Voeding
andjoen ui
balgvullinge niet zo bijzondere kost
beiers bessen
boelie soepvlees
nen bondel pret een bundel preistalen
broaseukre klontjessuiker
caracollen kleine gekookte slakken
caramelle snoepje
chiclette kauwgom
chicongs witloof
choecroete zuurkool
choessels de ballen van een stier
cietre limonade, prik
crème au beurre roomboter
crisishespe minderwaardig soort hesp, verkocht in de jaren na W.O. II
dikoard brij
dorre van 'n ei eierdooier
dreupel glaasje jenever
eesterlingen jonge aardappelen
eireweten in de slutse = peultjes
eur uier van een koe
flakke schijf; snede
fleutjesbier bier van mindere kwaliteit
freezen aardbeien
't is frut van kaffie 't is slappe koffie
gebeujeld brood half en half tussen wit en volkoren brood
gekapt gehakt vlees
gelei jam
vers geregeld buikspek van het varken
globbeke glas limonade
greus koffiedik
groensels groenten
hetekoeken pannenkoeken
hoaring met bielzen rolmops
hoofdvlees (ook: hoofdflakke) kop (v. varken)
huttebonen princessebonen gegroeid op stam
kabeussen soort witte kool
kalissiesop aftreksel van zoethout
kalissiestok zoethout
kazakken ongeschilde gekookte aardappelen
kenuffenoagel kruidnagel
kèremelk karnemelk
kernel vruchtenpit
keuj gekauwd eten
kloaispèrden (Tielts) broodje in de vorm van een paard
klakkoarts wentelteefjes
klokheus kern van een appel, peer
koekesteuten boterhammen v/e melkbrood
kortendrank spiritualiën
kriestalizee kristalsuiker
krotte chicorei, witloofwortel
leevoard haring; ook: levenslustig persoon
léfkoeke peperkoek
lekstok lolly
lutten drinken
mentje snoep met muntsmaak
meuletrekker zuurtje
meuzestroentjes (chocolade) hagelslag
nunnebillen zachte sponsachtige snoep
poaters zwarte bessen
'n pèrdooge een spiegelei
de peele de schil
persebonen princessebonen gegroeid rond een stok (zie ook: stoakebonen)
peirsooge spiegelei
'n pieleke vet een stukje vet (vlees)
pikenike klein rond koekje met een toefje suiker
pistolet broodje
platte koas kwark
pootink pudding
pret prei
ne stoal pret een preistengel
sékke kawgom
sekreien chicorei
skardings sardienen
skeewei melkwei
'n skelle een snede
'n skelle skeutelvlees een snede rauwe varkensham
slicht worden bederven (ook: onwel worden)
slutse slap; (ook: omhulsel van erwten)
smout reuzel
smooter spekzwoerd (bij het wafels bakken)
spekken snoepjes
stekebezen kruisbessen
steute boterham
stoakebonen princessebonen gegroeid rond een stok
temper beslag (voor bv. wafels)
toatjespap karnemelkpap met aardappelen
nen teut wost een eindje worst
uttebonen struikbonen
vette derms varkensdarmen
veugelwijn drinkwater
zjeem honig
zjèksla (ook: pisse en lit) salade van de paardebloem
zoane vliesje op warme melk
'n zoetje een glaasje likeur