzer”)