abimeren beschadigen
akro licht ongeval, tegenslag
akkelgoaten verwikkelingen, complicaties
akkemandéren stuk maken
an den hals kommen naar de knoppen / kapot gaan
anstrebantie verwikkeling
asterbantie complicatie
hij zal de ballen meugen kjièren hij zal op zijn kop krijgen
't is 'n flauw bezet het staat er slecht voor
't is 'n roar bezet het is een eigenaardige situatie
't is een bjièle een verloving die op 't laatst afbreekt
calamiteiten ongelukken
chance geluk
chanssard gelukzak
dompelaar sukkelaar
doppen stempelen als werkloze
duts sukkelaar
't is ne flauwe flink 't staat er slecht voor
hij heeft het aan zijn flasse hij is de klos
't is foetu 't is er mee gedaan; 't is naar de bliksem
hij heeft het aan zijne frak hij is de klos
in friet (rijden) in de prak, "total loss" (rijden)
‘t is ‘n flutse het is een mislukking
gaffel vergissing
gekuld opgezadeld
‘k zit ier gekuld met…. ik heb hier last van….
hij heeft zijn eigen niet gemaakt hij kan er niets aan doen dat hij zo is
gepeind zitten in moeilijkheden zitten
‘k zitte ’n bitje gepeind ik heb voorlopig weinig geld
ie zit lelijk gescheuteld hij staat er slecht voor
gesnokt wèrden een elektrische schok krijgen
z' èn em gestekt ze hebben hem betrapt / opgepakt
gestriept bedrogen
hij zit gewrongen hij kan geen kant meer op
in greuzlementen in duizend stukken, aan diggelen
ge meugt euj handje kussen ge moogt van geluk spreken
't is van den hond z'n kloten het is dikke miserie
ka-ieten janken (van de pijn)
op 'n karre zitten in nesten, in moeilijkheden zitten
't keirske eutbloazen het gelag betalen
er klaar ip staan = in de problemen zitten
(hij botste) te kloefe ip ne camion (hij botste) regelrecht tegen een
vrachtwagen
de kluts kwijt zijn het noorden verloren zijn
krasselen sukkelen
krebbe bijten armoede lijden
't is krotte en compannie 't is zeer pover, arm
maleur tegenslag
hij is 't manneke van beutn hij is de klos, telt niet meer mee
't is 'n lelijke misse het is een grote vergissing
't is 'n misse die nie zjuste is het is fout
z' èn ulder neuze veur an te trekken ze blijven met lege handen achter
t is een scheet in ne netzak 't is een maat voor niets
oardig varen iets onaangenaams meemaken
ommekloaien kantelen
onsjansse pech
hij zit in de patatten hij heeft problemen
pèrdesjansse veel geluk
perte totale total loss
piet hebben geluk hebben
hij rijdt plat hij heeft een lekke band
ne post pakken zwaar ten val komen
hij is prutte hij is platzak
hij heeft het an zijne rekker hij is het slachtoffer, hij heeft het aan zijn
been
ip euje rekker kregen op je kop krijgen
reufelen struikelen, vallen
hij reufelde achter ‘t plankier hij viel languit op het voetpad
rinneweroatie totaal verlies, failliet
't is tegen zijn sékke 't is tegen zijn hoofd
hij krièg ‘n sékke hij kreeg een oorveeg (fig.: uitbrander)
sjansse èn geluk hebben
hij reed zijn auto in slunssen hij reed zijn auto kapot
ne snok krijgen een elektrische schok krijgen
er mag geen skete verdraaid zitten of.. er mag niets fout gaan of...
hij heeft het spek aan z'n been hij is de klos
ne steuk een stoot
ie stoap em en ie lag achter de grond hij bukte zich en viel op de grond
tenden alle straten ten einde raad; radeloos
te kwiste gaan verloren gaan; kapotgaan
'n teumelette een val(partij)
'n teumelperte een val(partij)
tjollen sukkelen
verbreunen verslechteren
versleuzen verstopt geraken
versmachten stikken
versmoren verdrinken
de weuven, de deuven en den drank
zén de vinten ulderen oendergank de vrouwen, de duiven en de drank zijn de ondergang voor een man
't is noar de wuppe 't is kapot, gebroken
hij heeft het zitten hij is erbij, hij is de klos