Vitseroel

Vitseveldeken en Ardense steenkappers

Het ontstaan van Vitseroel wordt volgens historicus Verbesselt gesitueerd in de 12de eeuw, toen er door ardense steenkappers steengroeven werden uitgebaat in opdracht van de abdij van Affligem. De steenkappers zouden ook de naam van hun dorp meegebracht hebben, Fichereux. "Of de benaming “Vitseroel” enig verband houdt met de Waalse steenkappers, die in de 11e-12e eeuw op vraag van abt Fulgentius van Affligem vanuit de Maasgouw en Luxemburg naar onze gewesten zijn overgekomen om hier “Balegemse steen” te houwen, is niet meteen aantoonbaar, al wijst de naam “Vischeroulle” in een oorkonde uit 1268 wel stevig in die richting. Hetzelfde kan worden gezegd van de Franse en Waalse vertaling van de bovengenoemde “kleine varen(t)”, respectievelijk “fougerole” en “fètcheroule” (vgl. Fètchereux in Esneux bij Luik). Het was vroeger immers niet ongewoon dat mensen die verhuisden, de naam van hun woonplaats overbrachten naar hun nieuwe tehuis", zegt taalkundige en historicus Frans Dumong.

"Taalkundig gaat men ervan uit, dat dit vinnig klinkende toponiem middels een aantal tussenvormen afgeleid is hetzij van “Viciariolum”, hetzij van “Filicariola”, beide blijkbaar van Latijnse origine. “Viciariolum” zou de Romaanse voorouder zijn van het ter plekke gelegen “Vitseveldeken” (« Vischeroulle-veld » schrijven Lascabanne en De Bast), waarvan de uitbating wellicht ouder is dan Ternat zelf. “Vitse” is synoniem met “wikke”, dat in het Latijn “vicia” heet. Het is een vlinderbloemig gewas, dat vroeger in de “wastinae” (woeste gronden) in het noorden van Nath veelvuldig voorkwam als een “in het wild groeiend, klimmend en rankend onkruid” en dat later op de kouters zeer vaak als groenbemester werd gebruikt", vervogt Frans.

"Een tweede mogelijkheid, die hierbij aansluit, is, zoals gezegd, “Filicariola” of “kleine varen(t)”, een sporenplant, daterend uit het Carboontijdperk en te vinden in bossen, langs bermen en op verweerde muren", besluit Dumong.. 

Van Romeinse villa tot kasteel en hof van Vitseroel

In de middeleeuwen verstond men onder een Villa een domein met centraal een herenwoning die men Villa in Dominicata noemde, lezen we in de Geschiedkundige schetsen van Ternat van pastoor Lascabanne en schrijver-archivist De Bast. Later werden die herenhuizen versterkingen en toen de Noormannen in de 10de eeuw onze streken binnenvielen werden het echte omwalde burchten.

Uit archiefstukken kunnen Lascabanne en De Bast opmaken dat het kasteel van Vitseroel zeker in 1500 reeds bestond en in 1695 eigendom was van graaf Josef Francies Derval en zijn vrouw Alexandrina Cornelia Voets. Hun goederen, die ze in 1721 verkochten,  omvatten een kasteel, neerhof met schuren, stallen, grachten, vijvers, boomgaarden, plantagie, beemden en zaailanden, 55 bunder groot. Ze verkochten het voor 26,450 gulden.

Op een tekening zie je hoe het kasteel en de hoeve er in 1724 uitzagen (zie boven).

In 1747 behoorde het toe aan de prins de Hornes. Het land werd toen gedurende drie jaar bezet door de Fransen en generaal de Schelles liet een staat opmaken van alle goederen die toebehoorden aan militairen in dienst van koningin Maria Theresia van Hongarije, vorstin van de Oostenrijkse Nederlanden.

In 1772 behoort het kasteel toe aan den heere Prince de Salm Kirbourg, kleinzoon van de prins de Horne hierboven, volgens een lijst met de hondentaksen.

In 1782 werd het bewoond door een zekere Sironval. Op de Oostenrijkse kaart van Ferraris van eind 18de eeuw is het kasteel met de omwallimg nog te zien maar op de kadasterkaart van 1830 is het verdwenen. Het hof en de goederen behoren dan toe aan Caroly Josephus-Alexandre-Franciscus uit Brussel volgens de legger bij de kadasterkaart van Popp (zie hieronder).

Op de Oostenrijkse kaart 

De eigendommen van Caroly onder sectie B volgens kadaster Popp

Een diamanten in de jaren 50. Frans Nevens en Josephine Van Schuerbeeck uit de Vitseroelstraat 

Ellen Nevens : Sue en finne van scheir , van op t vitseroel. Ze woonden in de draai van t vitseroel in een klein tof lemen huisje. Tegen het wegje dat naar t kasteel loopt. Ze hadden geiten en een bok lopen. Ze kwamen achter melk bij m’n overgrootouders. Ons meter maakte rozen van crêpe papier voor hun jubilee. (Meterke 90 jaar nu). 

Vierkantshoeve Hof te Vitseroel (Erfgoedobject ID: 40706Vitseroelstraat 66 Ternat) met gebouwen uit de 18de en 19de eeuw gegroepeerd rondom de geplaveide binnenplaats, inrijpoort opgenomen in een dienstgebouw met pannen schilddak. Foto 1973 Administratie OE 

Ronald Parys Nog een waar-achtig verhaal ! Van het vliegtuig dat tijdens WO II neerstortte aan de Waterkant wordt nog steeds een onderdeel gebruikt voor de afsluiting van een schapenweide